O.K.
Hier komt ie, houdt u vast.
Excuus voor de inderdaad wat felle reactie, als slecht excuus kan ik zeggen dat als ontwerper van versterkers, als pionier die altijd op zoek naar de waarheid is, me (teveel) erger aan veelal fabrikanten met allerlei claims die totale onzin zijn, en door amateurs die de fabeltjes even hard na roeptoeteren zonder enige kennis.
Wat is dempingsfactor? Nemen we een accu, dan kunnen we ons die voorstellen als een ideale spanningsbron die ongeacht welke belasting (welke stroom er ook loopt) perfect zijn spanning vast houdt, met daarmee in serie een ideale weerstand, wat we de inwendige weerstand noemen. Deze weerstand zorgt ervoor dat de totale combinatie niet meer ideaal is, en de spanning zakt als we de accu belasten. Waarom zo moeilijk doen? Om er aan te kunnen rekenen.
Hetzelfde wordt gedaan bij het berekenen en uitdrukken van de dempingsfactor. We zien de versterker als ideala spanningsbron met een ideale weerstand in serie. In plaats van te praten over de inwendige weerstand van de versterker wordt er een afgeleide gebruikt en wordt het de dempingsfactor genoemd. Deze wordt berekend met (weerstand speaker) / (inwendige weerstand versterker).
Dat dempen van de versterker van de basspeaker klopt op zich: dat is gewoon te voelen aan een bas conus: met open klemmen of met kortgesloten klemmmen op de speaker een conus indrukken laat snel het verschil voelen.
So far so good, ook al was naar mijn idee het beter geweest de inwendige weerstand als parameter te gebruike als dempingsfactor, aangezien we bij de laatste een speaker impedantie (8 Ohm wordt meestal gebruikt) moeten veronderstellen.
Wel moet worden opgemerkt dat een voor zowel de speaker als de versterker in het algemeen de curve impedantie c.q. uitgansweerstand versus de frequentie geen vlakke lijn is.....
Het wordt pas echt ugly op het moment dat er magische eigenschappen aan deze specificatie worden toegedicht.
B&W stelt voor mijn speaker, een zeer zwaar gemodificeerd B&W 802, dat de uitgangsweerstand lager moet zijn dan 0,1 Ohm. Dit is zinnig, en betekent bij de laagste impedantie van de speaker van zo'n 3 Ohm dat de dempingsfactor 30 zou zijn, dat tenminste als je niet verder nadenkt.
De dempingsfactor van wat??
De basspeaker??
Twee scenario's om het uit te leggen: een tweeweg systeem met scheidingsfilter en een enkele speaker.
We beginnen bij de enkele speaker: ook hier kunnen we wiskunding de zaak splitsen in een ideale spoel die de speaker aandrijft, met daarmee in serie een ideale weerstand.
Dus: een 8 Ohm speaker heeft typisch voor DC (gelijkstroom) een weerstand van zo'n 6 Ohm.
Als de inwendige weerstand van een versterker 0,1 Ohm is, wat in de specificatie zal worden uitgedrukt als een dempingsfactor van 80, want de 8 Ohm wordt gewoon veronderstelt omdat dit het meest aantrekkelijke getal oplevert, dan is de demping in plaats van 6 Ohm, 6,1 Ohm. WOW!!! een verslechtering van wel zelfs 2% !!!!! De kabel ernaar toe zal ook al gauw een paar tienden Ohm toevoegen aan het verhaal.
Als we in het gebied komen van een dempingsfactor van laten we zeggen 10, 20, dan krijgen we mogelijk problemen omdat de afstemming van de speaker met inwendig volume en baspoort niet meer optimaal zijn. (als de speaker echt goed is ontworpen)
Voor een meerweg systeem geld dat in het laag in elk geval een inductie (spoel) zit in serie met vele meters draad erop. De DC weerstand zal al gauw 0,3 Ohm bedragen. Voor het laag kun je echter weer de spreekspoel die de conus aandrijft opdelen in een externe DC weerstand in serie met een ideale spoel.
De dempingsfactor gaat dus helemaal nergens over. Alleen bij buizen eindversterkers met zeer lage tegenkoppeling, afhankelijk of het triode of penthode of ultra linear is geschakeld, gaat het een rol spelen. Behoudens wellicht zeer excentrieke ontwerpen van transistor eindversterkers.
Dit is zo'n beetje de hoofdlijn, maar er kan nog veel meer op diepere lagen over worden gezegd.
Een ding daaruit genomen: een mens zit complex in elkaar en een dokter moet aan de hand van zich openbarende verschijnselen maar zien op te maken wat er aan de hand is.
Op een zelfde manier is dat te doen met een versterker. Als ik kan kiezen tussen een eindversterker met een dempingsfactor 1000 en eentje met 100 neem ik zonder verdere informatie die van 100. Waarom? Omdat ik uit de specificatie kan afleiden dat in het geval van 1000 het gaat om een ontwerp met grotere tegenkoppeling (zeer waarschijnlijk) dan die met een DF van 100.
(en daar kan ik pagina's over vol schrijven over het hoe en waarom)
Zo worden mensen gek gemaakt met nietszeggende cijfer neukerij wat alleen maar door fabrikanten wordt gebruikt om hun rotzooi te verkopen. En ja, dan helpt het niet mee dat ik net een platenspeler die 30.000 Euro moet kosten heb verkocht omdat ik er twee knetter harde ontwerpfouten uit heb moeten halen waar ik per toeval achter kwam, en de fabrikant niet duidelijk kon maken dat zijn ontwerp marginaal stabiel was en dat dit op elementaire manier zeer eenvoudig te verhelpen was. Compleet de computer simulatie met oplossing gestuurd, geen bedankje, niets, alleen stilzwijgen. De tweede fout die ik aantoonde (een schakeling die was toegpast maar door verkeerde instelling alleen de zaak maar slechter maakte) hoorde ik helemaal niets meer op terug.
Dit is helaas geen uitzondering. (het bewijs hier ergens op dit forum waar is stel dat een device van Victron verkeerd ontworpen is, de oplossing aandraag, deze uiteindelijk wordt toegepast, en er nog geen bedankje af kan)
Goed, ik heb dus een grondige hekel aan onzin op een van de weinige vlakken waar ik echt verstand van heb.
Nog 1 voorbeeldje, kan het niet laten. In een folder van overigens een goed klinkend ontwerp, staat een heel verhaal over de speciale techniek waar een of andere superterm aan wordt toegevoegd. Laat het nu gewoon om cascoderen gaan, de normaalste zaak in de wereld, al uit het buizen tijdperk.
Anyway, don;t get me going....