In de volgorde "levensbelangrijk" tot "goed om weten"
1. Als je Wemeldinge buitenvaart, en je gaat richting Yerseke of Tholen, let op bij het kruisen van het Brabants vaarwater, dit is de vaargeul voor de beroepsvaart die in-uit het kanaal van Wemeldinge moet. Dit is de hoofdgeul, zij heeft voorrang op de rest van de Oosterschelde. Wees niet beschaamd om post Wemeldinge op te roepen om te vragen of er in- of uitvaart is. Die binnenschepen gaan harder dan je denkt. Bij twijfel: wacht gewoon af, passeer langs achteren.
Post Wemeldinge geeft een weerbericht op elk uur +15min
2. Stroming is het hardst in de nauwe delen: vaargeulen als de kop van de zandbank boven zit, tussen de brugpeilers. Negeer de stroming niet, zeker niet bij springtij.
Wind tegen tij geeft een venijnige golfslag, het keren van het tij kan zeer snel een oncomfortabele rit geven. Kats en Wemeldinge zijn de moeilijkste havens om aan te varen bij dwarstij.Neem twee achter elkaar liggende punten op de kant en hou ze op een lijn, om juist in te sturen. Blijf in het begin in de vaargeulen, bij inkomend tij mag je al eens een hoekje afsnijden, bij uitgaand tij riskeer je een paar uur te mogen zandkastelen bouwen.
3. Er staat aan de W-kant van de Oosterscheldebrug altijd een beaufortje meer wind dan op het Zoommeer (de O-kant van de brug).
4. De Oosterscheldebrug heeft in de twee richtingen een digitaal bord met de doorvaarthoogte.
5. Er liggen op bepaalde plaatsen meerboeien (op kaart 1805 aangeduid met "RWS") waar je kan overnachten.