Gelcoat reparatie
Het zelf repareren van beschadigingen en kleine gaatjes in de gelcoat is goed mogelijk.
Stappenplan gelcoatreparatie
1. Met een dremel met een klein bolkopfreesje (doorsnede ca 3mm) de rand van het beschadigde stuk / het gaatje uitfresen zodat alle vuil, barstjes en losse schilvers weg zijn en de rand niet meer 'haaks' is (min of meer schuine randen dus). Wegfresen in ieder geval tot het onbeschadigde gelcoat. De onderliggende polyester met glasvezels zo min mogelijk raken.
2. Met een smalle strook schuurpapier 240 de randen opschuren tot ze niet meer scherp aanvoelen. Bij een putje lukt dat niet en kan deze stap achterwege blijven.
3. Met een doek met Aceton de plek vuil- en stofvrij maken. Let op: Aceton lost vrijwel alles op met uitzondering van polyester. Pas dus op met andere materialen in de buurt.
4. Bij een gaatje aan de achterzijde een tijdelijke ondersteuning maken met tape oid
5. Een ruime lik gelcoatplamuur op een glad plankje o.i.d. doen en met pigment op kleur mengen. Dit is het moeilijkste deel en moet op het oog gebeuren. Neem de hoeveelheid niet te klein, omdat een klein foutje met de hoeveelheid harder (stap 8) dan procentueel meteen een grote afwijking geeft. Zuinigheid is in dit geval niet verstandig. Meng eerst de de plamuur op kleur, daarna door het toevoegen van witte (lichter) of zwarte (donkerder) pigment de helderheid aanpassen. Werk met héle kleine hoeveelheden pigment tegelijk! TIP: probeer bij te houden welke hoeveelheden plamuur en pigment je mengt, dan heb je het 'recept' voor een volgende keer.
6. Met een spatel (de houten koffieroerstaafjes van de IKEA zijn ideaal!) een heel klein likje plamuur nabij de beschadiging aanbrengen ter controle van de kleur. Nog geen verharder gebruiken! Test-likje(s) met Aceton weer verwijderen. De kleur eventueel aanpassen door pigment bij te mengen.
7. Als je tevreden bent over de kleur de plamuur verdelen in twee delen: een deel wat direct nodig is voor de reparatie en een deel wat je kan bewaren in een potje voor een volgende keer.
8. Nu de verharder bijmengen. Op de verpakking staat de mengverhouding, dit is meestal 2% verharder. Met de relatief kleine hoeveelheden plamuur die meestal gebruikt wordt is afwegen vrijwel niet te doen zonder laboratoriumapparatuur. Het zal dus op het oog moeten. Te weinig harder heeft tot gevolg dat de gelcoat niet uithard, te veel dat de boel gaat bruisen en er luchtinsluitingen ontstaan. Het is dus een beetje een gok. Direct na het mengen de plamuur met de spatel in/op de beschadiging aanbrengen. De vulling moet net boven het omliggende oppervlak uitsteken. Maak je geen zorgen dat het nog niet glad is.
9. De reparatie direct na het aanbrengen van de filler afdekken met plastic. Dit zorgt er voor dat de plamuur goed uithard en het oppervlak niet plakkerig blijft als gevolg van blootstelling aan de lucht. Het hardingsproces is een chemische reactie en heeft geen 'lucht' nodig! Er zijn verschillende mogelijkheden om af te dekken. In principe voldoet ieder glad plastic, maar transparant plastic heeft als voordeel dat je nog kunt zien wat je doet. Je kan de plamuur door het plastic nog wat 'kneden'. Voor kleine putjes e.d. is gewone cellotape prima (gewoon er overheen plakken). Voor grotere stukken zijn transparante rappportkaftjes, oude overheadsheets e.d. prima. Let er op dat de plamuur net wat boven het omringende oppervlak blijft.
10. Na het uitharden (enkele uren tot een dag) de reparatie door schuren (achtereenvolgens korrel 240 - 400 - 600 - 1000) gelijk maken met de omgeving. Gebruik waterproof schuurpapier in smalle stroken en gebruik een klein houten blokje of stukje metaal als schuursteun. Dit voorkomt dat het oppervlak bobbelig wordt. Altijd nat schuren.
11. Na het schuren volgt het polijsten (bv met Riwax polijstpasta).
12. Als laatste, als het oppervlak helemaal glanzend en vlak is, in de was zetten en genieten van een vrijwel onzichtbare reparatie.
Opmerkingen
- De beschreven reparatie is alleen bedoeld voor reparaties aan de gelcoat. Kleine gaatjes vullen gaat ook wel. Voor grote gaten en beschadigingen van het glasvezel versterkte polyester moet je (eerst) andere technieken gebruiken om weer een sterke constructie te maken.
- Ik noem de filler 'gelcoatplamuur' omdat deze ook onder die naam verkocht wordt. In feite is het een polyester die je aanbrengt. Gebruik geen (auto)plamuur want dat is te poreus en zou er (volgens de deskundige) na een paar jaar weer af vallen. Daarnaast trekken de meeste autoplamuren ook vocht aan, iets wat je niet wilt in een polyester boot vanwege osmose. Gebruik dus altijd (gelcoat)plamuur die geschikt is voor boten.
- De beschreven methode is ook geschikt voor het repareren van scheurtjes en 'spin' beschadigingen in de gelcoat. Frees scheurtjes helemaal uit (dit vereist wat moed!) en volg verder dezelfde procedure.
- Zoals beschreven kan je de op kleur gebrachte gelcoatplamuur in een potje bewaren. Omdat er geen verharder bij zit is deze zeker enige maanden tot soms zelfs jaren nog verwerkbaar (mist koel bewaard). Handig om in het seizoen eventuele kleine beschadigingen snel te kunnen repareren.