iGrf schreef :
Nu de vragen :
- Kan je in de Biesbosh een beetje zeilen ?
of lukt dat enkel op de grotere rivieren (merwede amer enz ?)
We hebben maar een knoop of 6 wind nodig om onze rompsnelheid te halen dus een paar bomen in de weg rond het water is niet zo'n probleem.
- Als je niet kan zeilen, mag je dan een motor gebruiken of is het een natuurgebied waar enkel electro/fluister motoren mogen gebruikt worden ?
Meer algemene info over waar we zeker wel/niet moeten komen of andere tips zijn natuurlijk ook altijd welkom.
Met vijftig cm diepgang is varen in de Biesbos een echt feest.
Met name in de weekenden kan het op sommige plekken tamelijk druk zijn, maar met een bootje dat slechts 50 cm steekt, kun je al op veel plekken komen waar de gemiddelde motorkruiser vastloopt.
Zeilen kan zonder meer op de bredere geulen, zoals de Gaten van de Vissen, het Gat van de Noorderklip, de Reugt en de Spijkerboor, hoewel je op de Spijkerboor bij ZW tot NW-wind al snel last hebt van luwtes. Ook de route van de gaten van de Vissen naar de Spieringsluis kan met wind uit Z tot ZW prima op de zeilen worden gedaan. Buiten de genoemde geulen is het al snel afgelopen met het zeilen. Sinds de griendcultuur is verdwenen worden de wilgenbossen niet meer om de drie jaar gehakt en zijn de wilgen overal zo hoog opgeschoten dat in de smalle geulen in de Biesbos nauwelijks meer kan worden gezeild.
De keerzijde daarvan is dat je op veel plekken in het hart van de Biesbos heel beschut ligt, waardoor het er op winderige, niet al te warme dagen nog steeds prettig toeven is.
Motoren mag overal behalve in de kreken die op de ANWB-kaart geel of roze zijn. Die kaart is, zoals al gemeld door PvdW, tamelijk onbetrouwbaar voor wat betreft de aangegeven dieptes. Met name in de omgeving van de Lange Plaat (Gat van de Slek, Keesjes Killeke) is het vaak dieper dan op de kaart staat. Op een beperkt aantal plekken is het ondieper dan de kaart aangeeft.
Leuke plekken waar je in het wild kan en mag aanleggen zijn de NW-hoek en de ZO-kant van de Lange Plaat en het doodlopende noordelijke uiteinde van het Gat van de Plomp, aan de oostkant van de Turfzak. Op beide plekken kun je op de wal nog een aardige wandeling maken.
Behalve op plekken waar een hard walletje is, meer je in de Biesbos meestal met landvasten vanaf de boeg naar een paar meerpennen op de wal of naar bomen, als die voorhanden zijn, en een anker achter; met de boeg naar wal gericht dus. Op de twee plekken die ik noemde zijn geen meerpalen. Een paar meerpennen en een flinke hamer zou ik dus altijd meenemen. Gezien je diepgang zijn er heel veel plekken waar je met de boeg in de wal kan komen of misschien zelfs langzij kunt meren. Met een paar meerpennen maak je daar je eigen ligplaats.
Andere leuke plekken zijn de Deeneplaat (het haventje àchter de grotere insteekhaven die je vanaf het water kan zien; zie de kaart) het doodlopende gaatje aan de NW kant van de Dood en de aanlegplaatsen aan het Noordergat van de Plomp. Ook op die plekken kun je aardig wandelen, zodat je ook vanaf de wal een indruk van de Biesbos kan krijgen. Dichter bij een oerwoud kom je in Nederland eigenlijk niet..
Als je toch eenmaal in de Brabantse Biesbos bent, is het ook wel de moeite waar om via de Spieringsluis de Nieuwe Merwede (ook landschappelijk mooi zeilwater, trouwens) over te steken en door de Ottersluis even naar de Sliedrechtse Biesbos te gaan. Veel kleiner dan de Brabantse Biesbos, maar hier is nog een ongeveer een meter tijverschil (aan de Brabantse kant is dat pakweg 30 cm) waardoor het meer herinnert aan de Biesbos zoals die was voor de afsluitng van het Haringvliet. Dit is nog een echt zoetwatergetijdengebied.
Al met al moet je makkelijk een week zoek kunnen brengen, zonder je te vervelen.
--
stegman