Zeiltrim: verschil tussen versies
(→Balans in de boot) |
(→Zeiltrim voor meer wind) |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 10: | Regel 10: | ||
==Zeiltrim voor weinig wind== | ==Zeiltrim voor weinig wind== | ||
− | Wanneer het niet zo hard waait zal je merken dat de boot zonder helling vaart en de snelheid | + | Wanneer het niet zo hard waait zal je merken dat de boot zonder helling vaart en de snelheid laag is. Je kan dan de zeilen boller maken waardoor er meer druk in de zeilen komt. De boot zal waarschijnlijk iets meer gaan hellen en de snelheid zal wat oplopen. De boot vaart ook comfortabeler want met meer druk in de zeilen is de boot meer geneigd op één kant te blijven varen en minder te schommelen. Vooral bij weinig wind met een redelijke zeegang kan dit voor veel verbetering zorgen. |
==Zeiltrim voor meer wind== | ==Zeiltrim voor meer wind== | ||
Regel 16: | Regel 16: | ||
Er is ook een maar aan dit verhaal, er zijn namelijk genoeg situaties waarin je juist de boot wat minder schuin zou willen laten varen dus dan biedt extra bolling geen verbetering van de situatie. In deze gevallen moet je juist het tegenovergestelde doen; namelijk de bolling verminderen. Dit zorgt ervoor dat er minder druk in de zeilen komt waardoor de boot minder helt en het water niet meer door de gangboorden naar achter komt. | Er is ook een maar aan dit verhaal, er zijn namelijk genoeg situaties waarin je juist de boot wat minder schuin zou willen laten varen dus dan biedt extra bolling geen verbetering van de situatie. In deze gevallen moet je juist het tegenovergestelde doen; namelijk de bolling verminderen. Dit zorgt ervoor dat er minder druk in de zeilen komt waardoor de boot minder helt en het water niet meer door de gangboorden naar achter komt. | ||
− | De bolling van de zeilen regel je o.a. met de onderlijkstrekker (in het Engels wordt dit Outhaul genoemd). De onderlijkstrekker komt uit het eind van de giek en zit daar vast aan het zeil. Je kunt op die manier het hele zeil naar achteren trekken. In figuur 1 is aan de linkerkant te zien hoe het zeil van boven eruit ziet met de onderlijkstrekker los, en aan de rechterkant met de onderlijkstrekker strak. Met een rolgrootzeil is het echter een iets ander verhaal omdat de onderlijkstrekker dezelfde lijn is als de lijn waarmee je het grootzeil ontrolt. In dat geval zul je, na het grootzeil volledig uitgerold te hebben, de onderlijkstrekker weer wat moeten laten vieren om meer bolling te krijgen. | + | De bolling van de zeilen regel je o.a. met de onderlijkstrekker (in het Engels wordt dit Outhaul genoemd). De onderlijkstrekker komt uit het eind van de giek en zit daar vast aan het zeil. Je kunt op die manier het hele zeil naar achteren trekken. In figuur 1 is aan de linkerkant te zien hoe het zeil van boven eruit ziet met de onderlijkstrekker los, en aan de rechterkant met de onderlijkstrekker strak. Met een [[rolgrootzeil]] is het echter een iets ander verhaal omdat de onderlijkstrekker dezelfde lijn is als de lijn waarmee je het grootzeil ontrolt. In dat geval zul je, na het grootzeil volledig uitgerold te hebben, de onderlijkstrekker weer wat moeten laten vieren om meer bolling te krijgen. |
==Balans in de boot== | ==Balans in de boot== |
Huidige versie van 1 mrt 2015 om 11:54
Zeiltrim is een van de meest interessante aspecten van zeilen. Het kan ervoor zorgen dat een schip bestuurbaar blijft in sterke wind, het zorgt ervoor dat de snelheid naar believen aangepast kan worden en ook de loef- of lijgierigheid van een schip kan sterk veranderd worden.
Inhoud
Werking van zeilen
Zeilen zijn de motor van je boot. De zeilen bestaan vrijwel altijd uit een grootzeil en een fok/genua. Door de zeilen goed af te trimmen kan je ervoor zorgen dat de boot comfortabeler vaart wat prettiger is voor iedereen aan boord. Bijkomend voordeel is vaak dat je ook nog eens sneller gaat waardoor je sneller bij je bestemming aankomt. Het zeil werkt als een vleugel; door drukverschil aan beide kanten van het zeil ontstaat er een voorwaarts gerichte kracht. Hoe boller het zeil is, hoe meer drukverschil oftewel voorwaartse kracht er gecreëerd wordt. De snelheid van de boot wordt dus voor het grootste deel bepaald door de druk in de zeilen.
