Erikdejong schreef :
Op kleinere lichtere boten zoals bijvoorbeeld de J24 zit dit standaard. Als je wedstrijden vaart, dan varen de bemanningsleden met diverse lijnen in de hand om te acceleeren of hoogte te winnen wanneer dit mogelijk is.
Op de 24 hadden we uitgevonden dat je aan de wind aanzienlijk tussen hoogte en snelheid kunt 'schakelen' als 1 bemanningslid de cunningham van de fok in de hand vaart, een ander bemanningslid de grootschoot/overloop en een derde bemanningslid de achterstag. op die manier werk je je letterlijk door de golven heen en win je tot wel 5-8% aan performance in het kruisrak in vergelijking met wanneer je zeilen goed getrimt staan met een goede stuurman, maar alles statisch is.
Cunningham aanhalen is meer diepte bij het voorlijk, en daarvoor meer voortstuwing, maar wat verlies in hoogte aan de wind. Cunningham los is diepte meer naar achteren en daardoor meer hoogte, maar met minder power. Cunningham dus aantrekken om te accelereren, als je eenmaal snelheid hebt dan gaat de cunningham los(ser) en kun je meer hoogte varen. Als je dan wat afgeremd word door een golf, dan weeer een beetje aanhalen, en zo speel je als het ware met een versnellingsbak, net als in de auto.
EDIT: in aanvulling hierop: jouw vraag was heeft het zin? Ja, dat heeft het, als je al een goede zeiler bent. Het is erg makkelijk om alle mogelijke trimfuncties op je boot in te bouwen, en allen zullen helpen als je ze goed gebruikt. Het is erg makkelijk om te veel op bepaalde trim details te focussen, maar dan belangrijkere zaken uit het oog te verliezen. In mijn ogen is het belangrijk om eerst aandacht te schenken aan zaken die je met vergelijkbare aandacht een groter voordeel opleveren. Noem het investeren als je wilt, je wilt de gootste uitbetaling hebben voor een bepaalde aandachtsinvestering. Een cunningham in de fok is nuttig, maar zeker niet boven aan de lijst van 'must have gadgets' om wereldkampioen te kunnen worden.
Mooi verwoord Erik. Kleine kanttekening: "cunningham aanhalen is meer diepte bij het voorlijk en daardoor meer voortstuwing". Dat klopt in golven, met variabele wind, na tacks (met wind) en in kruisrakken met weinig afstand tussen de tacks. Echter niet met een constante lichte wind icm langere rakken en vlak water.