Afdrukken
Hits: 5847

Een winterse delivery van Finland naar Kampen

 

0.Route

De boot, een Antilla of te wel een S&S 30, met 2 hondekooien, een bank, een bankje en een kinderbed. Normaliter doe je zo'n trip van 800 mijlen liefst met 4/5 man: niet dus.

Met de nieuwe eigenaar, Onno, had ik een weekje eerder kennis gemaakt. Geen zeezeiler dus ik zou schipperen. Als co-schipper had ik uit een aantal kandidaten X gekozen. Was als zodanig al eens met een mij bekende schipper meegevaren en we hadden elkaar een keertje aan de wal ontmoet: aardige man met een eigen boot. Dus dat moest wel goedkomen: niet dus.

Veel spullen kun je niet meenemen per vliegtuig. Een reddingsvlot en -vesten mochten volgens de KLM wel mee, maar Baltic Air zweeg in alle talen na onze vragen hier over. Dus in Finland een vlot besteld. X had kaarten meegebracht en ik een verrekijker, zaklampen en een laptop met OpenCPN en een dAISy-ontvanger. Zo waren we goed voorbereid dachten we: niet dus.

De planning was 4-5 dagen zonder tussenstop naar Kiel-Holtenau, 1 dag door het NOK naar Brunsbüttel en dan nog 2 dagen naar de nieuwe thuishaven: niet dus.

 

Maandag, 24/10

1.ontvangstbewijsWe treffen elkaar eind van de middag op Schiphol voor de vlucht naar Turku via Riga.  We hebben een hoop spullen mee, maar alles past binnen de toegestane gewichten. De patronen van de reddingsvesten hebben we in de handbagage gedaan. De vesten in de ruimbagage. De site van IALA gaf aan dat dit zo kon. Nee, dus:  beveiliging op Schiphol had andere normen, weg patronen. Buiten deze aanloop-probleempjes liep de reis verder voorspoedig.

 

 

 

 

 

 

Dinsdag, 25/10

Kort na middernacht komen we in Turku aan. Geen Saku, de verkoper. Was in slaap gevallen.  Gelukkig werd hij van een telefoontje wel wakker en kwam even later. De toegezegde (30 jaar oude) Nissan Patrol stond al klaar voor ons.  Wij op weg naar ons AirBnB, geen Tomtom natuurlijk, maar met hulp van Google Maps lukte dat prima.  Slapen ook, op 3 kermisbedden.

Na een ontbijtje op weg om inkopen te doen. Eten voor een dag of  5 en 3 nieuwe CO2-patronen.   Daarna haalden we Saku op  bij zijn werk en vervolgens met aanhanger met vlot en extra zeilen een uurtje rijden naar de boot. Die lag in een haventje voorbij Parainen of Pargas op z'n Zweeds.

De boot werd geïnspecteerd en alles leek in orde.  Na de nodige toelichtingen op de apparatuur, afsluiters enz. namen we afscheid van Saku. Hij keek een beetje treurig, toch lastig dat loslaten.

We kwartierden ons in en deden nog wat voorbereidingen voor de volgende dag.

 

 

Woensdag, 26/10

Bij het eerste ochtendlicht maakten we de boot zeilklaar. Het grootzeil werd gehesen, maar wat bleek: wel reefogen, maar geen haak of lijnen om te reven.  Er stond een rustig noordelijk windje, dus onderweg alle tijd om daarvoor een oplossing te bedenken.

Mailtje aan Saku: hoe reef je normaliter? Antwoord: als het te hard waait, strijk ik het grootzeil en ga verder op de genua .... Dat leek me geen goed idee op de Oostzee, dus toch maar 2 reven geïmproviseerd. 

2 Archipel

 

       De Finse Archipel

De reis door de Finse Archipel was prachtig. We slalomden tussen de eilanden en rotsen door: dan weer een open stuk, dan weer een 'kanaal', even afwisselend als Friesland.

Er bleek ook nogal wat komaliewant te missen, dus toch maar een tussenstop op Utö gemaakt: het laatste, bewoonde eilandje voordat je de Oostzee opgaat. "Leg maar aan bij de reddingsboten", schreef Saku, "de eigenaresse wacht op jullie".  Er was inderdaad een winkeltje , maar wat we nodig hadden was niet te krijgen.  Het was inmiddels stikdonker, verder gaan was geen goed idee.

