Als ik een week voor de NZF het weer begin te volgen zakt maandag niet alleen de gevoelstemperatuur. De voorspellingen zijn niet al te best, al stijgen de voorspelde temperaturen voor het weekeinde vlot.
Woensdag nog even kontact met Joris en zolang het bij een enkel buitje zou kunnen blijven gaan we. Punt!
Als ik op vrijdag om 09:00 klaar ben met mijn werk fiets ik opgetogen naar huis. WAT EEN WEER! Joris pikt me tegen 11:00 thuis op en opgetogen rijden we naar Huizen. We kennen elkaar al ruim 30 jaar dus we zijn er snel uit. In de auto nog even het werk van ons af lullen en dan begint het grote genieten. Eenmaal aan boord verwen ik Joris met een bakje koffie.............prut. Over zijn handen. K..! Gelukkig valt het mee, maar de boot lijkt wel ontploft. Overal natte koffie drek. Met een half uur vertraging vertrekken we tegen 13:00 uur
Met de woorden van FMJ in gedachte denk ik er even over met G2 & zonder rif te vertrekken, maar laat het snel varen. De fok er op, maar nog steeds zonder rif verlaten we de haven richting het Gat van Mart. Eenmaal onder de ophaalbrug door gaat direct het eerste rif er in. Dikke wind, schuimkopjes op het water. Prima zo.
Onder de Hollandse brug door halen we net niet en moeten direct al kruizen tot we de bossages voorbij zijn. Headers en Lifters in gedachte houdend zie ik al dat Enkhuizen onbezeild is. Max koers is 60gr, terwijl we 20gr moeten hebben. We zitten aan lager wal en eenmaal echt op het IJmeer komen daar lekkere golven bij, die ons wegzetten. We besluiten zo hoog mogelijk richting A'dam/Durgerdam te varen en daar wat beschutting te zoeken tegen de golven. Goeie keuze.
Eenmaal vlakbij het Paard realiseren we ons dat we de beschutting zo gaan verliezen en het water en wind volle bak heeft kunnen opbouwen vanuit Enkhuizen. Net onder het Paard zoeken we wederom wat beschutting achter de bossage van Marken voor het tweede rif. Het dek is nu wel schoon, de ramen doen we later wel. We zijn het Paard nog niet voorbij of de ramen worden al gepoetst door de golven. Als twee jonge honden schreeuwen we het uit van plezier. WAT EEN BOOT! Joris heeft zijn Spirit 28 nu een jaar en ik de mijne een half jaar. We kijken elkaar genietend aan; wat een schip!
Opnieuw zoeken we wat beschutting door zo hoog als we kunnen richting de Nek te koersen. We zitten in een Header, maar hij zet onvoldoende door om te verwachten de we Enkhuizen al gaan redden. Voorbij Edam wagen we het er op, maar nog ligt de KG2 op een onbezeilde koers.
Even door ploegen, dan weer richting de Nek. Nu moeten we het gaan halen......Het is krap an, maar met een klein rakje er bij lopen we aan op het Krabbersgat. Even ben ik de weg kwijt, het was (te) lang geleden dat ik hier zeilend binnen kwam. We besluiten zeilend de kom van het Naviduct aan te lopen en in de luwte aldaar de zeilen pas te laten zakken. We hebben zo'n 6 uur liggen stampen en rammen, het is wel even goed zo. De wind is een tandje aangetrokken en in de voorbereiding van het strijken laat ik het onderlijk vast wat vieren. Terwijl in nadenk over bolling, drag en lift schreewt Joris 7,5, 7,7 en samen brullen we ACHT. Het log tikt even 8knts aan. Later realiseer ik me dat stroming uit het naviduct daar ook wel eens iets mee te maken kan hebben, al zitten we nog maar net tussen de dijken van het Naviduct. Wij genieten!
Zonder fratsen lopen we de sluis binnen en overleggen even. Nu aanleggen en een soeppie kost zomaar een uur of even doorknallen naar Andijk en daar bier? Het wordt bier.
Op het motortje Enkhuizen achter ons latend zien we dat we opnieuw een onbezeilde koers hebben tot de windmolens bij de Oosterdijk. Pffffft....... Ik schat dat we in de vlagen zeker de 7 bft aantikken. We kiezen voor de Volvo en nu wordt de nieuwe ankerbak getest. Kaboem,,,,, kaboem,,,, ramt het anker zich een weg naar het behaaglijke bedje eronder........dacht ie. Op de oude bodem was ie er dwars doorheen gegaan, maar een laminaatje van Brandsen is andere koek! HA!
Vanaf de windmolens ergens gaat het fokje er weer op. Ik regel gelijk even wat andere zaakjes voor een ordentelijke aanloop in Andijk en moet dat bekopen met een zeiknat pak. In één beuk ben ik tot op mijn onderbroek nat en moet nu toch maar mijn zeilpak aan gaan doen.
Eenmaal aangekomen bij de Kreupel maak ik een domme fout. Ipv de eerste de beste passende box in te vliegen varen we op mijn idee door naar de kraan en zit klem. Wind en schroefwerking werken allebei tegen en als ik Joris ook nog onbedoeld afzet op de kraan is het even bingo. Uiteindelijk lig ik verkeerd om, op een plek waar het bij toeval diep genoeg is (5cm onder de kiel)aan min of meer aan lagerwal. Met touw en vliegwerk van Anjo en Wybe (bedankt mannen!) krijgen we de neus om en kunnen we alsnog een box pakken. LEERMOMENT!
De schipper van de Frou Frou heeft ons gehoord in Enkhuizen en heeft het bier koud staan. Met net teveel op liggen we om 01:30 plat.
Zaterdag voel ik me katterig. Te weinig slaap, meer biertjes dan goed is na zo'n rit en van slag door de aankomstperikelen laat ik me intimideren door de wind. Ook Joris staat niet te juichen bij het idee te gaan varen: wedstrijd varen is (tot een paar uurtjes later) niet zijn ding. Om toch maximaal te leren van het evenement stap ik bij Anjo op om de boeitjes uit te gooien in klim op het open water bij de Capolavoro aan boord. Das ook nog een vak, maar Thomas geeft (zoals altijd) nog wat goeie tips en Michel trekt me soepeltjes aan boord.
Ik word gebombardeerd tot vaandelzwaaier en geniet van het strijdtoneel. Ik kan de deelnemers verzekeren: met grote passie, kennis van zaken en geoefende ogen laten Thomas en Michel geen beweging aan hun scherpe blik ontgaan. Van het schouwspel en hun gesprek leer ik waarschijnlijk meer dan aan boord van de Gotcha of ander schip. Niet zeilen kan ook een goeie keuze zijn!
’s Middags krijg ik er weer zin in en Joris, trouw als hij is gaat mee als ik wil uitvaren. Voor hem hoeft het niet perse, dat wedstrijd varen. De uitleg van Michel had hij meegepakt, dat was al heel mooi. Wybe biedt zich opnieuw aan als opstapper. Dat voelt wel goed en met een derde man zie ik ook Joris meer zin krijgen. Het is en blijft veel wind. Joris bombardeert mij tot schipper. Iemand moet de “baas” zijn. Daarop bombardeer ik Joris tot stuurman. Ik weet zeker dat hij dat prima kan. Dat weet Joris eigenlijk ook wel, het moet gewoon eens gezegd worden. Wybe en ik verdelen de fok en grootzeil trim. We spreken nog af dat we elkaar altijd wijzen op andere schepen of voorrangssituaties en er niet vanuit gaan dat het “gezien” is. De box uit manoeuvre maak ik me weer druk. We steken een uitstekend plan in elkaar en soepeltjes stuurt Joris mijn boot de box uit. Gelukkig.
