Sharpie

Uit ZeilersWiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Sharpie is een voormalige internationale 12 m² klasse. Lang 5,99,breed 1,41. midzwaard, dus geen ballast in een kiel en ook geen trapeze om de boel recht te houden.

Op de Olympische zeilwedstrijden van 1952 te Melbourne was de 12 m² Sharpieklasse, de tweemanszwaardboot. Olympische spelen 1956 in Melbourne. Sharpies.KZ 2 is Peter Mander(goud) KA 2 is Rolly Tasker (Zilver). Gebr. Kraan ontbraken i.v.m. Russische inval in Hongarije. In feite was dit het hoogtepunt in het bestaan van deze mooie klasse die door Ing. H. Kröger uit Warnemünde (Dld) ontworpen werd. Maar tevens begon toen het verval. De Flying Dutchman was in volle opkomst en deze moderne klasse deed geen goed aan de 12 m² Sharpie.

Omstreeks 1930 werd dit knikspantjachtje in Nederland geïntroduceerd, waar het voor sportieve jonge zeilers als een ideaal wedstrijdjacht ging gelden. In het ontwerp waren enige vrijheden, zoals voordriehoek, die al spoedig volledig uitgebuit werden. De tegenwoordige Sharpie met zijn laaggepiekte gaffel en naar beneden hangende giek lijkt heel weinig op het jacht dat wij op de oorspronkelijke tekening met zeilplan zien.

Op de trim van de Sharpie is men vrijwel uitgestudeerd, bezien in het raam van de klassevoorschriften en de mogelijkheden. Bij normale wind wordt de mast naar voren gevaren, met stijve wanten.

De genua heeft een voorlijk dat ongeveer even lang is als het achterlijk, een gelijkbenige driehoek dus. Dat is noodzakelijk. Omdat de mast naar voren staat, en dit volgt weer uit het feit, dat de giek zo sterk naar beneden hangt. Bovendien zou door het in zijn totaal bredere grootzeil het schiep bij een achterlijke stand van de mast veel te loefgierig zijn. De fokkeschoten zijn in de regel van dik katoentouw, waarop de bemanning een ferme greep heeft. Bij harde wind wordt een ander grootzeil en andere genua gezet en kan ook de mast meer naar achteren gevaren worden. De genua heeft dan een langer voorlijk. De fok/genua werd zo strak gehesen dat je daardoor de wanten op spanning trok. Voorstag hing er dan nutteloos naast te bungelen en een prachtig strak voorlijk van de fok/genua. Op de Sharpie was een mogelijkheid om de piekeval tijdens varen snel te kunnen bijstellen. De piekeval vieren was de beste manier om met veel wind effectief aan de wind te zeilen. In die periode was een overloop op de grootschoot en een giekneerhouder nog niet toegestaan.

Bronnen:

  • "Alles over zeilen" door Lex Pranger, uitgegeven door L.J. Veen’s Uitgeversmij N.V. Amsterdam, 1961.
  • Forum discussies