Mijn ouders waren echte landrotten. Hun grootste prestatie op maritiem gebied was een oversteek met de pont bij Schoonhoven.
Op mijn tiende verjaardag (in 1966) kreeg ik van mijn grote broer een zelfgebouwd schaalmodel van een Lark, schaal 1:10. Het ding kon echt zeilen met een door Moeders genaaid zeil uit een geel gordijn. Ik heb er veel mee gespeeld rond een slootje in Den Haag. Helaas geen foto van.
Toen ik een jaar of 13 was wilden mijn ouders wel eens zònder koters op vakantie. Ik werd naar Friesland gestuurd voor twee weken zeilkamp. Het moest wel vertrouwd zijn, dus via het LCGJ, gereformeerd dus. Eerst een week bij Wijnstra’s watersport in Uitwellingerga (nog met de beruchte stalen zeilbootjes met vaste buiskap), aansluitend bij Krekt oer ’t Wetter, toen nog in de oude accommodatie.
Ik vond het leuk en bleef elk jaar naar een zeilkamp gaan. Toen ik 18 werd kon ik schipper worden bij het LCGJ, wat ik een jaar of 6 of 7 heb gedaan: Oudega, IJlst, Krekt, trekkamp (met de Eben Haezer als moederschip), platbodemkamp, Balk (de Ûlepanne).
In Delft in 1976 lid geworden van een klein studentenclubje met een botter, de Trui BU130. Al gauw was ik ook daarop schipper. Jarenlang heel veel mee gevaren, ook de Visserijdagen van Workum.
Ik huurde een kamer bij een particulier (ik kende hem van het LCGJ) die een oude ijzeren Yerseker hoogaars had. Ook mee geschipperd. Ik vind zo gauw geen foto.
In diezelfde periode werd Wijnstra’s Watersportbedrijf overgenomen door de volgende generatie, Albert en Wytske Wijnstra. Zij moderniseerden de accommodatie en vloot (met de zelfontworpen en zelfgebouwde Welling) en wilden er een zeilschool van maken. Samen met mijn kamerverhuurder en nog enkele LCGJ-ers heb ik het zeilschoolgebeuren opgezet. Daarbij hoorde het behalen van het ZI-diploma.
Enkele jaren lang zeilde ik voor de zeilkampen, de zeilschool, de botter en de hoogaars. Bovendien kocht ik samen met een vriendin een dikke tjalk, althans, het casco ervan. Voor de studie bleef dus geen tijd meer over.
Tot op heden zet mijn maritieme carrière door. Vaak ingevallen op zeilcharterschepen, gezeild met mijn eigen tjalk, de museumhaven Oude Haven in Rotterdam mee opgezet en daar gewerkt, mijn eigen scheepswerf gekocht in Koudum, beroepsmatig gevaren met mijn eigen grote sleep/duwboot en als kaptein op dagpassagiersschepen, als schipper op andere sleepboten en als aflosser op allerlei binnenvaartschepen.
Op dit moment heb ik een vlootje van een plastic notendopje, een Belgische vlieger met katoenen emmerzeil, een ex RWS-peilvlet en een schuifboot.
En dat is allemaal begonnen met een zeilkampje in Friesland.
Wim.