Soms is het moeilijk om de basis beginselen van electra te begrijpen en vaak denk ik dan terug aan een sprookje wat mijn natuurkunde leraar van de middelbare school ooit bedacht heeft om te helpen enkele basis dingen te onthouden, dat is meestal makkelijker dan het onthouden van formuletjes. Hij noemde het verhaal "Het leven van een energie drager". Ik ben zeker geen electra expert, maar dit heeft me toch altijd goed geholpen. Voor de electrotechnici onder ons is dit waarschijnlijk te simplistisch en valt er een hoop op aan te merken, maar het is vooral bedoeld voor de beeldvorming voor mensen die er weinig tot niets van begrijpen.
De energie dragers zijn kleine kaboutertjes die in grote aantallen in een tunnelstelsel wonen en met hun rugzakjes op brengen ze energie van de ene plek naar de andere plek. Onderweg komen ze tolpoortjes tegen, dikke tunnelbuizen en dunne tunnelbuizen. Stel je nu voor dat die rugzakjes vol zitten met Coulombjes, het betaalmiddel van de energie dragers. Het buizenstelsel waar ze doorheen rennen zijn onze electra draden en de tolpoortjes zijn weerstanden. Als de spieren van de energie dragers gespannen staan, dan rennen ze veel harder en hun beloning is dat ze minder energie hoeven te dragen en dat hun rugzakje dus minder vol zit. We hebben het hier over spanning (Volt) voor de snelheid waarmee gelopen word en Stroomsterkte (Ampere) voor de afmetingen/gewicht van het rugzakje. Als de energie dragers sneller rennen (hogere spanning = meer Volts) dan hoeven ze minder energie mee te nemen in hun rugzakje (Amperes) omdat er meer energie dragertjes over de finishlijn komen in hetzelfde tijdsbestek en de benodigde energie toch afgeleverd kan worden. Omdat ze een kleinere rugzak hebben kunnen ze ook zonder hinder te ondervinden door kleinere tunnel buizen rennen (hogere spanning, minder stroomsterkte staat toe dat je een dunnere draad gebruikt). Rennen de energie dragers door een te kleine buis dan komen ze vast te zitten met hun grote rugzak en moeten ze enorm worstelen om er door te komen. Bij het worstelen komt een hoop warmte vrij en valt er regelmatig wat energie uit hun rugzakje. Energie dragers hebben ook maar een heel kort lontje en weinig geduld, als ze vast komen te zitten dan ontploffen ze van woede en daar komt echt veel warmte bij vrij en daar gaat de tunnel kapot van. (Als je te hoge stroomsterkte (Ampere) door een te dunne draad stuurt dan krijg je warmte ontwikkeling en als dat te erg word dan gaat je stroomdraad eraan kapot).
Lange afstand rennen: dat kunnen de energie dragers ook. Ze beginnen uitgerust en fit aan hun tocht met een lekker lichte rugzak, maar naarmate de tocht vorderd worden ze vermoeid en gaan ze steeds langzamer rennen, in de tunnel buis kan er echter niet ingehaald worden, dus de energie dragers achterin staan ook in een file van langzam(er) rijdend verkeer waardoor de energie aflevering aan het einde van de tunnel afneemt. Ze moeten dus meer mee nemen om dezelfde hoeveelheid af te kunnen leveren (Spanning val (Volt) over lange draad lengten wat gecompenseerd moet worden met toename van stroom sterkte (Ampere), ofwel een lange draad heeft een grotere spanningsval tot gevolg)
Ik weet niet of sommigen van jullie er wat aan hebben, maar ik heb het toch maar eens een keertje opgeschreven, met dank aan Karwin Bloemen