De aalscholvers zijn hier s´winters zo talrijk en ik zeil met een klein budget dus kom je automatisch op het idee om er een keer een te braden. In Noorwegen worden ze traditioneel gegeten, ik heb zelf een poging gedaan, ziehier mijn recept. Je schiet de vogel, ik gebruik een katapult. De vogel is makkelijk te raken, want heeft geen vijanden en droogt zijn veren voor hij een dutje doet. Vervolgens dompel je hem in tweetaktbenzine ( Uit mijn Seagull buitenboordmotor ) en steekt hem in brand. Zo zijn de pluimen er af. Dan begraaf je de vogel in het strand en laat hem veertien dagen “Trekken”. Dat schijnt de vissmaak te verbeteren. Opspitten, villen en schoonmaken, dan pekelen, een week of twee. Uit den pekel vissen, droogmeppen en dan opvullen met hele ongepelde uien. De huid van de uien zal het zwarte vlees een beetje bruiner maken. Dat is appetijtelijker. Dan nagelt ge den opgevulde vogel op een dikke plank en legt die met de vogel naar onderen over een kasserol. Daarin een mengsel van zeewater en een paar lepels ongebluste kalk. Zo stoom je de aalscholver 4 uur. Dan haal je met een nijptang de vogel van de plank, smijt hem weg en eet de plank.