De methode die Rinus beschrijft (koppel varen op je loef landvast) heeft solo ook mijn voorkeur, maar je moet wel zeker weten dat de box diep genoeg is anders vaar je je roerkoning mogelijk krom (is onze buurman overkomen, sindsdien heeft hij enige aversie tegen het achterwaarts invaren).
Met 1 lijn vast heb je dan goede controle over de boot, het gaat snel (kort stil liggen c.q. verlijeren) en kan op de meeste jachten vanuit de kuip (waar je als solo zeiler bent). Krijg je de lijn de eerste keer niet goed aan de wal dan kun je eenvoudig vooruit de box weer uitvaren en de manoeuvre opnieuw uitvoeren. Heb je de loeflijn vast dan kun je (ook weer vanuit de kuip) de achterlandvast aan lijzijde vastmaken. Met de schroef in z'n vooruit kan de boot nergens meer heen en heb je alle tijd om op het voordek de voorlijnen vast te maken. Staan die palen wat ver weg dan kun je door een van de achterlijnen wat te vieren gecontroleerd de boeg wat naar een voorpaal laten komen.
Vooruit invaren en eerst de achterlandvast aan loefzijde vastmaken (op kikker of lier) kan natuurlijk ook, maar solo vanuit de kuip heb je (zeker bij wat grotere jachten) in een onbekende box minder zicht op hoeveel ruimte je voor (tot de steiger) nog te vergeven hebt.
Manoeuvres waarbij je halverwege stil gaat liggen (zonder dat je al koppel vaart op tenminste 1 lijn) werken bij echte zijwind minder goed omdat de boot dan verlijert terwijl je allerlei lijnen aan het fixen bent.
De methode van Waterblok (en variaties daarop) kan ook, maar ik kom regelmatig havens tegen waar ankers, boegsprieten, bijbootjes, etc. van buurboten buiten de box steken, waardoor je niet eerst dwars tegen de palen kunt liggen en de manoeuvre iets complexer wordt. De Waterblok methode vereist ook wat meer lijnenwerk maar verloopt vervolgens wel heel gecontroleerd.