Golfslag

Uit ZeilersWiki
Versie door BM Sail (Overleg | bijdragen) op 4 jan 2015 om 10:53

Ga naar: navigatie, zoeken


Als wind langere tijd over een wateroppervlak strijkt, zal de wrijving of wrijvingskracht uiteindelijk golfjes gaan opbouwen. Tot op zeker hoogte mag je stellen, dat hoe meer wind er staat, hoe hoger de golven uiteindelijk zullen worden. Op open water is de uiteindelijke golfhoogte afhankelijk van een aantal factoren:

  • diepte van het water
  • de tijd waarop het windveld zijn invloed kon uitoefenen
  • de fetch, of de totale afstand aan de windzijde waarop de in richting constante wind zijn opbouwende invloed op de golven kon doen gelden. Praktijkvoorbeeld: de watersnood van 1953 was o.a. het gevolg van de betrekkelijk lange fetch op de Noordzee en Noorse Zee die ermee gepaard ging. De isobaren van de sturende depressie vormden een lange glijbaan naar de kusten van de Lage Landen. Lange tijd stond de stormachtige wind uit nagenoeg eenzelfde richting over een relatief lang traject vanuit het noordwesten. Hierdoor ontstond niet alleen een hoger waterniveau (opwaaien), maar ook hoge golven.

Met genoeg ervaring kan een schipper uit de waarnemingen van de golfhoogte een idee vormen wat betreft de uitstaande windkracht van het ogenblik (zie ook fotoreportage bij de rubriek Beaufort Schaal).

Verschil golven en deining Golven zijn het gevolg van het proces zoals hierboven beschreven. Deining zou je kunnen omschrijven als 'getransporteerde golven': een windveld op een andere locatie heeft golven aangemaakt, welke dan vervolgens doorheen het water (uiterst langzaam energie verliezend) onze kant zijn opgekomen. Je kan dus best op een mooie dag, met nauwelijks wind, geconfronteerd worden met deining. Meestal gaat deining gepaard met een lange golflengte in verhouding tot de golfhoogte. Deining kan gemakkelijk een duizendtal of meer kilometers ver weg gegenereerd zijn!