Basisbeginselen
In dit gedeelte van de Zeilerswiki worden de basisbeginselen van het zeilen uitgelegd. Waarom gaat een boot vooruit en hoe je bepaalde manoevres uit kan voeren.
Inhoud
Voortstuwing van een zeilboot
Een zeilboot gaat vooruit met behulp van de wind en zeilen. De wind drukt in de zeilen en duwt hiermee de boot vooruit. Dit verklaart waarom je altijd met de wind mee kunt zeilen. (voor de wind). Maar een zeilboot gaat ook vooruit als de wind van de zijkant komt of zelfs schuin van voren. Dat is mogelijk omdat het zeil bol loopt. De lucht die er vanaf de mast langsstroomt, wordt verdeeld en een gedeelte ervan stroomt langs de voorkant van het zeil, het andere gedeelte langs de achterkant. Door de bolling in het zeil moet de lucht aan de achterkant van het zeil een langere weg afleggen dan aan de voorkant en zal dus sneller gaan. Hierdoor ontstaat aan die achterkant van het zeil een onderdruk en komt er een kracht op het zeil te staan die de boot schuin vooruit duwt.
Deze kracht, ook wel vector genoemd, kan je ontleden in een kracht recht voor uit en een kracht recht naar de zijkant. Deze krachten staan haaks op elkaar.
De verschillende koersen
- Voor de wind
- Binnen de wind
- Ruime wind
- Bakstagwind
- Halve wind
- Aan de wind
- Hoog aan de wind
- In de wind
Koersverandering ten opzichte van de wind
Trimmen van de zeilen
Met het trimmen van de zeilen wordt bedoeld: de zeilen in die stand zetten dat de boot het beste vaart. De juiste zeiltrim is afhankelijk van vele factoren en kan beinvloed worden door veel attributen. Het gaat hier dan ook te ver om op alle mogelijkheden in detail in te gaan. Over het algemeen kan je zeggen dat zowel de fok en het grootzeil altijd zo los mogelijk moeten, totdat het voorlijk van het zeil gaat terugbollen, ook wel killen genoemd.
Meer mogelijkheden over het trimmen van de zeilen vind je in het artikel over zeiltrim.