Watersportverbond bezorgd over nieuw peilbesluit Reeuwijkse Plassen
Het Watersportverbond heeft bij het Hoogheemraadschap Rijnland haar zorg geuit over het voorgenomen peilbesluit voor de Reeuwijkse Plassen. Volgens de nieuwe plannen van het Hoogheemraadschap wordt het veengebied in de toekomst meer en meer gebruikt als waterbuffer. Vanuit het standpunt van waterveiligheid en de beschikbaarheid van voldoende en schoon water een begrijpelijke maatregel. Maar ingrijpen in een dergelijk gebied moet volgens het Watersportverbond worden heroverwogen. Het natuurlijk evenwicht tussen land (lees veen), water en de daarbij behorende flora en fauna kan mogelijk ernstig worden verstoord.
Het gevolg van het meer flexibele waterpeil in de Reeuwijkse Plassen is dat het veen incidenteel droger en incidenteel natter wordt. Er komt een nieuwe laag schoon helder water op het veen te staan. Dat heeft als gevolg dat door het toevoegen van gebiedsvreemde stoffen via dit nieuwe water nieuwe flora en fauna zich in dit gebied kan ontwikkelen. En juist op dit punt trekt het Watersportverbond aan de bel.
Toevoegen van nieuw water kan namelijk een risico met zich meebrengen. Denk daarbij aan de groei van gebiedsvreemde waterplanten, die enerzijds het evenwicht van huidige flora kunnen verstoren en anderzijds ook schade kunnen veroorzaken voor de waterrecreatie.
Veiligheid
Op de ondiepe Kralingse Plas, de Randmeren, het IJmeer, Markermeer, Hoornsche Hop en ander open water en meren is al gebleken dat waterplanten door menselijk ingrijpen in de zomerperiode explosief kunnen groeien. In deze warme maanden kunnen deze waterplanten hele bedden van groene soep vormen en een bedreiging vormen voor de nautische- en zwemveiligheid. Schepen van diverse aard en omvang lopen vast, en lopen schade aan schroef of motor op. Zwemmers raken verstrikt in dit wier en lopen onnodig de kans op een verdrinkingsdood.
Compenseren
Bedrijven in de waterrecreatie liggend aan genoemde wateren verliezen klanten en dreigen nu zelfs naar de rechter te gaan om overheden te dwingen maatregelen te nemen hen te compenseren in de economische schade die zij ondervinden van deze waterplantengroei.
Deze bedrijven worden mogelijkerwijs gesteund door hun gemeenten, die met lede ogen aanzien dat hun MKB-bedrijven schade lijden die momenteel niet wordt gecompenseerd. Overheden, met name de provincies Noord-Holland en Flevoland en gemeenten aan het Markermeer en de Randmeren erkennen de gevolgen van deze waterplantengroei. Op verzoek van de Tweede Kamer en minister van Infrastructuur en Milieu zijn deze overheden in gesprek met de waterrecreatie sector om de omvang van de waterplanten problematiek in kaart te brengen. Samen zoeken ze naar oplossingen voor de korte en lange termijn.
Carteringskaarten
Een ding is zeker: deze oplossingen zullen ingrijpend moeten zijn voor de watersystemen en zal de overheden (lees de waterbeheerders als systeemverantwoordelijken) vele miljoenen euro’s op jaarbasis gaan kosten. Het Watersportverbond wil graag haar verantwoordelijkheid nemen door samen met het Hoogheemraadschap en andere partijen uit de watersector carteringskaarten te maken waarop gebieden worden aangewezen als waterrecreatie gebied, met duiding van te handhaven diepte en breedte van de vaarwegen. Uiteraard met respectering van de Natura 2000-gebieden.
In de Reeuwijkse Plassen pleit Watersportverbond eveneens voor de handhaving van een minimale vaardiepte van 1,65 m, overigens een diepte die op dit moment ook al niet overal in het plassengebied wordt gehaald. Bovendien blijkt nu al dat die diepte in de doorvaart tussen de ’s Gravenbroekse en de Eloevense Plas nooit wordt gehaald, omdat er in deze brug een drempel ligt. Dit betekent, dat bij het laagste peil zoals voorzien in dit voorgenomen Peilbesluit een aantal zeilboten deze brug niet kan passeren.
Lees
hier meer over de zienswijze die het Watersportverbond heeft ingediend tijdens de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap Rijnland.