Neerhouder: verschil tussen versies
Uit ZeilersWiki
Regel 5: | Regel 5: | ||
Ook kan hiermee, soms in samenwerking met de [[overloop]], de vorm van het achterlijk bepaald worden. | Ook kan hiermee, soms in samenwerking met de [[overloop]], de vorm van het achterlijk bepaald worden. | ||
Met een strakke neerhouder, dus de giek in een hoek 90 graden of meer met de mast, is het achterlijk "gesloten" en heeft dus weinig twist. Zo houd het zeil meer wind vast als dan het achterlijk open is (dus neerhouder los). Zo wordt deze gebruikt om een optimale zeilvorm te krijgen, maar ook om wind te "lozen" , een soort eerste rif dus. | Met een strakke neerhouder, dus de giek in een hoek 90 graden of meer met de mast, is het achterlijk "gesloten" en heeft dus weinig twist. Zo houd het zeil meer wind vast als dan het achterlijk open is (dus neerhouder los). Zo wordt deze gebruikt om een optimale zeilvorm te krijgen, maar ook om wind te "lozen" , een soort eerste rif dus. | ||
+ | [[Categorie:Zeiltermen]] |
Versie van 20 aug 2010 om 10:52
Neerhouder
De neerhouder is meestal een systeem van blokken en lijnen, tussen de giek en mastvoet. Deze dienen er voor om bij druk in het zeil de giek naar beneden te houden. Ook kan hiermee, soms in samenwerking met de overloop, de vorm van het achterlijk bepaald worden. Met een strakke neerhouder, dus de giek in een hoek 90 graden of meer met de mast, is het achterlijk "gesloten" en heeft dus weinig twist. Zo houd het zeil meer wind vast als dan het achterlijk open is (dus neerhouder los). Zo wordt deze gebruikt om een optimale zeilvorm te krijgen, maar ook om wind te "lozen" , een soort eerste rif dus.