Waterblok schreef :
Nou voor TS de oplossing om door te mogen varen.
En vaak motor je een haven in ook van zee komend en wissel ik de verlichting.
En om verwarring te voorkomen bij ons:
Toplicht is de driekleur bovenop de mast.
Stoomlicht voor op de mast op babystaghoogte
Navigatielichten rood/groen preekstoel voor en heklicht achter.
Zo worden ze benoemd ook omdat het drie schakelaars zijn en je vaak aan iemand binnen vraagt om ze aan te zetten.
Shit, ik heb geen preekstoel. Wat nu ? Misschien kijk ik wel even in het BPR wat ik verplicht ben aan boord te hebben wat ik moet. Ten minste als ik van IJmuiden richting A'dam wil gaan varen door het BPR gebied.
BPR ;
a. toplicht: wit krachtig licht dat schijnt over een boog van de horizon van 225∞ en wel aan elke zijde van het schip van recht vooruit tot 22∞30' achterlijker dan dwars en dat uitsluitend over deze boog zichtbaar is;
b. boordlichten: groen helder licht aan stuurboordszijde en rood helder licht aan bakboordszijde die elk schijnen over een boog van de horizon van 112∞30' en wel elk aan zijn zijde van het schip van recht vooruit tot 22∞30' achterlijker dan dwars en die uitsluitend over deze boog zichtbaar zijn.
d. rondom schijnend licht: een licht dat schijnt over een boog van 360∞ en dat over deze boog zichtbaar is
2. de boordlichten, zoals voorgeschreven onder a, 2∞. Deze lichten mogen echter onmiddellijk naast elkaar of in ÈÈn lantaarn verenigd in de lengteas van het schip aan of nabij de boeg worden gevoerd; en
3. een heklicht, zoals voorgeschreven onder a, 3∞. In plaats van dit heklicht en van het onder b, 1∞, bedoelde toplicht mag een wit rondom schijnend licht worden gevoerd.