Ik was dit weekend erg blij met die noordenwind. Op Zaterdag zijn we naar Noordpolderzijl gevaren, mooie tocht, af en toe een klein stukje op de motor omdat noordoostenwind en erg smalle en ondiepe geultjes niet zo jofel zeilt, we waren erg vroeg in het tij.
Na op zondag de drukte op Noordpolderzijl te hebben getrotseerd, iedere Groninger moet daar even kijken of er nog steeds niks te beleven is, en inderdaad er is wel iets te bleven! Er is zowaar een heus toiletgebouw gerealiseerd in het gebouwtje van Rijkswaterstaat! Toegangscode via aan/uit.net, hoofdzakelijk voor de campers daar.
Vraag me alleen af of het al officieel open is, er ligt nog vrij veel bouwstof, en andere materialen, dat je denkt: ruime even op.
Afijn, ik had een sleutel die paste, dus ik heb ook maar van de douche gebruik gemaakt. Lekker!
Om een uur of vier, raakt het water de onderste balk, het sein om weer te vertrekken. De geul is erg vlak, geen drempels zoals verleden jaar, en heeft een diepte van 0 bij NAP schat ik zo. Verder is ie weer mooi beprikt met pannenlatten en om de 10 meter een ton. Wel op de motor er uit gevaren, want kruisen zullen we daar maar niet doen.
Op de genua met flinke gang naar Willemsduin, alles mooi bezeild.
Om een uur of zeven daar, twee uur na HW dacht ik. (Mis het was ongeveer 1h na HW daar), en de boot zo goed als vastgezet, want zo dicht mogelijk bij het eiland vanwege de golven die er toch wel liepen.
Nog wel even QuickTide geraadpleegd: oei, wordt morgen krap, ongeveer dezelfde waterstand verwacht.
Gaandeweg de nacht en ochtend wordt de verwachting nog ongunstiger: we hebben 26 cm minder water, shit!
Ter plekke is het slappe blubber, mijn laarzen zijn niet hoog genoeg om het anker naar dieper water te kunnen leggen...
Nou ja, na wat gereken: als het water om 15.15 bij de boot is, redden we het wel.
15.15h: het water is nog ver weg...
15.45h: nog geen water...
16.15h: water bijna bij de boot...
16.20h: geklots!
Om vijf uur eerst maar even een paar boterhammen gegeten, en om half zes aan het werk.
Het anker via de vallier naar de boot getrokken (dat is dan wel weer het voordeel van die slappe prut), en de genua gezet, zodat de kop richting de geul draait, en er flink getrokken wordt. Ook het grootzeil gaat een stukje bij.
Met de motor op flink vooruit, Anemarie op het voordek (Boot is stuurlastig), ik af en toe ook, baggeren we langzaam maar zeker naar het geultje. Alleen worden we door de stroming steeds verder westwaarts geduwd! Daar is het hoger en harder... we moeten echt zuidelijker!
Eerst met de spinakerboom als vaarboom, maar de koers blijft zuidwest ipv zuid. Dan het ultieme offer: overboord en duwen. Meter voor meter naderen we de geul, af en toe schiet de boot wat harder vooruit, dan snel aan boord, nee, toch weer vast.
En dan, eindelijk: dieper water.
Na een half uur hard werken hebben we ons bevrijd.
Nu als de sodemieter naar de sluis, voor half acht aanwezig zijn voor de laatste schutting. Gelukkig kunnen we het geultje goed volgen, over de Brakzand (20 cm speling) en om kwart over zeven sluiten we aan in de wachtrij. Gered!
Het luizen duurt iets langer door een schouwschipper die elke bolder in de sluis innig omhelst en vastlegt met een lijn, en dan toch maar weer een volgende bolder kiest. Maar om 20.00h varen we de sluis weer uit, niet veel later in de box, aftuigen en om 20.30 naar huis.
Da's werken! En zonder die noordenwind? Waren we niet van die plaat gekomen.