Eerst even een referentie: hoe hoort een stel zeilen erop te staan, ongeveer.
hier de Maxfun35 ABNAMRO. Let op de diepte van de bolling en de plaats ervan als percentage van de breedte van het zeil.
Bij deze boot (erg snel) zijn de zeilen natuurlijk platter dan bij een wat langzamer modelletje zoals de Jouet Sheriff.... Maar toch, de diepte lijkt hier minder dan 10% van de breedte (de koorde), en de bolling zit een klein beetje voor het midden (40 a 45% van voren). Zo hoort dat op een moderne snelle boot.
Natuurlijk kijken we hier niet recht van onderen langs het zeil omhoog, dus de werkelijke diepte zal wat meer zijn dan het hier lijkt.
NB klikken op (elke) foto geeft een scherpere en grotere versie.
Dan naar de Jouet Sheriff uit 1969....
De fok, opgehangen met 4 kg gewicht erin, om de wind te simuleren.
Die 4 kg is minder dan de winddruk op 1 m2 zeil.... maar wel alles op 1 plek.
het ziet er wel erg beroerd uit....
Misschien is dit toch niet de goede manier om te testen.
Dan maar zonder gewicht. Dat lijkt er meer op.
Aan de ingetekende rode lijnen langs de trimstreep is goed de positie en diepte van de bolling te zien.
Dat lijkt allemaal mee te vallen, diepte iets voor het midden, en maar 9%, niet slecht voor een 30 jaar oud zeil.
Ook interessant: geen twist in het zeil, de horizontale rode lijnen zijn bijna evenwijdig.
Het zeil hangt bij de tophoek (ver weg) en de schoothoek (rechts) aan 2 veer-unsters. Daarmee is gemeten hoe hard er aan getrokken wordt, en zo kunnen we na de behandeling op dezelfde manier er even hard aan trekken, voor de vergelijkbaarheid.
De unster aan de tophoek staat hier op 6 kg (60 N), die aan de schoothoek op 2 kg.
Dat is veel minder dan wat de val normaal aan de tophoek trekt! Schoothoek idem.
Het doek is zeker niet 'op'; het is nog best sterk en het voelt nog wat 'stijf' aan voor een zeil van 1969 (toen ik nog met katoenen zeilen voer....) . Wel zijn hier en daar de stikseltjes vergaan, losse zoompjes hier en daar.
Het voorlijk hangt wat door, net als in het echt op de boot....
Echt zeilen is toch de beste test. Dan heb je gelijkmatige druk van de wind in het zeil, en heb je voorstag-doorhang en mastbuiging. Ook kun je aan alle trimtouwtje trekken.
De fok op de boot: eerst even kijken hoe ver de voorstag doorhangt, die doorhang geeft extra bolling in het zeil. Niet gering, die doorhang, de wanten en voorstag staan nogal losjes.
De doorhang naar opzij:
De doorhang naar achteren:
De fok, met de val niet al te strak, ongetrimd dus eigenlijk. Een paar dingen vallen op:
- de diepte is met winddruk erin geen 9% maar 15% geworden.
- de bolling zit onderin wel op een redelijke plaats, maar midden en bovenin véél te ver naar achteren.
- het zeil twist wat open, zie hoe de rode lijnen niet evenwijdig meer zijn.
De doorhangende voorstag maakt de bolling dieper dan nodig, maar dat laten we even zo, om bij de test na de conditioneringsbehandeling een vergelijkbare situatie te hebben.
Dus de val maar wat verder doorzetten. Geen lier in de buurt, de aloude groenteboerenknoop weer eens toegepast. Dat helpt: de bolling komt naar voren maar wordt niet minder, logisch met meer spanning op de val. Het blijft een erg diep zeiltje.
Nog maar wat meer spanning op de val, nadat het zeil een kwartiertje heeft kunnen rekken onder een windje van 4 a 5B.
Verbazend hoe dat zeiltje van 2 foto's terug ineens best fraai staat. Bedenk dat het van 1969 is! Er is wel erg veel spanning op de val nodig om het model erin te krijgen, de ouderdom zullen we maar zeggen. Een nieuw zeil staat al zo zonder enige valspanning.
De spanning op de val is hier geschat op zeker 100 kg: een 1-op 3 takel (de groenteboerenknoop) strak gezet door er met 1 voet vol op te gaan staan (met minstens mijn halve gewicht). Dus zeker 10 tot 15 maal meer dan bij de statische test met de unster. Ook de schootspanning is veel hoger: maximaal op de hand over de lier, en dan weer vol de wind erin. Zomaar 50 tot 80 kg of meer, ipv de 2 kg bij de statische test.
Dan het grootzeil.
Eerst maar eens uithangen, Geen gewicht erin, dat geeft een ietsje verkeerde indruk ;-)
De dieptes van de bolling lijken niet tegen te vallen.....
Maar de positie, pakweg 15% van de mast af (linkerkant) , is wel erg ver vooraan, zeker onderin het zeil.
Maar als je vanaf het achterlijk langs een trimstreep kijkt wordt je minder vrolijk....
Het achterlijk is erg uitgerekt en uitgelubberd, er zit een complete vouw in!
Dat is ook goed te zien als je van de top langs het achterlijk naar de schoothoek kijkt!
Onder het zeilen zal blijken dat dit achterlijk de hele tijd staat te klapperen.
Het grootzeil op de boot, met windje 4 a 5B erin.
Nog ongetrimd, alleen gehesen.
Wat valt op:
- ineens 18% diepte tegen 13% bij het ophangen. 18% is erg, erg diep.... 'n bol zeil!
- de bolling zit niet op een verkeerde plek! Beter dan bij het uithangen!
- over de hoogte van het zeil blijft de bolling ook nog eens op dezelfde plek, veel beter dan bij de fok.
- het achterlijk is uitgelubberd, dat was al goed te zien bij het uithangen.
Al met al een diep maar verbazend goed staand zeiltje, gegeven de 31 jaar!!!
Dan maar eens wat trimmen: eerst het onderlijk maar strakker, om de onderkant vlakker te krijgen. Niet veel effect, het zeil blijft overal bol, hooguit verschuift de bolling wat naar achteren. De 1 op 3 takel op het onderlijk geeft in ieder geval zeker 10 maal meer spanning dan de unster bij het uithangen.
Het laatste redmiddel voor het vlak maken: een geimproviseerde Cunninghamhole door het oog van het eerste rif. Dit is een 1 op 2 takel, met vol gewicht van Rob onder spanning gezet. Zal dus ook zomaar 100 kg zijn, ipv de 10 kg bij de unster....
Het effect:
- toch wel een stukje minder bolling
- en ook wat meer naar voren gekomen.
- het achterlijk blijft er beroerd bij staan.
Conclusies:
- verbazend hoe een 31 jaar oud stel zeilen er toch nog enigszins redelijk uit kan zien
- beide zeilen zijn wel erg bol geworden
- beide hebben een uitgerekt, klapperend (sabelende) achterlijk, heel erg bij het grootzeil
- dat achterlijk en die diepe bolling zijn rek-problemen die interessant zijn voor een recondition-experiment!
- meten met de wind erin levert toch een flink ander plaatje dan ophangen
- en meten met gewicht erin (steen, water, etc), ach laat maar.
De trotse eigenaar: