Er zijn zo veel factoren die je niet zo maar even op kunt meten noch kunt neutraliseren.
Ik noem er een aantal, me beseffend dat ik hier en daar schromelijk overdrijf, het is vooral om aan te geven dat er zo vreselijk veel dingen mee kunnen spelen:
Vorm en maatvoering:
- Is de rek in de stagen aan bakboord/stuurboord verschillend? Niet toevallig een klein knikje in een stag of spanner dat onder belasting recht trekt?
- Zijn en staan de zalingen aan stuur/bakboord wel gelijk, en zit er geen speling in, ook in de kunststof bus in de bevestiging?
- Hoe zit het met de puttingen, en de bevestiging onder dek?
- Mocht je voor de fokkeschoot aan bak- en stuurboord verschillende kleuren gebruiken: zijn die qua rek wel identiek? Weet je 100% zeker dat je de schoten op identieke stand hebt staan?
- In hoeverre is de romp symmetrisch, niet alleen qua vorm/profiel/structuur maar ook qua stijfheid (ook van de de kiel en het roer). Een binnenschaal kan de stijfheid beïnvloeden, en je kajuit is vast niet symmetrisch ingedeeld.
- Is de tuigage welk exact symmetrisch? Denk ook aan genuarails, mastvoet, puttingen, echt alles.
- Hoe zit het met de mastvoet, en het vlak er onder?
- Zit de gever van het log exact in het midden? Als hij naast de kiel zit dan zal hij, hoe recht hij ook staat, altijd verschillende waardes geven omdat de stroming langs de gever verschilt. De stroming rond de kiel is aan loef- en lijzijde immers verschillend.
- Als de genua onderaan lekker tegen de zeereling "leunt" kan zelfs de spanning van de draad van de zeereling een (erg) klein beetje verschil maken..
- De schroef zal qua weerstand, zowel stilstaand of draaiend, altijd een zekere asymmetrie hebben. Een boot gaat immers niet recht door het water (drift). De stroming onder de boot en rond de kiel gaat dus altijd een beetje scheef. Een de stroming zal vlak bij de romp ook nog anders zijn dan iets verder van de romp af. De stroming van het water, op de verschillende dieptes en met verschillende richtingen, komt dus schroefbladen tegen die 'staan' of 'dicht' staan. En een meedraaiende schroef geeft ook weer een asymmetrische weerstand, in feite een omgekeerde wielwerking.
Gewicht:
- Ook als de boot mooi recht lijkt te liggen wil dat nog niet zeggen dat het gewicht exact gelijk verdeeld is. Een lukraak voorbeeld: een gewicht van 100 kg onder een gangboord aan stuurboord kan zonder helling wel "opwegen" tegen een gewicht van 300 kg dat aan bakboord diep onder één van de banken zit, maar onder helling is dat een heel ander verhaal. Geldt ook voor verschillen voor en achter, als een boot onder helling ligt is de hellingshoek voor-achter namelijk ook anders. De hele lengte as waar de boot over helt verschilt dus ook, en daarmee ook de gewichtsverdeling.
- Hoe zit het met de brandstof- en watertanks, is er vloeistof die zich wel of niet van de ene naar de ander zijde kan verplaatsen?
Wind en golven:
- De richting van de golven en de wind ten opzichte van elkaar zijn idd van belang, maar ook op de Randmeren heb je meestal een pietsje stroming, en ook die heeft weer een richting ten opzichte van de wind en de golven. En eigenlijk zal het nooit lukken om de wind, golven en stroming exact één en dezelfde kant op te krijgen.