Gennaker

Uit ZeilersWiki
Versie door Goforith (Overleg | bijdragen) op 14 feb 2015 om 07:44 (Geschiedenis)

Ga naar: navigatie, zoeken

Een gennaker is een asymetrisch gesneden zeil dat lijkt op een spinnaker: van ongeveer hetzelfde materiaal, maar met een voorlijk. Een voordeel van een genaker, TOV een spinaker, is dat deze is gesneden om wind er langs te laten glijden, zoals bij een genua. Dat geeft meer lift dan een bolle spinakker, die ontworpen is om wind te vangen.

Geschiedenis

De Gennaker komt voort uit een doorontwikkeling van de halfwinder, Dikke Truus, blooper of Bolle Jan. Dit laatste zeil zit nog met leuvers op de voorstag vast en zien we niet meer zoveel. Dit komt omdat steeds meer modern getuigde zeiljachten simpelweg geen los voorstag meer hebben door de aanwezigheid van een rolfokinstallatie. Er is er geen plaats meer voor leuvers.

Opbergen en uitzetten

De Gennaker wordt soms gecombineerd met een furler. Het heeft de voorkeur hier rekening mee houden zodat de genakker geschikt is voor een furler. Een deel daarvan heeft te maken met de wijze waarop de kop van de gennaker is gemaakt. Bij een 'gewone' gennaker wordt de tophoek vrij stug uitgevoerd, zodat deze mooi openvalt. Voor een furler mag de tophoek niet al te stug zijn, omdat hij dan niet meer mooi oprolt.

Een ander hulpmiddel bij het zetten en bergen van de Genakker is de snuffer. Een snuffer is een lange hoes, die over de gennaker schuift en waarmee je het zeil kunt ontplooien als het al gehesen is en omgekeerd, invouwen terwijl het nog aan de mast hangt. Veel makkelijker dan proberen de grote genakker aan boord te krijgen. Nadeel is dat het de aanwezigheid van iemand op het voordek vereist en dat is niet altijd even makkelijk op een rollend en stampend schip.

Koersen

De genakker is effectief op koersen van voor de wind (minder goed dan een spinakker) tot halve wind, wat met een spinakker niet kan. Bij voor de windse koersen is het voor toerzeilers aanbevolen geen grootzeil te voeren in verband met het invallen van de genakker

Spiboom

Het zeil wordt meestal gevoerd zonder spinakkerboom, maar met boegspriet en vaak in combinatie met grootzeil. Op voor de windse koersen kan de Genakker worden uitgeboomd, of kan een spinakkerboom worden gezet op de halshoek.

De juiste maat van de spi-boom voor gebruik in de halshoek is de J (of SPL) maat, dit is afstand tussen mast en putting voorstag (of einde boegspriet) horizontaal gemeten over dek.

Voor het uitbomen van de genakker in de schoothoek is de lengte van de spi-boom gelijk aan het onderlijk van het uit te bomen zeil, dit is bij benadering 1,5 maal de J-maat.

Wil je de boom voor meerdere doelen gebruiken (bijvoorbeeld om ook de Genua uit te bomen en gebruik als spi-boom) dan kan een telescopische spi-boom gebruikt worden. In grote lijnen kent de telescopische spi-boom vier posities:

  • opbergpositie (kleinste maat)
  • spinaker positie, Genakker zwaar weer (klein stukje uitgeschoven)
  • genua uitboom zwaar weer, Genakker licht weer (iets verder uitgeschoven)
  • genua uitboom licht weer (geheel uitgeschoven).

Meer informatie

[ http://youtu.be/QFAzEc1UTaw Youtube ]