Gewoon zoals je het wellicht ooit op een zeilschool hebt geleerd!
Dus: de standaard en meest veilige methode is gewoon bovenwinds van je aanlegplek strijken, voor top en takel er naartoe dobberen en afmeren. Afhankelijk van je ervaring neem je daar meer of minder ruimte voor en als je ver weg van je aanlegplek strijkt dan kun je nog even een genua of fok bijzetten om wat tempo te maken. Die haal je wel weg voordat je gaat opdraaien naar je ligplaats toe.
Voor wat betreft de keuze van de boeg waarover je uiteindelijk aan de wal gaat liggen: als je aanlegt aan een lagerwal waar de windrichting een hoek mee maakt kun je er het beste voor kiezen om voor de wal op te draaien (je loeft dan dus op en ligt uiteindelijk ongeveer aan de wind langs de kant). Als je de andere kant kiest lig je ruime wind en zul je meer moeite moeten doen of af te stoppen. Als je een box invaart kun je afstoppen met een anker, of voor de box opdraaien en achteruit voor top en takel erin dobberen.
Je /kunt/ natuurlijk ook met een gehesen grootzeil zo'n manouvre doen als de windrichting een hoek maakt van 45 graden of minder met je wal. In feite leg je dan op hogerwal aan op een imaginaire steiger die haaks op de wal staat. Maar zo'n manouvre is een stuk risicovoller en als je de windrichting verkeert inschat, te vroeg stilligt en naar een onhandige plek verlijert of er iets anders onverwachts gebeurd heb je mogelijk een probleem.
Ik raad iedereen altijd aan om dit soort dingen gewoon regelmatig te doen. Als je je er niet zeker bij voelt start je de motor wel maar gebruik je hem gewoon niet, behalve als het niet lukt. Dan worden dit soort manouvres je vanzelf wel eigen. En als iedereen dit zou doen krijgt de KNRM wellicht wat minder meldingen binnen van zeiljachten met motorstoring die hulp nodig hebben om een haven aan te lopen

.
Roel.