RAB test aan boord van Bagheera gedurende de zomer van 2018.
Voor deze test heb ik 4x RAB80 gekregen van forumlid Sunday en tweemaal 28x20 Antal-RAB’s van forumlid Holtere.
Test opstelling;
Beide typen blokken zijn gebruikt als lei-oog en als keerblok. In het geval van het lei-oog heb ik ze gebruikt op een slede van Ronstan waar normaal een schijf van 120mm doorsnede op zit met torlon naaldlagers om de 80mm as en eveneens torlon kogellagers om axiale weerstand te verminderen tussen de rvs-wangen. De geschatte maximale belasting is 3000kg op de lijn, en door de omkeerhoek ongeveer 3300 kg op het blok zelf. Aan Stuurboord heb ik het blok van Holtere gebruikt en aan Bakboord het blok van Sunday. Deze opstelling is aan zware schokbelastingen onderhevig wanneer het zeil gehesen wordt of tijdens overstag gaan.
Het keerblok dat vervangen is was een Lewmar blok met een aluminium schijf van 100mm, het wordt gebruikt helemaal achterop nabij de spiegel als keerblok voor de genua schoot wanneer de spinakerboom gebruikt wordt om de genua/High Aspect uit te bomen. De geschatte schootspanning is 2000kg en met een omkeerhoek van bijna 180 graden resulteert dat in een spanning op het blok van 4000 kg. Hier eveneens een blok van Holtere aan Stuurboord en een blok van Sunday aan Bakboord. Zowel de genua schoten als de schoten van de stagfok zijn 12mm hoogwaardig dyneema met een zo kort mogelijke lengte om onnodige rek en dus 'zagen' te voorkomen. De boot is voorzien van een midden kuip waardoor de schootlieren relatief dichtbij de lei-ogen staan.
Duur en omstandigheden van de test:
Gedurende een periode van iets meer dan 5 maanden zijn beide opstellingen gebruikt wanneer dat nodig was. We zijn van Sitka naar Kiska gezeild en weer terug. Met een totaal afgelegde afstand van ongeveer 6500 mijl. Gemiddeld eens per twee weken hadden we windkracht acht of negen en tot driemaal toe windsnelheden van kracht tien met uitschieters naar twaalf. Deze sterke winden waren meestal van relatief korte duur, maar zorgden voor hogere belastingen op de blokken. We zijn niet ten zuiden van 51⁰ 20 NB geweest dus inwerking van UV is relatief minimaal geweest. Minimaal 30% van de 5 maanden was het mistig of zwaarbewolkt. Ongeveer 35% van de dagen was zonnig. De helft van de tijd hebben we in 10 knopen wind of minder gevaren.
De Aleoeten staan bekend als de zuidelijke oceaan van het noorden vanwege de gemiddelde hoge windsnelheden en het veranderlijke weer waarbij de ene depressie naar de andere overtrekt. De meeste ankerplekken hebben maar zeer beperkte beschutting met winden die zwaar versterkt worden door de steile bergen en vrijwel altijd rolt er een deining van de Beringzee of de Noord Pacific Oceaan. We werden dus vaak gedwongen om weer uit te varen als het weer slechter werd.
De blokken van Holtere.
Eerste opmerking: ze zijn te glanzend! En daardoor moeilijk te fotograferen (dit schrijf ik met een knipoog).
Het eerste blok dat als lei-oog fungeerde ging na 2700 mijl kapot. Op dat moment was het regelmatig blootgesteld aan ernstige schokbelasting en was het veelvuldig aan de wind gebruikt met de high Aspect erop, resulterend in de hoogste werkbelastingen. Gedurende de 2700 mijl heb ik het blok veelvuldig visueel geïnspecteerd en geen schade of schavielen kunnen constateren. Gedurende een nachtwacht in het donker met ongeveer 35 knopen wind over dek met vlagen van een dikke 40 knopen, voer ik aan de wind met een gereefde stagfok door het blok gevoerd. Met een daverende knal die de hele boot deed schudden is het blok uit elkaar gespat en van zowel de schijf als de behuizing heb ik niets meer terug kunnen vinden. De loop was gebroken en zat met één kant nog aan de lei-oog kar vast. In de loop zaten enkele diep ingevreten koolstofvezels. Het is mij niet bekend of de loop mogelijk doorgeschavield is op een scherpe koolstof rand, of dat de loop te zwaar belast is geweest en met grote kracht door het oog getrokken. Helaas is dat ook niet meer na te gaan.
