Charlotte's belevenissen
Dag
De dag begon voor anker bij Baiona met een kop korreltjeskoffie en het binnenhalen van droog geflapperde was. Het werd een dag die in mijn geheugen gegrift zal blijven staan. Die eindigde in Nederland.
‘Laten we naar Moaña knallen! Aan de wind, hup de zee op. En dan, vlak voor Islas Cíes en na die rotspartij terug Ria de Vigo in.’ Paul wrijft verheugd in zijn handen en steekt zijn wijsvinger op. ‘We hoeven maar één keer overstag. Grootzeil op, fok erbij. De hele mikmak.’ En ik, die zelfs beren op zee ziet, en weet dat het straks harder waait dan weerkaarten aangeven, heb er zin in.
‘Hij staat!’ Ik vlieg terug van mast naar de kuip om het laatste beetje grootzeil omhoog te lieren. ‘Val maar af!’ Quelinda ontvangt moeder natuur met open armen en glijdt gewillig naar comfortabele helling. ‘Fok uit, schoot aan.’ De telltales goedkeurend naar achteren gericht. Al snel neemt de wind toe van 15 naar 25 knopen. Opgejaagd duikt ze nu door de windgolven. Water spuit over het voordek. Ik voel trillingen op de kuipbank. ‘Over het randje Paul.’
‘Je hebt gelijk. Net te veel roerdruk, net te veel helling. We draaien de fok een stukje in.’
‘Dat is beter.’ Tevreden schuif ik onderuit, voel de warme wind in mijn gezicht en houd de geelzwarte markering in de gaten tot het zover is. ‘De kardinaal is achterlijker dan dwars.’
‘Dan kunnen we overstag. Klaar om te wenden?’
‘Ja!’
‘Ree!’
Deze vlucht boeken Charlotte?
Ik hef mijn glas. ‘Saludos! Dat was me wat. Van stil voor anker naar actiestand. Niet wetende hoe de zee zal zijn en de wind zich gedraagt. Zal dat ooit overgaan?’
‘Wat bedoel je lief?’
‘Nou, dat ik dat opstarten spannend blijf vinden.’
‘Proost trouwens. Ik denk dat…’
De telefoon gaat. Mijn zus. ‘We krijgen pap niet te pakken en rijden er nu heen. Blijf je stand-by?’
‘Ja, ik ben hier.’ Ze hangt gauw weer op. Instinctief voel ik dat het mis is. In gedachte volg ik de route naar zijn huis. Ze moet er nu bijna zijn.
Weer de telefoon. ‘Het is niet goed Charlotte. Hij ligt op bed. Leeft nog.’ Ze hakkelt verder. Ik begrijp meteen hoe akelig het aantreffen van pap voor haar moet zijn. De ambulance is er. Ik blijf erbij op speaker. De verpleegkundigen reageren bezorgd en mijn zus roept fel dat hij niet gereanimeerd wil worden. Mijn maag trekt samen. Man, wat voel ik me machteloos. Ik hang hier aan de lijn, maar ben mijlenver weg. Paul stoot me aan en fluistert in mijn oor. ‘Deze vlucht boeken Charlotte?’ Ik knik.
Niet veel later zitten we in een telefoongesprek met de neuroloog. De hersenbloeding blijkt zo massaal dat behandeling geen optie is. Pap gaat dood.
‘Ik begrijp dat u in Spanje bent en morgen naar Nederland komt mevrouw. Wilt u dat uw vader nog leeft als u er bent?’
‘Alsjeblieft. Niet verlengen voor mij. Laat hem gaan. Laat hem gaan. Ik kom er zo snel mogelijk aan.’
Leef je leven
Ik word wakker van een duwtje tegen mijn hoofd. Na een hals over kop vertrek van ankerplaats naar vliegveld ben ik ingedut tegen de schouder van een aardige Portugees. Normaal zou ik me geschaamd hebben. Nu verontschuldig ik me alleen. ‘Captain crew, prepare for landing’. Galmt het door de cabinespeaker. Eindelijk. Ik ben in Nederland.
Een appje popt op. Pap leeft nog. Zou ik dan toch nog op tijd zijn?
Ik geef mijn vriendin voor de ziekenhuisingang een dikke knuffel en ren naar kamer 14. Daar ligt hij. Op zijn zij. Ver weg. Ik loop naar mijn zus, pak haar beet. Samen huilen we. Dan pap. Ik geef een kus. Veeg bezwete haren uit zijn gezicht. Zijn huid gloeit. Zijn lichaam strijdt. ‘Ik ben hier. Bij jou.’ We waken, huilen, lachen, vertellen. De hele nacht, de volgende ochtend. En dan stopt het zachtjes. Dag lieve pap.
Wat nou als? Wat als er iets zou gebeuren met onze dierbaren. Voordat we op wereldreis gingen, was dit onderwerp van gesprek. En wisten we het zeker. We wilden in de mogelijkheid zijn om hoe dan ook naar Nederland te reizen. De angst om te laat te komen blijft, en de kans reëel, maar het weerhoudt ons niet om deze reis te maken. Integendeel. Notabene mijn vader zei: ‘Leef je eigen leven. Laat niemand dat voor je bepalen, of er beslag op leggen.’ En als het je dan toch overkomt, hoe dankbaar ben je dan met alle steun en hulp van familie, vrienden, de haven en de zeilers community? Ontroerend gewoon.
Of het moeilijk is om weer terug te zijn? Ons avontuur te hervatten? Natuurlijk voel ik de fysieke afstand opnieuw meer dan ooit. Maar aan boord ben ik thuis en voel ik me opnieuw gesterkt in de beslissing die we genomen hebben, leef je leven nu. Want Time flies (Vaya Con Dios, 1992).
Charlotte's zeilwereld? Mooi! Niet altijd rozegeur en manenschijn.
Gewoon zoals het leven is. Elke maand deelt ze haar belevenissen
(zoals ze al deed in haar draadje en nu op de voorpagina)
In de zomer van 2022 is Charlotte samen met Paul en
SV Quelinda vertrokken voor een wereldreis.