Rolgrootzeil

Uit ZeilersWiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Gehuurde schepen zijn vaak voorzien van een rolfok en, iets minder vaak, van een rolgrootzeil (mast of giek).

Om deze zeilen in of uit te rollen mag er geen grote spanning op staan omdat ze anders vastlopen.

Om het rol-grootzeil te zetten kun je het beste langzaam met de kop in de wind varen, zodat het schip net bestuurbaar is. Zet eerst het grootzeil, maar zet de schoot niet strak: zo vangt het zeil weinig wind en blijft je schip bestuurbaar. Houdt bij het uitrollen de lijn waarmee het grootzeil later ingerold kan worden onder lichte spanning. Bij spontaan oprollen op de reeftrommel loop je risico op over elkaar slaande slagen die erg lastig weer los te krijgen zijn. Ook kan een volledig losgelaten lijn door de toenemende snelheid aan het eind als een zweep heen en weer schieten. Na het zetten van het grootzeil komt de rolfok aan de beurt.

Bij het strijken of reven van het grootzeil gaan de handelingen in de omgekeerde volgorde: Nu eerst de genua en dan het grootzeil.

Haal eerst de winddruk uit de zeilen voordat je op begint te rollen. Dit kan door de schoot te vieren en met de kop in de wind te gaan liggen. Neem eerst de fok weg. Reef of strijk vervolgens het rol-grootzeil. Vaak is er een draairichting aangegeven, gebruik die ook anders loopt je zeil in de mast klem en dit is heel lastig weer in orde te krijgen. Bij het inrollen van het grootzeil dient de lijn die het grootzeil uittrekt, strak gehouden te worden. Anders ontstaan er plooien in het zeil in de mast waardoor het grootzeil later moeilijk uit te trekken is. Het kan zelfs vast komen te zitten. Rolreefinstallaties zijn kwetsbaar, oefen daar geen grof geweld op uit! Mocht een reeflijn breken dan rolt het zeil vanzelf helemaal uit; probeer dan het grootzeil te strijken door middel van de val en vaar desnoods rondjes om de genua op te rollen.

Bronnen: "Korte handleiding voor het zeilen", Fred Jongkees.