3.supermarkt

 

 

Donderdag, 27/10

Het was wat meer gaan waaien, dus een 2e rif was geen luxe.  Net toen we de archipel achter ons wilden laten en een slag naar de Zweedse kust wilden maken, sloeg het noodlot toe. Een stuurfoutje en vervolgens een flinke golf zette ons opzij en het reddingsvlot schoof uit de spanbanden, het fornuis sprong uit zijn ophanging en ik lag tesamen met een hoop spullen op de bodem van de kajuit, dus maar terug ... 

4.Ut gastensteiger

Utö-passantensteiger

We legden nu aan bij de passantenhaven. We waren de enigen, daar dus maar langszij aangelegd in plaats van de mooringboeien te gebruiken.  Alles opruimen, natte kleren ophangen in het sanitair, het kooktoestel fixeren en het vlot nu maar achterop vastmaken.  Ons window voor een rustige oversteek was inmiddels bijna voorbij, dus nog maar een nachtje blijven.

 

Vrijdag en zaterdag

De wind was inderdaad toegenomen naar 25 tot 30 knopen en plots draaide de wind  waardoor we op lager wal lagen. Dus snel verhalen. Pas bij de 3e poging kregen we een lijntje aan de wal, zo hard waaide het.  Zo werd een nachtje nog twee nachten.

 

5. verhaald

Verhaald

In die 2 dagen hadden we het eilandje wel gezien. Niet echt het seizoen.  Behalve natuurschoon ontdekten we nog een havencafé zonder drank, een hotel met drank en troffen bijna alle 40 bewoners en 10 toeristen. We namen afscheid van Utö met een lokaal biertje en een prima maaltijd bij het hotel.

Zondag, 30/10

Met een mooie bakstagwindje gingen we richting Zweden. Om stroom te sparen zouden we op de dag met de hand sturen, maar dat viel de crew zwaar om wind- of kompaskoers te houden. "Tsja het is een tuitelig bootje" zei ik om de moed er maar in te houden. De wind minderde langzaam maar zeker, zodat de motor bij moest. Kon de stuurautomaat zijn werk doen. Nat was de boot wel. Regelmatig pompen was wel nodig. De nieuwe pomp bleek niet te werken, de oude pompte op halve kracht. Alles werd nagelopen, de doorgestoken mast,de wantputtingen,de raampjes?  Het lek werd niet gevonden. Het wachtsysteem werd aangepast: Onno en X zouden om beurten de wacht houden en ik bleef in oliegoed standby. X bleekhelaas niet de verwachte co-schipper.

Mailtje aan Saku: De nieuwe pomp pompt alleen maar lucht. Enig idee? Antwoord: ik heb de pompen al lang niet gebruikt. Even met een sponsje de de bilge droog maken!

Maandag, 31/10

Zonder veel problemen zeilden we de dag door.  Regelmatig stroom draaien om de stuurautomaat aan het werk te kunnen houden en pompen natuurlijk. De avond viel en de mastverlichting viel uit. Kortsluiting door iets te veel water in de bilge. Gelukkig deed de boordverlichting het nog wel. Zo zeilden we de nacht door.

Dinsdag, 1/11

Na het ontbijt tijd om nieuwe stroomdraden te trekken door de bilge en de kroonsteentjes tegen de mast geplakt: de lichten deden het weer. Sturen op de hand deden we maar niet meer.  Regelmatig stroom draaien hield de stuurautomaat aan het werk. Pompen hield de voeten droog. Krak, zei de deur van de voorkajuit annex toilet. "Dan moeten we maar een handdoekje als gordijn ophangen om die lullen wat privacy te bieden" zei ik.  Dat moest voor mij dan wel een grote  zijn, was het antwoord. Het laaste stukje naar Kalma werd het motoren.  We kwamen 's middags aan: 250 mijl in 50 uur, niet slecht. We vonden een heel beschut plekje. Het zou weer hard gaan waaien.

