Wadloper schreef :
Of er nu wel of niet nog veel toerboten zijn die een ballastpercentage van 50% of meer hebben, vind ik minder interessant dan het antwoord op de vragen die je wegknipt en daarmee onbeantwoord laat.
Bij deze dan, ik zie trouwens maar 1 vraag, de rest zijn opmerkingen
Wadloper schreef :
Laat ik het even over een andere boeg gooien.
Wat is het voordeel van een dergelijk hoog ballastpercentage? We kunnen constateren dat er onder de meer recente boten weinig meer te vinden zijn die een dergelijk hoog ballastpercentage (50% of meer) hebben.
Het voordeel zal evident zijn, het gewichtszwaartepunt gaat er van naar beneden waardoor het richtendmoment groter word en waardoor je dus met meer zeil kan varen. Daarnaast word de stabiliteitscurve er sterk door beinvloed waardoor je dus een veiligere boot (kan) krijgen.
Met een diepgang van 1.40 tot 1.50 op een breedte van 2,33 (Speakhugger) en 2,93 (Egythene 23, breedte op de waterlijn is aanzienlijn minder, maar niet kleiner dan die van de Speakhugger, denk ik)) is een kenterhoek van pakweg 120 graden met veel minder ballast haalbaar.
130 graden is het wettelijke minimum tegenwoordig voor alles wat kleiner is als (schrijf ik nu uit mijn hoofd) 50 ton, en dan lineair aflopend naar 90 graden bij 120 ton. 130 is dus wat je moet proberen te halen. Hoe breeder de boot hoe moelijker dat is. Ga je over een lengte breedte verhouding van 1:3.5 dan ga je een effectieve kenterhoek verbetering al niet meer redden met ballast aandeel alleen, zelfs niet als je richting de 80% ballast zou gaan. Het enige wat je daar nog aan kan verbeteren is de dekranden afronden en een dekhuis erop met een redelijk groot volume. Juist kleinere boten gaan al snel naar een grotere lengte-breedte verhouding toe.
Zeiloppervlak van de Speakhugger is 15 - 20 % meer dan dat van Egythene maar het ballastpercentage is dat ook.
Zoals ik al eerder schreef zegt het ballast percentage niets over de zeileigenschappen. Als de speakhuger het als binnenballast zou hebben is het minder effectief dan de helft van die heoveelheid op volle diepte met een leuk bulbkieltje. Zeiloppervlakte daarnetegen zegt wel een hoop, vooral met lichtweer: hoe meer zeil hoe beter, daar is geen bovengrens aan.
Met name de rompvorm van de Speakhugger (net te breed op de waterlijn en waarschijnlijk niet te harde kimmen) is een rompvorm die aan wind best wat helling kan verdragen zonder aan snelheid of comfort in te boeten. Wat anders dan een moderne breedkont, die je liefst zoveel mogelijk rechtop houdt.
Waarom dan toch zo'n hoog ballastpercentage?
Nogmaals, ballast perentage zegt niets en zou dus geen criteria kunnen zijn om zeileigenschappen of veiligheid te beoordelen. De vorm van de kimmen zegt ook niets over het kunnen verdragen van helling. We hebben al eens een draad van vele pagina's lang gehad waarbij jij maar vol bleef houden dat je aan de vorm van een grootspant de zeileigenschappen kunt afleiden. Zo te lezen heb je dat idee nog steeds niet laten varen. Of een boot vertrimt onder helling word niet bepaald door de vorm van de kim maar door de vervorming van het onderwaterschip onder helling. Die is onder andere afhankelijk van de vorm van de waterlijn, de contour van het gangboord en de contour van de laterale vorm van de hartlijn van de boot.