In de eerste plaats is er verschil tussen de rompsnelheid overschrijden, en planeren. Planeren is gedefinieerd als een situatie waarbij een aanmerkelijk deel van de opwaartse kracht niet van waterverplaatsing maar van hydrodynamische lift komt. Voor de meeste boten kom je daar pas als je heel ruim over de rompsnelheid heen bent. Een scherpe grens is het niet.
Ook de rompsnelheid is geen scherpe grens, maar wordt gewoonlijk zo ergens bij een Froudegetal Fr = 0.45 gelegd. Daarbij is Fr = 0.164 V/sqrt(L), met V de snelheid in knopen, en L de waterlijnlengte in m. Als jouw boot een Lwl=5.60m heeft, is de rompsnelheid ca. 6.6 kn. Richting die snelheid neemt de weerstand sterk toe, en gewoonlijk zul je dus op een wat lagere maximum snelheid blijven hangen, zoals je zelf al noemt.
Een varend schip maakt een stelsel van golven in verschillende richtingen. Divergerende, die schuin van de romp weglopen, en transversale, met kammen dwars op de vaarrichting, die je vooral langs de waterlijn en achter de boot ziet. Voor de weerstand zijn de transversale golven het belangrijkste. Bij rompsnelheid is de lengte van de transversale golven net wat groter dan de waterlijnlengte: een dikke golf onder de boeg, een lang golfdal langs de waterlijn, en een hoge golftop net achter de romp. Daarbij trimt de boot ook achterover. Je noemt het ‘boeg omhoog’ maar het is vast ‘hek omlaag’ en dat is geen gewenste eigenschap... Hydrodynamische lift hoeft nog nauwelijks een rol te spelen.
Kom je over de rompsnelheid heen, dan worden de transversale golven langer, de hekgolftop komt dus verder achter de boot en wordt geleidelijk lager, de weerstand neemt niet meer zo snel toe met de snelheid. Dus ben je er eenmaal overheen, dan kan dat meteen een stuk meer snelheid geven. De meeste zeilers noemen dit planeren, ook al is het dat misschien nog niet volgens bovengenoemde definitie.
Hoeveel voortstuwende kracht er nodig is om over de rompsnelheid te komen, hangt vooral af van of er veel transversale golven gemaakt worden. Een brede en diepe romp doet dat veel meer dan een slanke en lichte. Bij een strandcatamaran zul je nauwelijks transversale golven zien en de verhoogde weerstand bij rompsnelheid is er nauwelijks. Mijn eigen trimaran heeft een (wel merkbare) rompsnelheid rond de 7.5 kn maar er is weinig nodig om daar overheen te gaan. Ik schat zo in dat jouw boot hele flinke golven maakt bij rompsnelheid. Om onder zeil, zonder te surfen, te planeren geef ik je niet zoveel kans eerlijk gezegd, sorry. Maar als je hard genoeg duwt kan er veel.