6.Kalmar

Kalmar

 

Woensdag, 2/11

Als alles een beetje had meegezeten waren we nu al thuis geweest, maar we lagen wederom verwaaid,  precies voor de deur van de Linnaeus Universiteit en Zeevaartschool van Kalmar. Tijd om wat te klussen. Een prima watersportwinkel was om de hoek. De 'nieuwe' bilgepomp werd vervangen.  De dAISy had te beperkte ontvangst. Aangesloten via een splitter op de marifoonantenne. Een paar kommen gekocht, zodat we niet meer van papieren borden hoefden te eten. Een nieuwe handmarifoon, de oude was bij Utö verzopen. Een aardige Zweed, met een mooie Colin Archer, bracht me naar een tankstation, 45 liter diesel gehaald, de tank was weer vol en we hadden 10 liter reserve.

Donderdag, 3/11

Het weer was weer ok. Wel frisjes met ijs op kade en boot. We hadden opeens een window van een paar dagen. Met een bakstagwindje zeilden we richting Denemarken. Marifoon en AIS bleken nog steeds een matige ontvangst te hebben en nat bleef het in de bilge. Langzaam draaide de wind in ons nadeel en voeren we aan de wind, maar de temperatuur was gelukkig weer wat gestegen.

 's Nachts werd ik door X wakker gemaakt. "Ja je moet even komen kijken", dus ik naar boven.  Ik zie een groot vrachtschip op tegenliggende koers vlak naast ons.  Het groene boordlicht wa bijna verblindend.  "Is toch geen probleem meer?", zei ik, "alleen volgende keer wat verder weg blijven s.v.p.!" "Precies, maar zo even zag ik groen en rood ... en daarvoor zag ik rood ..." zei X. Ik ben maar wakker gebleven en kort daarna kon ik 2x  laten zien hoe je die schepen ontwijkt ....

Vrijdag, 4/11

 

7.Rnne

Vooral dankzij de stuurautomaat zeilden we vrolijk verder. De wind, stroom draaien en pompen hield ons bootje gaande. Overstag gaan ging niet even soepel.  "Met +1 en +10 kun je ook overstag of gijpen" legde ik  uit. Uiteindelijk had ik de idee dat ze het nu ook wel samen konden, zonder mij.  Nou nee dus. "Je had toch gezegd dat 800 genoeg was?", zei X. "Bij gijpen, maar niet bij overstag, doe dan maar 1000".  De track liet wat merkwaarige rondjes zien.

Vlak voor Bornholm weer pech. De stuurautomaat hield het voor gezien. Dus maar op de hand met een flinke  bakstagwind richting Rönne. X zag dat niet zitten, maar gelukkig pakte Onno het goed op. Het was al weer donker toen we  aankwamen, wederom een slecht verlichte en onoverzichtelijke haven. We gingen op onderzoek uit en alles leek leeg en verlaten. Geen sanitair, shit. X ging even rondkijken en kwam na een uurtje terug en pakte zijn spullen: hij hield het voor gezien. Hij voelde zich  niet veilig, er mankeerde te veel aan de boot, en weg was hij.  Eerlijk gezegd waren we er wel blij om, wat een draak ... We troffen gelukkig een aardige Deen: die wist wel iemand om de stuurautomaat na te kijken.

 

 

Zaterdag, 5/11

Die kwam de volgende morgen en in een kwartiertje was het gefikst.: de stroomaansluiting maakte slecht contact. En het invalidentoilet/-douche bleek toch echt wel open te zijn, dus toch maar snel even douchen. In Cuxhaven zouden we een  zeer ervaren schipper als opstapper krijgen, een goede bekende  van me, die de hele reis te lang vond maar ons de laatste paar dagen graag wilde helpen. Met een mooi windje vervolgden we de reis richting Fehmarn, maar de wind nam snel af en moesten weer veel motoren en pompen. Stom, hadden we maar bijgetankt bij de automaat in Rönne. Kaarten hadden we niet meer, dus het laptopje moest het nu wel blijven doen!

