Met de laatste bijdrage van noche ben ik het niet helemaal eens.
De duurzaamheid van hechthout is in principe oneindig. Maar alleen bij goed onderhoud!
En hoe voordeliger de boot, des te vaker het daar misgaat. Noche heeft dit zelf helaas al moeten ervaren, een ervaring die ik niemand toewens!
Met de kleinere houten bootjes die voor relatief weinig op de kop getikt kunnen worden gebeurt het vaak dat ze gekocht worden door mensen die hun kennis en vaardigheden overschatten. Als ze een gat tegen komen dan gaat er wat polyesterplamuur in, een wat groter gaatje krijgt een nieuw plankje met "watervaste" houtlijm, likje verf e voila: een knap bootje.
Onder de verf gaat het verslechteren helaas gewoon verder.
Heesterman heeft deels wel gelijk. De duifel zit hem vaker in nalatig onderhoud dan in de materiaaleigenschappen van hechthoud. Of in de kombinatie daarvan. Zo was vooreigenaar zeker niet handig - en heeft zeer vaak verkeerde materialien toegepast (harde antifouling over zelfspolijsende antifouling / constructielijn / bouwmarktwerf etc.). En ik heb mijn roskleurig bril niet van mijn hoofd wilen laten slaan.
Dus miskoop.
Raar genoeg, boten roten mestal vanuit de binnenkant. De buitenkant woord meestal nog wel netjes gedaan. De binnenkant, de kuip woord meestal alleen kosmetisch gedaan. Water blijft erin staan, loopt onder de werf en voila.
De uitspraak van leeftijd hechthoud kwam van Nico van de ' Kroeswerft te Kampen'. M.i. betrefd dit wel een authoriteit in houten booten. Of die uitspraak 100% waar is of dat dit een 'marketing' uitspraak betrefd durf ik niet te zeggen. Ik kan er me wel wat bij voorstelen, dat bruynzeel houd minder duurzam is dan 'volhoud'.
1. De overgang lijm/houd heeft vaak mechanische belastingen te weerstaan.
2. Hechthoud bestaat uit enkele lagen dun houd. Ik denk dat de lagen an zich wegens beperkte dikte vlugger doorrotten dan goed ' volhoud'. Met alle gevolgen van dien. Ik denk ook dat je bij hechthoud geen kontrole over de tussenliggende houdsoorten hebt. Een echt houten schip bouw je ook niet uit 'niet duurzame' houdsorten, zoals berken, maar uit eiken en dergeleiken. De dikte van het toegepast hechthout is zeer dun. 7 a 9 mm.
Rotten hier enkele lagen van het hout weg (1 a 2) dan ben je er al. Bij een volhouten schip zal niemand het wagen 9 mm sterke planken te gebruiken.
Maar dit is alles akademisch, want Mathias heeft niet de keuze tussen hechthoud/volhoud/staal.
Ik denk dat het terecht is te zeggen:
* Je moet verdomme opleten, bij goedkop Waarschip.
* Dat alleen de basis onderhoud 10 a 12 dagen per jaar kost.
* Het in principe goedkope boten zijn, in vergelijk met (onderhoudsarmere) polyester booten.
* Zo'n houten boot meer uitstraling heeft.
* Goedkope hechthouten booten vak te leiden heben aan nalatig onderhoud. Dat je dit niet meer ' prijsreel' kan herstellen.
* Oude hechthouten booten vaak door beginnenlingen worden 'opgezeilt' .
*Daar tegenover staat dat je als beginneling goedkop aan een leuk bootje kan komen. Dat je hiermee aan ervaring rijker woord, en later wel weet waar je op moet letten.
Aan Mathias gericht zal ik zeggen:
1. Ik denk met heel veel plezier aan mijn Waarschip 600 terug.
2. Helaas was dit allen maar voor een jaar.
3. Een Friendship 23 is zeker duurzamer (en minder onderhoud), daar tegenover stat minder uitstraling.
4. Een substantieel 'eisersterke' boot in deze prijsklasse te vinden is slecht mogelijk.
5. Dus gewoon doen.
Om een laatste voorbeeld te geven. Op de Waarschip werft staat een 570 te koop. Ze zullen geen rotzooi verkopen, want hier hangt hun naam aan.
De prijs voor dit bootje is rond de 6.000 . Dan weet je ook wat het verschil is met de Waarschepen van rond de 2.000.
Groet Noche
P.S.: Bij interesse even googelen naar Waarschip werf.