ok, dan gaan we achteruit leren aanleggen. Het is een kopsteiger, die net lang genoeg is, dus geen nood voor korte bochten etc. We kunnen mooi lange in een lijn aankomen (dat is wel eenvoudig).
Nu concreet hoe behandel je de touwtjes op je eentje met weinig speling tussen de boten.
Schip is 14m en middenbolder zit op ongeveer 7m. Ik heb een halve meter tussen de buurman zijn neus en mijn poep (als ik achteruit zou aanleggen).
Wind komt meestal in de langsrichting van de boot (dus vanaf de neus of de poep). Het rotte is dat er nu een relingnet zit op mijn boot.
als de wind uit het zuiden of zuidwesten komt, geen probleem voor de buurman dan blaast de wind me weg van hem. dus dan denk ik dat ik een voorspring eerst moet vastkrijgen aan stuurboord.
Komt de wind uit het noordelijke kant, best eerst een achterspring om te verhinderen dat ik naar hem word geblazen?
Hoe pak ik dat best aan.
Pikhaak een lus pakken en de boot "stuurloos" laten drijven richting steiger (lijkt me gevaarlijk)?
Even afstappen voor de eerste touw lijkt me ook riskant
Of wat denken jullie van het volgende.
Ipv met een lus te werken op de middenbolder, de achtertros lang genoeg maken dat die tot aan het begin van de steiger komt. Die passeer je dan toch eerst. Dan zou ik tijd genoeg moeten hebben die te "vangen" op een of andere manier. Die kan ik dan slippend bijhouden op de stuurboord (of beter bakboord) klamp. Als ik er bijna ben, afstoppen op motor, achtertros beleggen, roer richting steiger (draaien naar stuurboord), motor op koppeling vooruit en dan de rest vastleggen.
Zou dat kunnen werken? Of is dit totaal niet volgens 't boekje?