Zondag, 6/11

De nacht kwamen we met zijn tweeën zo goed door dat ik de idee kreeg dat we het ook zonder opstapper  zouden redden. In 'Borg up Fehmarn' toch maar even snel tanken, maar in beide havens bleek de pomp gesloten. Een aardige Duitser bracht Onno naar een tankstation en met 20 liter konden we weer verder. We zeilden met een licht windje richting Kiel. Maar al snel nam de wind toe, zozeer zelfs dat het grootzeil er af moest. Met met een halve genua en minstens 30 knopen wind stoven we met 7 knopen bij donker dezeer onoverzichtelijke  Kieler Förde in.  Net iets te ver naast de vaargeul, we tikten in een golfdal de grond aan . Tegen middernacht vonden we een weinig comfortabel plekje bij de sluis van Holtenau. Daar heb je echt planken nodig of een uitgekiend plan van lijnen en stootwillen. Na een half uurtje puzzelen, wat eten en de kiel controleren, konden we inderdaad de nacht in diepe slaap doorbrengen.

Maandag, 7/11

 

8.Brunsbttel

Geen parkeerschade bleek bij het krieken van de dag. Snel los maken en de sluis oproepen. Het duurde wat lang voor we door mochten. Zowel hier als in Brunsbüttel moet je tegenwoordig door de grote sluis, de kleine zijn buiten werking. Dus moet je wachten tot een zeeschip dezelfde kant op wil. Een zeiltje bijzetten had op het kanaal helaas geen zin, teveel luwtes, dus werd het motoren. Voor vertrek uit NL had ik al een afspraak gemaakt met de havenmeester(-es) van Rendsburg om water en diesel te kunnen tanken, dus na een korte pitstop aldaar weer snel verder. Brünsbuttel was niet meer haalbaar op de dag, de schemering viel, een pontbaas riep ons toe dat we niet in het donker mochten varen, maar dat wisten we wel. 10 minuten verder was de laatste aanlegplek: Ausweiche Dueckerswisch, nog 20 km naar Brunsbüttel. Een kleine kom met een zootje palen met naar ik meende geen geschikte aanlegplek. Dus maar voor anker en prima geslapen.  Uit het reisverhaal van Albert weet ik nu  dat die palen in het water bedoeld waren als 'boxen'.  Onze opstapper hadden we gelukkig inmiddels afgezegd, ander had hij nog een hotel in Cuxhaven moeten nemen.

Brunsbüttel

 

Dinsdag, 8/11

De laatste kilometers naar de sluis van Brunsbüttel gingen vlot. Ook hier nog een korte pitstop. De voorraad snickers diende te worden aangevuld en de darmen geleegd. De sluis ging vlot en we zetten weer zeil. De bilge was weer vol, grrr. "Ik ga nu alles droog maken, tot de laatste druppel en als ik het lek niet vind, dan gaan we naar Cuxhaven". "Maar ik wil naar huis", klonk het. "Ja ik ook, maar ...." Uiteindelijk vonden we de boosdoener. De zeewaterpomp lekte op het deksel. Hèhè, daarom kregen we bij motoren meer water binnen dan onder zeil. Pfff, een hele opluchting, daar konden we wel mee verder.  Op de Elbe hadden we nog maar kort de stroom mee. Daarna werd het even ploeteren, aan de wind en tegen de vloed, maar uiteindelijk konden we het hoekje om en met een bakstagwindje zeilend richting huis. Geen schip te zien, tijd om wat te relaxen.

De nacht viel. De vuurtorens van de Duitse waddeneilanden gingen één voor één voorbij. Een grote autocarrier kwam van stuurboord, richting Bremerhaven. Die gaat wel voorlangs, dacht ik. Maar nee, dat schip bleek min of meer te drijven met een knoopje snelheid, wachtend op de vloed? Dus toch maar flink uitwijken om achterlangs te kunnen gaan. We hadden sinds Rönne een schema van 3 uur op en 3 uur af, vermoeiend maar te doen. Bij de zeegaten bleef ik paraat voor eventueel kruisend verkeer.

 

Woensdag, 9/11

9.loodsbootBij het ochtendgloren passeerden we Borkum, dan voel je je bijna thuis. Maar wat is het dan nog een klere-end. Rond de middag passeerden we het Zeegat van Ameland en tegen de schemering liepen we het Stortemelk aan. Daar stond een pittige ZO-wind en stroom tegen, dus dat werd motorzeilen. De nacht viel en we hadden het even zwaar. We kwamen op de Vliestroom. Daar lag een loodsboot aan bakboordswal. We voeren er langzaam aan voorbij, plots kwam hij in beweging, ging diagonaal door de vaargeul en drukte ons er uit. Via de marifoon vroeg ik  wat ruimte ...  De schipper had ons ondanks werkende verlichting en buisradarreflector totaal niet gezien!  Bewijs dat zo'n ding zelfs niet werkt op korte afstand? Of een schipper die nachtblind is? Misschien wel beide. Hij vond het in elk geval niet de moeite om zijn excuses aan te bieden. Hij moest terug naar zijn station, punt uit, en verder was het ons probleem. 

