Koers
Met een koers wordt de richting waarheen het schip vaart ten opzichte van de wind of het noorden gemeld. Zo geven termen als "voor de wind" en "halve wind" de richting ten opzichte van de wind aan. Termen als "NoordNoordOost" of "240 graden" de richting op het kompas ten opzichte van het noorden aan.
Koersen ten opzichte van de wind
Koersen ten opzichte van de wind geven aan van welke kant de wind in de boot invalt. Er zijn de volgende koersen:
- Voor de wind
- Binnen de wind
- Ruime wind
- Bakstagwind
- Halve wind
- Aan de wind
- Hoog aan de wind
- In de wind
Hoe meer de wind aan de achterkant van de boot invalt, hoe losser de zeilen zouden moeten worden gesteld. Hoe meer van voren de wind invalt, hoe strakker de zeilen moeten worden aangetrokken.
Kompaskoersen
De koersen op een kompas worden weergegeven in graden of in windrichtingen. Er zijn 16 windrichtingen op een kompas. De 4 hoofdwindrichtingen zijn:
- Noord
- Oost
- Zuid
- West
In het midden tussen de hoofdwindrichtingen liggen de kompasstreken die worden gevormd door een samenstelling hiervan. Bijvoordbeeld: midden tussen de streken Noord en Oost ligt Noord-Oost. De kompasstreek Noord-Noord-Oost ligt vervolgens weer in het midden tussen Noord en Noord-Oost
Een preciezere aanduiding van kompaskoersen is de aanduiding in graden. Hierbij wordt de hele circel van kompas rechtsom verdeeld in 360 graden. Noord is hierbij 0 of 360 graden, Oost 90 graden, Zuid 180 graden en West 270 graden.