Getij: verschil tussen versies
k (Eb en vloed hernoemd naar Getij) |
|
(geen verschil)
|
Versie van 31 aug 2010 om 12:48
Het getij is de beweging van eb en vloed in de zee. Het water komt regelmatig omhoog en zakt met de zelfde regelmaat weer terug. Het is een natuurverschijnsel dat vrij simpel te verklaren is. De basis van getijdenbewegingen liggen in de bewegingen van de maan om de aarde en van de aarde om de zon. Aangezien de bewegingen van deze twee hemellichamen zeer constant zijn, is het ritme van eb en vloed dat ook.
- Invloed van de maan
Het getij ontstaat door de aardrotatie en door het feit dat de aantrekkingskracht van de maan op het water op verschillende plaatsen op de aarde niet gelijk is. Door de baan van de maan om de aarde blijft de schijnbare positie van de maan ten opzichte van de zon per dag zo’n 50 minuten achter. Er zijn daardoor twee hoogwaters en twee laagwaters per ‘maan-dag’ van 24 uur en 50 minuten. De gemiddelde duur van een getijcyclus is dus geen 12 uur, maar 12 uur en 25 minuten.
- Invloed van de zon
Ook de zon heeft invloed op het getij, maar minder dan de maan, doordat hij veel verder weg staat. De invloed van de zon op het getij is ongeveer 45 % van die van de maan.
Als de zon en de maan als het ware in elkaars verlengde staan ten opzichte van de aarde, dan bundelen zij hun krachten en trekken ze samen meer water aan. Dit fenomeen wordt springtij genoemd. Het omgekeerde kan ook voorkomen. Dit gebeurt als de zon en de maan haaks op elkaar staan. Dan wordt er van twee verschillende kanten aan het water getrokken. Het gevolg is dat het water minder stijgt dan gemiddeld. Dit verschijnsel noemen we doodtij. Langs de Nederlandse kust treden springtij en doodtij overigens niet op tijdens volle maan en nieuwe maan, noch tijdens eerste kwartier en laatste kwartier, maar ongeveer twee dagen later.
- Verschillen in tijd en amplitude
De tijden waarop hoogwater en laagwater vallen op verschillende plaatsen langs de Nederlandse kust verschillen sterk. Het getij plant zich in bijna twaalf uur voort van het zuidwesten naar het noordoosten van Nederland. Ook de getijamplitude verschilt per plaats. Het tijverschil (verschil tussen hoogwater en laagwater) is het grootst in Zeeland. Vanaf dat punt neemt het in noordelijke richting geleidelijk af, tot nabij Den Helder; vanaf Den Helder neemt het in oostelijke richting weer toe.
- Bijzondere getijvormen
In het zuidwestelijk kustgebied vertoont de getijkromme spitse hoogwaters en vlakkere laagwaters, in het noordelijk kustgebied is dit juist andersom. In de buurt van Hoek van Holland zijn de laagwaters zeer vlak van vorm, en soms dubbel.
Het laagwater volgens de getijtafels is altijd het laagste punt van de voorspelde getijkromme. Soms verspringt dit van de ene dag op de volgende van het eerste minimum naar het tweede of andersom. Om de gebruiker hierop te attenderen worden in de getijtafels voor Hoek van Holland en voor enkele andere locaties sterretjes gebruikt. Iets dergelijks, maar dan juist bij hoogwater, doet zich voor bij Den Helder.
- Astronomisch getij
Het astronomisch getij is het aandeel van het getij dat wordt bepaald door de schijnbare bewegingen van de zon en de maan en enkele andere stabiele factoren, zoals de ligging van continenten. Dit is het getij dat optreedt als er geen wind en luchtdrukeffecten zijn. Daardoor kan het met redelijke nauwkeurigheid jaren vooruit worden voorspeld.