Twist
In het verticale vlak van het zeil verschillen de windsnelheden (boven in het zeil waait het harder dan onder in het zeil). Dat betekent dus feitelijk dat het kan zijn dat boven in het zeil een andere zeilstand gewenst is dan onder in het zeil. Door een bepaalde draaiing aan het zeil te geven, de zgn twist, kunnen dan beide delen van het zeil goed getrimd worden.
Zeiltrim voor weinig wind
Wanneer het niet zo hard waait zal je merken dat de boot zonder helling vaart en de snelheid laag is. Je kan dan de zeilen boller maken waardoor er meer druk in de zeilen komt. De boot zal waarschijnlijk iets meer gaan hellen en de snelheid zal wat oplopen. De boot vaart ook comfortabeler want met meer druk in de zeilen is de boot meer geneigd op één kant te blijven varen en minder te schommelen. Vooral bij weinig wind met een redelijke zeegang kan dit voor veel verbetering zorgen.
Zeiltrim voor meer wind
Er is ook een maar aan dit verhaal, er zijn namelijk genoeg situaties waarin je juist de boot wat minder schuin zou willen laten varen dus dan biedt extra bolling geen verbetering van de situatie. In deze gevallen moet je juist het tegenovergestelde doen; namelijk de bolling verminderen. Dit zorgt ervoor dat er minder druk in de zeilen komt waardoor de boot minder helt en het water niet meer door de gangboorden naar achter komt.
De bolling van de zeilen regel je o.a. met de onderlijkstrekker (in het Engels wordt dit Outhaul genoemd). De onderlijkstrekker komt uit het eind van de giek en zit daar vast aan het zeil. Je kunt op die manier het hele zeil naar achteren trekken. In figuur 1 is aan de linkerkant te zien hoe het zeil van boven eruit ziet met de onderlijkstrekker los, en aan de rechterkant met de onderlijkstrekker strak. Met een rolgrootzeil is het echter een iets ander verhaal omdat de onderlijkstrekker dezelfde lijn is als de lijn waarmee je het grootzeil ontrolt. In dat geval zul je, na het grootzeil volledig uitgerold te hebben, de onderlijkstrekker weer wat moeten laten vieren om meer bolling te krijgen.
Balans in de boot
De beide zeilen hebben een verschillende invloed op de boot; het grootzeil laat de boot oploeven en de genua de boot afvallen. De kunst hierbij is de zeilen zo te trimmen dat je eigenlijk niet hoeft te sturen. Want wat veel mensen zich niet realiseren is dat als de boot heel schuin gaat, hij automatisch wil oploeven wat gecorrigeerd moet worden met een stuurbeweging om in een rechte lijn te blijven varen. Juist deze stuurbeweging is datgene wat voorkomen moet worden omdat het roer de grootste rem is die een boot heeft. Het kan dus zo zijn dat je harder gaat terwijl je minder druk in de zeilen hebt, puur omdat je niet zoveel hoeft tegen te sturen en het roer niet dwars onder je boot staat.
Reven
Als het vlak maken van de zeilen nog steeds geen nut heeft kan je ook gaan reven. Dit houdt in dat je het zeiloppervlak gaat verminderen om minder druk in je zeilen te krijgen en dus minder schuin gaat. Denk er hierbij aan dat de boot in balans moet blijven. Voor goede zeileigenschappen zorg je ervoor dat de verhouding grootzeil/fok ongeveer gelijk blijft.
Hulpmiddelen om de zeilen te trimmen
- Cunninghamhole
- Halstalie
- Neerhouder
- Gewicht
- Onderlijkstrekker
- Reven
- Overloop
- Schoten
- Vallen
- Stagen
- Telltales
- Kraanlijn
- Zeilkeuze
- Leioog
Trimconfiguraties
Zeiltrim per zeil
Dit artikel is een beginnetje. U wordt uitgenodigd op bewerken te klikken om uw kennis aan dit artikel toe te voegen. |