Nog even over de aansprakelijkheid als er iets misgaat (en waarom ik erop aandring om het niet zelf te doen of zelf te helpen).
Jaren geleden heb ik een nieuwe mast geleverd aan een groot charterschip. Niet de langste mast die ik ooit gemaakt heb, 26,5 meter, maar wel de zwaarste. Erg dik aan de voet, 50x50 cm, en met zwaar topbeslag. Totaal gewicht bijna 2,5 ton.
Hij verving de mast waarmee een ongelukje gebeurd was.
Watsgeburt?
In het najaar was de oude mast met een werfkraan gestreken, gewoon scharnierend om de mastbout. Hij was in perfecte staat en werd vertroeteld met wat nieuwe laklaagjes.
Daarna zou hij overeind worden gezet met dezelfde werfkraan. Er werd een hijsbandje om de top gestropt en de kraan trok ‘m moeiteloos omhoog.
Toen de mast bijna rechtop stond stond, moest-ie het laatste stukkie nog. Zoiets wordt meestal gedaan met de fokkeval ofzo, dat gaat veilig en heel makkelijk.
Maar de kraanmachinist besloot om gewoon wat harder te trekken. Totdat de hijsband brak.
Volgens de schipper stond de mast even te waggelen en begon daarna tergend traag doch zeker te vallen. “Ik had alle tijd om rustig van boord te stappen” zei de schipper later.
De mast donderde op het roefdak dat ver indeukte. Het achterschot van de roef, dat benedendeks het achter-machineschot vormde, werd naar beneden geslagen waarbij de keerkoppeling doormidden gekliefd werd.
Ondertussen veerde de masttop door naar beneden, waarbij het antennemastje verbrijzeld werd en het Engels stuurwerk zwaar beschadigd raakte. De top veerde weer omhoog en brak af, terwijl het stuk mast daaronder, van 8 meter lang, afgevuurd werd en ver achter het schip in het water belandde, gelukkig niet op een ander schip.
En gelukkig geen gewonden.
De uiteindelijke schade was groot, een paar ton. Natuurlijk was de mast zelf kapot, maar ook de roef, het achterdek en het achterschot. De motor plus keerkoppeling moesten vervangen worden. Het stuurwerk was naar de kloten, evenals alle antennes. Voor het ijzerwerk moest een groot deel van de betimmering verwijderd en vervangen worden.
Natuurlijk zal het bij een jachtenmast niet zo extreem zijn als het mis gaat (tenzij er gewonden vallen want dat is heel duur), maar een belangrijke leer heb ik er wel uit getrokken.
Namelijk, het eerste wat de verzekering van de werfkraan vroeg was: Wie had de leiding, van wie was de hijsstrop, wie had die strop bevestigd.
Gelukkig voor de schipper, was het duidelijk dat de kraanmachinist de leiding had en dat de materialen door de werf geleverd waren en door werfpersoneel bevestigd waren.
Zodoende is de schade betaald door de verzekering van de werf. Maar reken maar dat dat niet gebeurd was als de schipper zelf een steentje had bijgedragen.