's Nachts op het Wad blijft een uitdaging, vooral waar de Vliestroom splitst in Blauwe Slenk en Inschot: een chaos aan boeien en lichtjes. Waarom de BS-1/IN-2 een oostkardinaal is?  Geen idee, maar goed, ook ik was even de weg kwijt en dus wederom een boeiend leermoment. De boeien bleven boeiend voor Onno: 's nachts zeezeilen is makkelijker dan navigeren door een geul met deels blinde tonnen. We passeerden Harlingen en via de Boontjes kwamen we rond middernacht bij Kornwerderzand aan. De brug en sluis gingen snel en we konden nog even een paar uurtjes slaap pakken voor we verder gingen. De Ketelbrug was besteld voor de 1e draai om 9.50 uur, dus we hadden wat tijd over.

Loodsboot                                                                                                     

 

Donderdag, 10/11

Ook het IJsselmeer ligt 's winters vol met onverlichte tonnen, dus maar direkt buiten de vaargeul gegaan. De wind was er volledig uit en dus  motorden en pompten we Stavoren voorbij en dan richting Ketelbrug. We waren ruim op tijd. Geen enkele activiteit te zien in het brugwachtershuisje. Maar even gebeld en ja hoor, we stonden op de planning, maar dan wel voor 10.50 uur! Een half uurtje later was de burgwachter er toch en konden we verder. Onno belde de havenmeester dat we half uurtje later zouden aankomen: dat was geen probleem.

Het Ketelmeer is na zo'n tocht natuurlijk geen uitdaging meer, we voeren de IJssel op. Passen we echt onder de nieuwe brug? De klep was buiten werking. Ja dat ging royaal en even later mochten we bij het havenkantoortje aanleggen.

Het op het forum aangekondigde welkomstcomité was er niet. De telefoon rinkelde. "Waar zijn jullie?" We hadden net aangelegd. "Shit, ik sta op de brug, want jullie zouden een uurtje later aankomen ..." Onno wist nog van niets en tot zijn grote verassing stond even later Bert op de steiger en maakte nog even een paar memorabele foto's terwijl we de boot naar een box verhaalden.

 

10.Kampen

Snel alles opruimen, Bert bracht ons naar het station en 's avonds weer heerlijk onder eigen douche en dekbed!

Nawoord

Zou ik het nog een keer zó doen? Neen, natuurlijk niet. Te kleine en te onervaren crew is slecht voor een schipper. Met hazeslaapjes als ware ik een solozeiler kwam ik de meerdaagse trajecten door, niet mijn ding. En het was inmiddels winter en ook al had ik nergens last van, de crew had het regelmatig te koud en te nat. 

Maar ja, ik had Onno beloofd zijn nieuwe boot uit Southampton te halen, wat  in de herfst in dagtochten met 2/3 man goed te doen is. Dat ging niet door en toen werd het Finland, tsja dan wil je hem niet laten zitten! Heel kort heb ik overwogen het niet te doen: voor veel geld kon ik elders een motorboot overbrengen.

Dat er onderweg technisch en organisatorish wat zaken misgaan? Daar lig ik normaliter niet wakker van, dat hoort er bij. Je kunt niet alles voorzien en lig ik er wel wakker van: dan de eerste de beste haven in.  De gehele route had ik vluchtroutes gepland voor het geval dat ... 

Al met al heeft het een weekje meer gekost dan het meest optimistische scenario. Wat het opgeleverd heeft?  Voor ons drieën een ervaring om nooit meer te vergeten. We hebben onze mogelijkheden gezien, maar ook onze grenzen. Daar kunnen we mee verder.

Dankwoord

Onno en X voor de mooie en leerzame momenten. Onno en Bert voor de foto's.  André voor het uitlenen van tracker en PLB. Saku voor de verleende service vóór vertrek en onderweg. Bert voor de service bij aankomst.

Login om te antwoorden