Drift correctie
De VPP output (of ORC polars...) gebruikt bij performance berekeningen gaan uit van de vrije ware wind op 10 m hoogte en zijn inclusief drift. Een extreem voorbeeld:
- Indien je boeg zeer scherp aan de wind steekt, maar je drift is een extreme 20 graden, dan dien je volgens het VPP dus de (hogere) snelheid te varen die bij die veel lagere koers hoort
- Met "ware vrije wind" bedoel ik de wind op 10 m hoogte, gemeten buiten de invloed van de zeilen. Dat is lastig te meten: in de praktijk bevindt de meting zich aan boord en kan invloed van o.a. upwash hebben.
- Deze upwash zorgt ervoor dat de stroming in het voorlijk van je voorzeil ruimer invalt dan die zou doen ten opzichtte van de vrije wind. De windrichting die je meet is dan ook te ruim: volgens je polar "mag" je de (lagere) snelheid varen die bij die nauwere windhoek hoort
Het drift en upwash effect werken elkaar dus tegen: de mate waarin is niet te voorspellen en hangt van de boot, de condities en plaatsing van de windsensor af. Los daarvan is het géén goed idee om slechts één van deze effecten te compenseren; het andere effect geef je dan de kans om harder door te werken.
Drift kun je direct meten (=het verschil tussen de kompaskoers en grondkoers op stilstaand water), maar ook schatten. Deze schatting mag je wél gebruiken op stromend water en wordt in ieder geval door de B&G, Ockam en Sailmon performance computers gebruikt:
LEEWAY = K * HEEL / BSP2
"K" is hierbij een empirische factor die tussen 10 en 14 schijnt te liggen (zo stellen deze fabrikanten). Voor een toerjacht met diepe kiel wordt "12" aangeraden. In de teller van de formule staat iets wat een relatie heeft met de dwarskracht op de kiel, terwijl in de noemer iets staat waarmee de lift van deze kiel evenredig is (met het kwadraat van de stromingssnelheid langs dit profiel...)
In de PolarPlot software is het idee geweest om wanneer mogelijk, dus op stilstaand water, de drift
meting te gebruiken. Gedachte was dat HDG (van een goed kompas) en COG (van een moderne, snelle GPS) voldoende nauwkeurig zouden zijn en beter dan een empirische schatting. Er zou dan op bovenstaande schattingsformule terug gevallen kunnen worden in getijdewater. Daartoe is eerder een toggle geïmplementeerd in deze PP software.
Een tijdje terug heeft Gregor de nodige data verzameld. Zijn tocht was op stilstaand water en data is elke seconde gelogged: wat je ziet is het stuk van de tocht tussen ~12:00 en ~15:30. Aangezien de tabellen in PP nog leeg waren tijdens deze tocht, is de output off-line berekend in Excel.
Onderstaande plot geeft het resultaat van ijking van het log:
Het stuk vanaf 3 knopen is mooi lineair nu, helemaal als je beschouwd dat er ook met flinke helling gevaren is. Bij lagere snelheden gaat het minder goed, maar daar is ook nauwelijks data verzameld. Dat maakt voor nu niet uit want de gevaren snelheden liggen ruim boven 3 knopen. Dit betekent dat voor de verdere analyses zowel SOG als BSP gebruikt mogen worden.
Idee is dus om de volgens beide methoden bepaalde drift te vergelijken. Hieronder het verloop van de TWS, de helling en gevaren snelheden:
Er zit behoorlijk wat spreiding in de data: hellingshoeken van "bijna rechtop" to iets boven 20 graden (ik geloof dat er ook nog gereefd is...), TWS variaties tussen 9 en 15 knopen en snelheidsvariaties tussen 4 en 7.5 knopen.
Dit betekent dat de teller en noemer in de schatting
LEEWAY = K * HEEL / BSP2 behoorlijk op hun donder hebben gekregen. BSP^2 heeft bv gevarieerd tussen 16 en meer dan 56...
Hieronder beide drift bepalingen vergeleken:
Concluderend:
- Tijdens het eerste deel (ruime wind tot de gijp) volgen de trends elkaar redelijk; de meting is echter behoorlijk ruisig. Dat kán met filtering temaken hebben, echter een sterkere filtering maakt het resultaat ook weer trager (denk niet dat dat een probleem is)
- In het stuk "opkruisen" geven beide methodes dezelfde trend (variaties...) aan, echter de meting geeft een niet verklaarbare offset. Alsof de drift over de ene boeg groter zou zijn dan over de andere. Kan dit een hellingsfout in het kompas zijn? Waarom is dit dan niet symmetrisch voor beide boegen?
- In het stuk tussen 4000-5000, direct na de gijp, keert de drift niet van teken om. De helling doet dit wél en als gevolg daarvan de schatting óók. Ik kan niet verklaren waardoor de meting hier de mist in gaat.
- Tijdens de eerste BB slag van het opkruisen (vanaf 5000) vind ik de schatting veel consistenter (irt de volgende slagen) dan de meting. Ook is (al genoemd...) de schatting mooi symmetrisch, terwijl de meting een 2x zo hoge drift denkt te meten over de SB boeg
- K=12 lijkt goed te kloppen voor Gregor's boot (Dehler 36 JV)
Op basis hiervan: waarom niet altijd de methode
LEEWAY = K * HEEL / BSP2 gebruiken?? Wanneer voegt die andere methode iets toe?
@Gregor: dank voor je inspanningen zover! Hoop dat je veel aan PP gaat hebben - en ben ook blij dat je deze winter gewoon door blijft varen