Eenmaal op het water draaien we wat rondjes, kijkt Wybe op zijn klok en komen we al snel in het ritme van de starts. Als we na de eerste start de handrem van het schip snijden (handig ding, zo’n life sling) gaan we los. Na een of twee starts komt er een tactiek in en merken we dat de Canterbury het te kloppen schip is. We zitten steeds dicht bij elkaar in de buurt, waardoor er echt een strijd kan ontstaan. Hoewel wij Wybe natuurlijk helemaal niet kennen is het in de kuip een en al concentratie en twee woorden communicatie. Complimenten worden persoonlijk over gebracht, vragen beantwoord door de degene die het weet. Schelden doen we in het luchtledige en iedereen voelt zich aangesproken , maar niet persoonlijk. Dat schiet op; mannen onder elkaar en bier drinken doen we straks. Terwijl Joris de boot op decimeters langs de bovenboei prikt en keer op keer het juiste overstag moment bepaald springen Wybe en ik op de fok, het grootzeil, de overloop en “knokken” we om de lierhendel, die inderdaad te laat, te lang, kwijt of klem in de lieren zit. Dat hebben die twee rakkers aan boord op de Capo goed gezien. De stuurman twijfelt nog wel eens over de voorrangsituaties, maar daar zijn Wybe en ik dan weer goed voor.
Wanneer we tot 3 keer toe eerder bij de bovenboei zijn als de Canterbury roept Joris: “Wanneer is de volgende wedstrijd! “en “We pakken ze” of “Nee, nee, nee, ik ga het halen” wanneer ik hem om iets meer hoogte verzoek. En hij heeft gelijk! Hij pakt hem, want het is een prima stuurman. Joris is net zoals hij overstag gaat gevallen voor het wedstrijd zeilen: in één klap!
De adrenaline raast ons met 7Bft door het lijf, die klotst nog wel even na. Als schipper ben ik een gelukkig mens. Er zitten twee genietende gasten aan boord en we rammen de Gotcha over die golven alsof het rimpeltjes zijn. Ik zie ook verbeterpuntjes aan de boot, maar dat is een ander topic. Iets met een pyramide…….
Eenmaal terug in de haven duurt het nog wel even voor de opwinding is verdwenen en bespreken we de strijd na in de kuip, bij een biertje. De kajuit is een ravage, minstens tien waterflesjes zijn er door gegaan, die life sling ligt er op sterven na dood en alles wat teveel in de kuip was slingert door de hut. Wat een topdag! Bemanning van de Canterbury: bedankt voor de mooie strijd om de bovenboei!
’s Avonds komen onze vriendinnen ook. Lisa is opgetogen als ze hoort dat de Zeebeesten er ook zijn (“die man schrijft zulke leuke verhalen” legt ze uit aan de vriendin van Joris)en maakt zich druk om de wind van morgen. We genieten na van een pracht weekeinde en met super tweede bedrijf. Joris rijdt met zijn vriendin mee naar Amersfoort. ’s Nachts wil de wind niet echt gaan liggen en dat houdt ons uit de slaap. Mij kan het niet zo schelen, maar zeilen moet ook voor de schipperse leuk blijven. Het is plat voor de wind terug, maar ze hoort alleen het fluiten van de masten. Het is wennen, maar eenmaal op het water valt het haar gelukkig eigenlijk wel mee. Met het meer en meer schijnen van de zon zakt ook de wind en zie ik een dikke glimlach tevoorschijn komen. Intens genietend van ons mooie schip, lekker weer en elkaar kruizen we af richting Huizen, waar de Gotcha nog een jaartje ligt tot we plek hebben in Spakenburg. Net voor de Hollandse Brug wordt het halve wind en zie ik mijn nieuwe leerdoel zich ontwikkelen. Halve en ruime wind trim. Wat een slot akkoord!
Het was 50 mijl heen en 40 mijl terug, maar de moeite meer dan waard. Joris en ik hebben gezien wat onze schepen aankunnen en dat is meer dan ik had durven hopen. Het wedstrijd virus heeft om zich heen gegrepen en ook dat is mooie winst.
Iedereen nogmaals bedankt voor een topweekeinde!