Gennakertrim: verschil tussen versies

Uit ZeilersWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het meest effectieve windbereik van de gennaker ligt tussen 150° en 60° (schijnbare windrichting). Het bereik ligt bij weinig wind (8-10 knopen, t/m windkracht 3) ro...')
 
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Het meest effectieve windbereik van de gennaker ligt tussen 150° en 60° (schijnbare windrichting). Het bereik ligt bij weinig wind (8-10 knopen, t/m windkracht 3) rond de 85-90 graden, wat inhoudt dat je met weinig wind zelfs iets aan de wind kan varen. Misschien kan het nog hoger, maar dan heb ik zelf het gevoel dat ik meer ga verlijeren. Bij harde wind (>15 knopen, vanaf 4) wordt het bereik minder, en gaat het steeds meer richting 140/150/160 graden
+
Het meest effectieve windbereik van de gennaker ligt grofweg tussen 150° en 70° ([[wind|schijnbare wind]]).  
  
Op koersen tussen 60° en halve wind kan de halstalie/ halslijn zover worden aangetrokken dat de halshoek net vrij staat van de preekstoel.
+
Het bereik ligt bij weinig wind (8-10 knopen, t/m windkracht 3) rond de 70-80 graden. Misschien kan het nog hoger, maar dan neemt het [[verlijeren]] toe. Bij harde wind (>15 knopen, vanaf 4) wordt het bereik minder, en gaat het steeds meer richting 140/150/160 graden
Er staat nu een behoorlijke spanning op het voorlijk van de genaker, de bolling ligt duidelijk voor het midden en het achterlijk staat open. Vier de schoot zover dat het voorlijk begint om te krullen en trim de schoot vervolgens iets bij. Hoe meer spanning je op je vallen zet, deste boller hij zal worden, 1 slag meer of minder op de lier doet echt wonderen.
 
  
Naarmate de koers ruimer wordt kan de halstalie meer worden gevierd. De bolling komt meer in het midden te liggen, het geprojecteerde oppervlak van de gennaker wordt groter.
+
Op koersen tussen 80° en halve wind kan de halstalie/ halslijn zover worden aangetrokken dat de [[halshoek]] net vrij staat van de [[preekstoel]].
 +
Er staat nu een behoorlijke spanning op het voorlijk van de genaker, de bolling ligt duidelijk voor het midden en het achterlijk staat open. Vier de [[schoten|schoot]] zover dat het [[voorlijk]] begint om te krullen en trim de schoot vervolgens iets bij. Hoe meer spanning je op je vallen zet, des te boller hij zal worden, 1 slag meer of minder op de lier doet echt wonderen.
  
Op echt ruime koersen is het beter om de schootvoering d.m.v. een barber-voorziening of een extra blok op de voetrail naar voren te brengen, het zeil staat daardoor rustiger.
+
Naarmate de koers ruimer wordt kan de [[halstalie]] meer worden gevierd. De bolling komt meer in het midden te liggen, het geprojecteerde oppervlak van de gennaker wordt groter.
  
Voor de windse koersen zijn voor de gennaker niet de meest efficiënte; 'afkruisen' is rustiger, comfortabeler en vrijwel altijd sneller.
+
Op echt [[ruime wind|ruime koers]]en is het beter om de schootvoering d.m.v. een barber-voorziening of een extra blok op de voetrail naar voren te brengen, het zeil staat daardoor rustiger.
Als de koers zo ruim wordt dat de gennaker door de windschaduw van het grootzeil onrustig wordt is het doorgaans beter om het grootzeil te strijken óf, op langere trajecten, de gennaker als spinnaker op een boom gevaren worden.
+
 
 +
[[Voor de wind]]se koersen zijn voor de gennaker niet de meest efficiënte; [[afkruisen]] is rustiger, comfortabeler en vrijwel altijd sneller.
 +
Als de koers zo ruim wordt dat de gennaker door de windschaduw van het [[grootzeil]] onrustig wordt is het doorgaans beter om het grootzeil te [[strijken]] óf, op langere trajecten, de gennaker als spinnaker op een boom te varen.

Huidige versie van 18 jan 2015 om 09:11

Het meest effectieve windbereik van de gennaker ligt grofweg tussen 150° en 70° (schijnbare wind).

Het bereik ligt bij weinig wind (8-10 knopen, t/m windkracht 3) rond de 70-80 graden. Misschien kan het nog hoger, maar dan neemt het verlijeren toe. Bij harde wind (>15 knopen, vanaf 4) wordt het bereik minder, en gaat het steeds meer richting 140/150/160 graden

Op koersen tussen 80° en halve wind kan de halstalie/ halslijn zover worden aangetrokken dat de halshoek net vrij staat van de preekstoel. Er staat nu een behoorlijke spanning op het voorlijk van de genaker, de bolling ligt duidelijk voor het midden en het achterlijk staat open. Vier de schoot zover dat het voorlijk begint om te krullen en trim de schoot vervolgens iets bij. Hoe meer spanning je op je vallen zet, des te boller hij zal worden, 1 slag meer of minder op de lier doet echt wonderen.

Naarmate de koers ruimer wordt kan de halstalie meer worden gevierd. De bolling komt meer in het midden te liggen, het geprojecteerde oppervlak van de gennaker wordt groter.

Op echt ruime koersen is het beter om de schootvoering d.m.v. een barber-voorziening of een extra blok op de voetrail naar voren te brengen, het zeil staat daardoor rustiger.

Voor de windse koersen zijn voor de gennaker niet de meest efficiënte; afkruisen is rustiger, comfortabeler en vrijwel altijd sneller. Als de koers zo ruim wordt dat de gennaker door de windschaduw van het grootzeil onrustig wordt is het doorgaans beter om het grootzeil te strijken óf, op langere trajecten, de gennaker als spinnaker op een boom te varen.