Stroming
Met de term stroming wordt het stromen van het water bedoeld als gevolg van getijde- of valbeweging.
Rivieren stromen altijd naar de zee toe. Daar waar de rivier de zee instroomt zal onder invloed van getijdebewegingen bij opkomend water soms een tegengestelde stroom staan.
Op getijdenwater (de Noordzee, Westerschelde, Waddenzee en in Zeeland), stroomt het water als gevolg van de getijdebeweging op voorspelbare tijden en stroomsterkte. Bij het plannen van een toch is het erg verstandig om rekening te houden met de stroming. In de Nederlandse wateren is een stroming van een tot twee knopen per uur gemiddeld. Stel je vaart normaalgesproken 6 knopen zonder stroom betekent dat dat je met stroom mee 8 knopen haalt, maar met stroom tegen maar 4 knopen. Met stroom mee ga je dan dus 2x zo hard als met stroom tegen!!