Charlotte's belevenissen
Blaren
Met mijn hand wrijf ik over de harde antifouling. Ik stop. ‘Wat is dit nou?’ Met mijn wijsvinger druk ik op een bobbel welke weer terugveert. Ik kijk Paul aan. ‘Had jij dat gezien?’
‘Nee.’
Ik tuur langs de immense romp. Quelinda is een paar dagen geleden uit het water getakeld en schoongespoten. Vanavond na het werk en een patatje in de auto verder, zouden we haar goed van onder bekijken en alvast de afsluiters opmeten. Dat staat naast de romp polijsten en nieuwe antifouling aanbrengen op de planning deze winter. Appeltje eitje zo lijkt…
Jeetje! Dat zal toch niet.
Ik kijk nog eens en voel er veel meer. ‘Wat zijn dat?’
‘Blaasjes.’
Als twee Sherlocks inspecteren we de rest van de romp en blijven op macrostand stilstaan bij de zoveelste bobbel. Honderden zijn het er. ‘Waar komen die nou vandaag?’ Zeg ik.
‘Door lucht? Het was in elk geval niet bij de keuring.’ Reageert Paul.
Intussen heeft mijn hand de digitale encyclopedie in mijn broekzak gevonden. Ik tik blazen en antifouling in en kom al gauw iets afschrikwekkends tegen. Jeetje! Dat zal toch niet, denk ik. Ik selecteer afbeeldingen en zie foto’s die er hetzelfde uitzien als Quelinda’s romp. ‘Osmose staat hier’. Wat een schrikbeeld. Openspattende kraters en glasvezeldraden zijn de overtreffende trap.
‘Nee, dat geloof ik niet.’ Paul wuift mijn paniek weg.
‘Als je het openkrabt en het ruikt naar azijn dan is het niet goed.’ Lees ik bezorgd.
Paul wrijft er eentje open en ruikt aan de inhoud. Hij haalt zijn schouders op. ‘Niks bijzonders en eronder is het vlak’.
Wat ruik je dan?
‘Gewoon. Water.’
‘Ja, maar jij ruikt niet goed.’ Prevel ik wantrouwend. Echt, mijn reukvermogen is zo goed als van een varken op zoek naar truffels. ‘Laat mij eens.’
‘Dat is zo, doe jij het maar.’
Ik kerf in de volgende. Met een knikkerbeweging schuif ik een doorzichtig druppeltje op de zijkant van mijn vinger en wrijf er met mijn duim over. ‘Het is niet vet, dat is ook goed’. Ik steek mijn neus erin. Ik weet het niet. Is dat nou zuur of nog joppiesaus van het patatje van net. Ik herhaal de proef met nu zeker te weten schone handen en knik gerustgesteld. ‘Geen azijnlucht.’
‘Zie je wel. Niks aan de hand. Het komt echt niet vanachter de gelcoat. Er is gewoon iets niet goed gegaan met aanbrengen van de verf. Niet goed ontvet, te warm, zoiets.’
Als ik er nog enkele heb onderworpen aan dezelfde proef ben ik enigszins gerust. Paul is alweer met de volgende stap bezig. ‘We zullen alles kaal moeten halen voordat er weer nieuwe aangroei werende verf op kan. Enigszins opgejaagd door onze planning en deze nieuwe situatie zucht Paul dat dit ons vier weken extra werk kost.
Ik haal mijn schouders op. ‘Gaat het niet altijd zo met boten en onverwachtse verrassingen?’
Het begint al te schemeren als ik van de rolsteiger spring en voldaan afgekrabde verfresten van mijn broek klop.
Ik steek mijn armen de lucht in en rek me uit. Net spaghetti, alle kracht is eruit na een eerste dag krabben. Een blaar in het rimpelkuiltje tussen duim en wijsvinger gaat mee terug naar huis. We zijn op weg naar vierenveertig vierkante meter egaal onderwaterschip. Die kluslijst is nooit klaar weet ik inmiddels, maar telkens zijn we beter uitgerust dan daarvoor.
Charlotte's zeilwereld? Mooi! Niet altijd rozegeur en manenschijn.
Gewoon zoals het leven is. Elke maand deelt ze haar belevenissen
(zoals ze al deed in haar draadje en nu op de voorpagina)
In het voorjaar van 2022 vertrekt Charlotte samen met Paul en
SV Quelinda voor een wereldreis.