Overloop: verschil tussen versies
k |
|||
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 2: | Regel 2: | ||
[[Categorie:Zeiltrim]] | [[Categorie:Zeiltrim]] | ||
[[Bestand:overloop.jpg|right|250px]] | [[Bestand:overloop.jpg|right|250px]] | ||
− | De '''overloop''' is een rail in- of achter de [[kuip]] waar de [[grootschoot]] aan vast zit. Door het [[blok]] van de grootschoot naar [[loef]] of [[lij]] te bewegen veranderd de stand van de giek ten opzichte van de boot. | + | De '''overloop''' is een rail in- of achter de [[kuip]] waar de [[grootschoot]] aan vast zit. Door het [[blok]] van de grootschoot naar [[loef]] of [[lij]] te bewegen veranderd de stand van de [[giek]] ten opzichte van de boot. |
− | + | Met de overloop kan dus de [[zeiltrim|twist]] in het zeil worden beinvloed bij het [[zeiltrim|trimmen van de zeilen]]. | |
+ | |||
+ | Er bestaan ook boten waar de fokkeschoot via een overloop loopt. Dit zijn zogenaamde zelfkerende fokken. Het fok komt bij het overstag gaan vanzelf aan lij te staan doordat de wagen van de overloop mee naar lij beweegt. | ||
+ | |||
+ | De meeste overlopen zijn recht uitgevoerd. Om uiteenlopende redenen kunnen overlopen ook in beperkte mate gebogen zijn uitgevoerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen horizontaal en verticaal gebogen overlopen. Een horizontale buiging wordt doorgaans gedaan om de cirkelbeweging van de giek (of fok) te kunnen volgen. De schootspanning blijft daardoor gelijk. Verticaal bol gebogen overlopen worden meestal toegepast om de vorm van de kuip of kajuitopbouw mooier te kunnen volgen. Verticaal hol gebogen overlopen worden voornamelijk toegepast op wedstrijdschepen. Bij het naar buiten verplaatsen van de overloop neemt de schootspanning wat af en de twist wat toe. Hierdoor kunnen vlagen opgevangen worden door alleen de overloop te bedienen. In zeldzame gevallen komt ook een combinatie van horizontale en verticale buiging voor. |
Huidige versie van 25 jul 2013 om 00:14
De overloop is een rail in- of achter de kuip waar de grootschoot aan vast zit. Door het blok van de grootschoot naar loef of lij te bewegen veranderd de stand van de giek ten opzichte van de boot. Met de overloop kan dus de twist in het zeil worden beinvloed bij het trimmen van de zeilen.
Er bestaan ook boten waar de fokkeschoot via een overloop loopt. Dit zijn zogenaamde zelfkerende fokken. Het fok komt bij het overstag gaan vanzelf aan lij te staan doordat de wagen van de overloop mee naar lij beweegt.
De meeste overlopen zijn recht uitgevoerd. Om uiteenlopende redenen kunnen overlopen ook in beperkte mate gebogen zijn uitgevoerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen horizontaal en verticaal gebogen overlopen. Een horizontale buiging wordt doorgaans gedaan om de cirkelbeweging van de giek (of fok) te kunnen volgen. De schootspanning blijft daardoor gelijk. Verticaal bol gebogen overlopen worden meestal toegepast om de vorm van de kuip of kajuitopbouw mooier te kunnen volgen. Verticaal hol gebogen overlopen worden voornamelijk toegepast op wedstrijdschepen. Bij het naar buiten verplaatsen van de overloop neemt de schootspanning wat af en de twist wat toe. Hierdoor kunnen vlagen opgevangen worden door alleen de overloop te bedienen. In zeldzame gevallen komt ook een combinatie van horizontale en verticale buiging voor.