LED techniek in het algemeen

Uit ZeilersWiki
Ga naar: navigatie, zoeken

LED symbol.png

Wat is een LED?

LED staat voor "Light Emitting Diode". Een diode die licht geeft dus, en zo gedraagt-ie zich ook.

Een gewone diode is een "éénrichting ventiel" voor electriciteit, wat de electriciteit vrijwel ongehinderd doorlaat in 1 richting. Een gewone diode geleidt nagenoeg ongehinderd in 1 richting, en spert in de andere richting. In de doorlaatrichting treedt er nog wel iets verlies op, dat is de spanningsval. Een gewone diode heeft vaak een spanningsval van 0,3 tot 0,7 volt, voor respectievelijk de duurdere Germanium en de meest voorkomende Silicium diodes. De stroom wordt niet begrensd. Als je te veel stroom door de diode stuurt of zelfs kortsluit, blaas je de diode op (en/of erger) !

Als je dus via een gewone diode, een lamp aansluit op 12 volt, staat er nog maar 11,3 volt op de lamp ; een vast verlies van 0,7 volt.

Een LED gedraagt zich precies hetzelfde, maar heeft een hogere spanningsval. Je moet een LED dus niet zien als een lampje, maar als een diode die toevallig ook nog een hoop licht geeft. De hoeveelheid licht is afhankelijk van de stroomsterkte. De stroom door een LED zal dus altijd begrensd moeten worden.

Gewone (enkele) LEDs geven altijd licht van 1 golflengte. Voor elke willekeurige kleur van de regenboog kan een 'gewone' LED gemaakt worden, maar niet wit!

Witte LEDs

Witte LEDs zijn meestal blauwe LEDs, voorzien van een fosforlaagje om een groot deel van het blauwe licht om te zetten naar langere golflengtes. Het resulterende mengsel is, afhankelijk van de kwaliteit van het fosformengsel, ongeveer wit. Coolwhite heeft een dunne bleke fosforlaag, bij warmwhite is het fosfor een wat dikker okergeel tot bijna oranje.

Er bestaan ook RGB LEDs die drie kleuren licht uitstralen en daarmee wit kunnen maken. Dat geeft echter minder fraai wit licht, omdat het nooit perfect mengt (vlekkerig, kleureffecten langs de randen) en omdat het moeilijk is om de verhouding tussen de drie kleuren precies goed te krijgen.

Aansluiten van een LED

De meeste "kant en klare" LED-lampen en LED-strips die je kan kopen, bevatten de noodzakelijke weerstanden al, of zelfs een geregeld voedinkje. Ze kunnen simpelweg Die laatste zijn niet altijd even goed van kwaliteit ; storing op radio of marifoon komt regelmatig voor. De technische details hieronder heb je dan echter niet nodig! Direct aan te sluiten, hoogstens even op de polariteit letten.

Bij aansluiten van een losse LED zijn twee parameters van belang. De stroomsterkte waar de LED voor ontworpen is, en de spanningsval over de LED. Die hangt af van het soort (materiaal) LED en de kleur. Verder nog wel op de polariteit letten, sluit een LED verkeerdom aan en hij doet niets! Voorbeelden van gangbare LEDs:

Rood 1,8-2,0 volt
Groen 3,0-3,5 volt
Blauw 3,0-3,5 volt

Wit en warmwit hebben dezelfde spanningsval als een blauwe LED, omdat het eigenlijk blauwe LEDs zijn met een laagje fosfor. Er zijn ook afwijkende types, bij twijfel even meten. Om de spanningsval te meten kun je 'm tijdelijk aansluiten via een weerstand, bijvoorbeeld 560 ohm op 12 volt voor een 20mA (of groter) LEDje.

<WORK IN PROGRESS>