Jewan, leuk dat je even terugkoppelt.
Ik neem aan dat je met klapzwaard zijzwaard bedoelt. Als het zijzwaard tijdens het varen niet naar beneden blijft, functioneert het niet en kan je hem evengoed weglaten. Het is de bedoeling dat het schip tegen het zwaard aan verlijert, en dat het zwaard zo blijft zitten. Een zwaard zou niet geballast hoeven zijn om in het water te blijven.
Er is wel een aantal factoren die e.e.a. kunnen verbeteren:
- Laat het zwaard op het juiste moment vallen. Zakt het te vroeg, dan komt het zwaard weer boven voordat de romp er tegenaan gaat "leunen"; laat je het te laat zakken, dan valt het niet diep genoeg omdat de verlijering van de romp juist teveel weerstand tiussen romp en zwaard geeft.
- Profiel van het zwaard. Veel zwaarden zijn aan de romp-zijde wat bol, en aan de buitenzijde plat of zelfs enigszins hol (vroeger hoorde je vaak dat er een puts water in de holle zijde van een zwaard moet blijven staan; de zwaarden van recenter ontwerp zijn minder hol, of zelfs vlak). Dit vleugelprofiel zorgt ervoor dat het zwaard naar loef, dus naar de boot toe beweegt.
- Het toespoor (de hoek tussen zwaard en lengte-as van het schip) moet kloppen, anders kan het zwaard gaan uitgieren, zelfs als alles wat hierboven staat klopt. Het toespoor kan je vergroten door de kabbellat (strijkklamp)naar achter toe breder te laten uitlopen. Op google vind je wel wat plaatjes.
- De zwaardbout in de zwaardkop moet lager zitten dan de hartlijn van het zwaard, dan zwaait het zwaard bij het vallen wat verder door:
Wie weet helpt bovenstaande om e.e.a. nog wat verder te verbeteren. Succes!