Eb: verschil tussen versies
Uit ZeilersWiki
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[categorie:zeiltermen]] | [[categorie:zeiltermen]] | ||
[[categorie:meteo]] | [[categorie:meteo]] | ||
+ | [[categorie:navigatie]] | ||
'''Eb''' is een getijde waarbij het zeewater afloopt, in tegenstelling tot [[vloed]] waarbij het watervlak stijgt. | '''Eb''' is een getijde waarbij het zeewater afloopt, in tegenstelling tot [[vloed]] waarbij het watervlak stijgt. | ||
Eb en vloed ontstaan onder invloed van de maan. Aan het einde van de eb periode is de waterstand minimaal: dit heet 'laagwater' of 'laagtij'. Bij ondiep water kan de zeebodem tijdens laagwater droog komen te staan, waardoor de kuststrook, zoals het strand, breder kan worden. In de [[De Waddenzee|Waddenzee]] zorgen drooggevallen zandplaten bij laagwater ervoor dat men kan wadlopen. | Eb en vloed ontstaan onder invloed van de maan. Aan het einde van de eb periode is de waterstand minimaal: dit heet 'laagwater' of 'laagtij'. Bij ondiep water kan de zeebodem tijdens laagwater droog komen te staan, waardoor de kuststrook, zoals het strand, breder kan worden. In de [[De Waddenzee|Waddenzee]] zorgen drooggevallen zandplaten bij laagwater ervoor dat men kan wadlopen. | ||
Een veelvoorkomende vergissing is het verwarren van eb en laagwater. Direct na hoogwater begint eb reeds, terwijl de waterstand dan nog steeds heel hoog is; direct na laagwater is het vloed, terwijl de waterstand dan nog minimaal is. | Een veelvoorkomende vergissing is het verwarren van eb en laagwater. Direct na hoogwater begint eb reeds, terwijl de waterstand dan nog steeds heel hoog is; direct na laagwater is het vloed, terwijl de waterstand dan nog minimaal is. |
Huidige versie van 31 aug 2010 om 14:13
Eb is een getijde waarbij het zeewater afloopt, in tegenstelling tot vloed waarbij het watervlak stijgt.
Eb en vloed ontstaan onder invloed van de maan. Aan het einde van de eb periode is de waterstand minimaal: dit heet 'laagwater' of 'laagtij'. Bij ondiep water kan de zeebodem tijdens laagwater droog komen te staan, waardoor de kuststrook, zoals het strand, breder kan worden. In de Waddenzee zorgen drooggevallen zandplaten bij laagwater ervoor dat men kan wadlopen. Een veelvoorkomende vergissing is het verwarren van eb en laagwater. Direct na hoogwater begint eb reeds, terwijl de waterstand dan nog steeds heel hoog is; direct na laagwater is het vloed, terwijl de waterstand dan nog minimaal is.