Het tweede blok wat als keerblok achterop gebruikt is, is aan hogere krachten blootgesteld geweest, maar die is wel heel gebleven, doch is wel gekraakt op een van de koolstof wangen. Hieronder een serie foto’s die laat zien waar de schade is opgetreden:
In de twee rood omcirkelde delen zie je de haarscheurtjes in de hars. Het lijkt erop dat de koolstofvezels nog heel zijn en dat er sprake is van delaminatie in plaats van breuk. De wangen van het blok zijn overduidelijk door de optredende krachten naar binnen gedrukt en geknakt. De wangen van het blok voelen redelijk flexibel aan, flexibeler dan ik van koolstof gewend ben. Mogelijk is er een te laag vezelpercentage gebruikt of een niet helemaal juiste mengverhouding van de hars? (dit is puur speculatie van mijn kant). Mogelijk ook UV degradatie? Heb je er een UV-beschermer op gezet?
Een tweede foto van hetzelfde blok. De witte strepen in het gat waar de loop doorheen gaat zijn ook delaminatie, de verschillende lagen koolstof zijn daar gescheiden geraakt van elkaar. Aan de rechterkant zie je dat enkele losgekomen vezels naar buiten steken.
Derde foto van hetzelfde blok met enkele haarscheurtjes zichtbaar op de hoek. Visueel zeg ik dat de haarscheurtjes precies op de lagen koolstof liggen en dat er sprake is van delaminatie in plaats van daadwerkelijk breuk van de vezels.
De vierde en laatste foto. Op de hoek wederom de haarscheurtjes. De cirkel aan de binnenkant van de wang laat zien waar de oppervlakte redelijk sterk verkleurd is, dat is beschadigde hars. De koolstofvezels eronder lijken nog intact.
Mijn voorzichtige conclusie aan de hand van slechts dit ene blok en alleen gebaseerd op wat ik op deze foto’s kan zien (in het echt is het beter te zien):
De loop creëert te veel inwaartse kracht wanneer het blok zwaar belast word. Dit zou mogelijk verminderd kunnen worden door het gat waar de loop doorheen gaat naar beneden toe te vergroten waardoor er minder belasting op de wangen komt en de loop onder een gunstigere hoek opgespannen wordt. Ter illustratie de onderstaande foto. In geel aangegeven waar ik gevoelsmatig het gat zou maken om belasting op de wangen te verminderen:
Laatste observatie: gevoelsmatig zeg ik dat ik harder aan de lier moest werken met dit blok in vergelijking met het naald gelagerde lei-oog blok van Ronstan wat normaliter in gebruik is. Met het enkelschijfsblok van Lewmar heb ik gevoelsmatig geen verschil in weerstand ervaren. Dit zijn echter gevoelswaarden die ik niet in de praktijk heb kunnen meten. Met het inhalen van de schoot als de spinnaker boom in de HA-fok gaat bouwt de schootspanning geleidelijk op van bijna niets tot 2000 kg op de schoot of 4000kg op het blok. Gedurende die spanningsopbouw haal ik ongeveer 6 tot 6,5 meter schoot binnen in ongeveer 40 seconden. Over 6.5 meter maakt de schijf ongeveer 74 omwentelingen. Over die 40 seconden is dat dus gelijk aan 111 omwentelingen per minuut. Diverse malen heb ik mijn hand op het blok gelegd en geconstateerd dat er warmteontwikkeling heeft plaatsgevonden. Echter zodanig laag dat ik me daar geen zorgen om maak. Hoe dit echter zou zijn als je een langere afstand moet binnen halen heb ik niet kunnen testen met een dergelijke belasting op het blok.