Wat Bas zegt slaat volgens mij niet op een romp als de HR34 heeft: die vorm is, ongeacht gewicht, niet geschikt om te glijden. Dat die romp lichter is dan die van de Bav zal te maken hebben met dat de romp van de Bav forser is: hoger, van achter breder en “meer” opbouw. Gewoon meer m2 laminaat denk ik. Bij mij in de haven ligt er een: echt een enorm bakbeest voor haar lengte. Zal er straks een foto van maken.
Veel van die moderne, platte taartvormrompen, al of niet met snel uitziende (en vast ook wel effectieve) knikken in het vrijhoord halen niet hun potentie doordat er teveel in gebouwd is, waardoor deze te zwaar zijn om “los te trekken”
Ik heb zelf eerder een boot met (nog vrij gematigde) “platte romp” gevaren. Deze was getekend voor de Bénéteau Figaro en daar geleverd met (naast kiel) waterballast en de romp zo leeg mogelijk: geen zwaar houten tour-interieur maar open met wat sandwich panelen en een paar pijpkooien.
Diezelfde romp is later helemaal grijs gemodificeerd voor oa de First 31.7 en drie of vier tour-Beneteau’s. Die van mij had een volwaardig houten interieur, grote brandstoftank, grote watertank, grote boiler, overbemeten motor, oven, gasinstallatie, kachel etc. Nog los van een gigantische bakskist die uitnodigt om gevuld te worden. Dat houdt zo’n romp wel in het water, waardoor de ooit bedoelde eigenschappen verborgen blijven onder een laag “vet”.
Zelfs een licht (de slimme niet de zwakke variant) gebouwde marginaal uitgerustte Pogo vaart anders met een volledige vakantieuitrusting aan boord.