Osmose

Uit ZeilersWiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Osmose is een gevreesd begrip binnen de wereld van polyester schepen. Heb je er geen last van dan bestaat het risico dat je er alsnog mee te maken krijgt, heb je er heel erg last van dan zit je met een waardeloos schip! Tijd om de feiten op een rijtje te zetten.

Wat is osmose

Wikipedia:Osmose is het proces waarbij water aan de ene zijde van een halfdoorlatende wand zich gaat verplaatsen naar de andere zijde om een zogenaamd osmotisch drukverschil op te heffen. In het geval van een schip hebben we het dan over het water waarin de boot ligt, dat op een of andere manier doordringt in de (scheeps-)huid en zich daar nestelt. Je ziet dan blaasjes of blazen op de huid verschijnen, die bij doorprikken zurig geuren. Of de biologische verklaring van de term osmose ook van toepassing is op polyester schepen is nog maar de vraag. Er is geen goede verklaring voor de vraag waarom het op sommige schepen wel ontstaat en andere niet, of de vraag waarom precies op die ene plek een blaasje is ontstaan. Het vermoeden bestaat dat het ontstaan van osmose gerelateerd is aan het productieproces van de boot zelf. De oude methode van hand lay-up lijkt redelijk ongevoelig voor osmose, de nieuwere productieprocessen (vacuüm-injectie) al helemaal. Er is een periode geweest waarin botenbouwers op zoek waren naar goedkopere manieren om polyesterlaminaat te maken en blijkbaar is in die zoektocht hier en daar wat mis gegaan. Zodra er lucht in het laminaat zit ga je namelijk problemen krijgen. Polyester is namelijk niet dampdicht, waterdamp kan er dus met mate doorheen. Heb je een luchtzakje in het laminaat zitten dan kan zich daar vocht verzamelen met alle gevolgen van dien. Hoe strakker je laminaat (geen luchtbelletje dus) des te minder kans op osmose er is.

Hoe ernstig is het

In feite betekent osmose dus dat er water binnen het laminaat is gekomen: de harslaag is dus min of meer lek. De blaas zal zich uitbreiden en je kunt je voorstellen dat er bij bevriezing (het water zet dan uit) schade kan ontstaan aan de scheepswand. Bij voortgaande osmose kan zelfs het hele laminaat uit elkaar gaan vallen (delamineren heet dat, oftewel de laagjes glasweefselmatten komen los van elkaar). De sterkte van de constructie neemt daardoor enorm af. Een enkel blaasje hier of daar is echter geen enkel probleem, mits je de tijd er aan besteedt om deze weg te werken. Schepen die rondom grote blazen vertonen kan je maar beter mijden, of je voorbereiden op een forse investering.

Reparatie

Kleine blazen zijn gemakkelijk te repareren. Schuur het opgezette deel weg tot je op het laminaat zit, afspoelen met zeep (basisch) zodat het zuur er goed uitgespoeld wordt, en laat dit goed drogen en plamuur het geheel dicht met epoxy. Kan je prima zelf doen. Grote oppervlakten worden op dezelfde manier aangepakt maar met grover materieel, men spreekt dan van het schillen van de boot. Hoewel over onderstaande meerdere theorieen de ronde doen wordt het volgende vaker geadviseerd: Na het schillen van de boot goed schoonspoelen. Laten drogen en na voldoende droging (meten met een vochtmeter!) met bijvoorbeeld epoxy een dampdichte laag opzetten. Drogen tot diep in de huid kan meerdere weken tot maanden in beslag nemen. De gelcoat wordt dan van de boot afgeschraapt en na droging opnieuw opgezet.

Preventie

Preventie kan op een paar manieren:

  1. productieproces aanpassen
  2. andere materialen gebruiken
  3. een dampdichte afsluitlaag aanbrengen

Productieproces aanpassen

De scheepsbouwers weten allang dat lucht in het laminaat een heel slecht idee is en zijn daarom andere processen gaan ontwikkelen. De grote botenbouwers maken hun rompen tegenwoordig via vacuüminjectie: laminaat wordt op een binnenmal gelegd, er wordt een buitenmal overheen geplaatst en de lucht tussen de twee mallen wordt weggezogen (vacuüm). Vervolgens laat men de ruimte die overblijft vollopen met hars, en omdat er geen lucht tussen de twee mallen zit heb je ook geen luchtbellen.

Andere materialen gebruiken

Los van de vacuüm-methode zou het natuurlijk ook handig zijn als de hars, in tegenstelling tot polyester, wél dampdicht is. Ook al zit er dan een luchtbel in je laminaat, er kan toch nooit vocht bijkomen omdat de luchtbel omsloten is door ondoordringbare hars. Een voorbeeld van niet-doorlatend materiaal is vinylester, minstens één botenbouwer gebruikt dit spul als vervanging van polyester.

Dampdichte afsluitlaag

Bovenstaande preventiemethoden zijn vooral van toepassing op nieuwe schepen, en niet relevant voor de eigenaren van bestaande schepen. Een bestaand schip kan beschermd worden tegen osmose door er een dampdichte afsluitlaag overheen te leggen. Hiervoor kun je bijvoorbeeld epoxy gebruiken, dat laat geen vocht door. Vaak doet men dit in combinatie met het schillen van de romp, er wordt dan in plaats van de gelcoat een lekkere dikke laag (0,4 tot 0,6 mm) epoxy over de huid gesmeerd. Deze methode werkt uitstekend als preventie, maar hou er rekening mee dat de laag zal slijten en dat een beschadiging van de afsluitlaag (krassen!) weer nieuwe kans op osmose geeft. Die kans is gelukkig wel heel veel kleiner dan zonder de epoxy-laag.

Controle

Als je een polyester schip op het oog hebt en een osmose-test wil doen, neem dan een plaatje hout en volg daarmee de lijn van de romp. Dan kom je er vrij snel achter of er sprake is van blaasvorming of niet (op het blote oog niet altijd even zichtbaar). Let vooral op de gebieden bij het roer, de scheg en de boeg (holle delen met een relatief dunne huid waar makkelijk vocht inloopt(bijvoorbeeld via de roerkoning van het roer)).