Onderwerp: polair diagram ior vorm wel correct?

Ik heb een contest 29. Volgens mijn polair diagram (bron: wingps) zou de boot aan de wind max ca 6 knopen varen en met halve wind ca 6,4 knopen.
Dat vind ik vreemd. De rompsnelheid neemt toch veel meer toe als de boot schuin gaat liggen en de waterlijn een stuk langer wordt?
Kan iemand mij dit verklaren?

De standaard theoretische rompsnelheid-formule is 2.42x de wortel van de waterlijnlengte (waarbij het getal 2.42 kan wisselen per type boot, maar daar gaat het me even niet om. Heb het omgerekend uit de Wikipedia pagina: nl.wikipedia.org/wiki/Rompsnelheid).

Contest 29 heeft een waterlijn van is 7,32 meter. Theoretische rompsnelheid is dus 6,55 bij gelijkblijvende waterlijn.

Stel dat je verwacht dat je toch wel 7 knopen moet kunnen varen, hoe lang zou de waterlijn dan moeten worden (onder helling)? Dat wordt dan (7 / 2.42) ^2 = 8.37 meter. Voor nog geen halve knoop snelheidswinst heb je dus een verlenging van je waterlijn nodig van meer dan een meter.

Vraag aan de scheepsrekenaars: is zo'n waterlijnverlenging haalbaar?

De rompsnelheid is geen harde limiet; het is een (theoretische) snelheid waar vanaf verdere toename veel meer energie kost. Ik heb nog geen boten gevaren die plotseling "stopten" bij rompsnelheid.

Op de site van de ORC club staat interessante literatuur over wat er bij de hedendaagse VPP (velocity prediction program) komt kijken.

Bij die oudere IOR rompen (met die kleine spiegeltjes) merk je gauw genoeg wanneer ze echt niet harder willen. Die dingen beginnen dan te brommen, zuigen zich helemaal vast en beginnen een redelijk extreme hekgolf te trekken.

Was eens met een kennis mee op een S&S 34. Onder vol tuig met een beste bak wind bulderde dat ding er over, met van die mooie witte schuimende krullers aan de kont. De snelheid op dat moment zal een knoop of 7 a 8 geweest zijn maar harder gaat ie ook echt niet.

Heb je een polar van zo'n boot? Je zou dan verwachten dat de lijntjes bij 15, 20 en 25 knopen nagenieg op elkaar liggen (prestaties worden beperkt door rompsnelheid).

Welk soort schip, Maarten??

Je kunt zelf bij jieter kijken


jieter.github.io/orc-data/site/index.html?#ITAEVERG

Een S&S 34 vs een Loper? De Loper heb ik nog wel eens aan het surfen gehad (10 kn gedurende 3 s), Harm heeft gemerkt dat een extremere IOR romp als een S&S 34 dat nooit doet omdat ie zichzelf begraaft in z'n hekgolf.

En zoal bij alles is het niet zwart-wit.

IOR rompen worden wel "kuilengravers" genoemd naar de enorme kuil die ze in het water kunnen zeilen tussen boeg- en hekgolf. Neem je een UFO of een S&S, dan zie je dat in het extreme. Toch zijn er zát variaties. Mijn eigen IOR bakkie houd ergens het midden; kuilen graaft ze, maar geef haar wat golfjes en een bak wind en ze gaat over de 10 knopen. Een X-99 is óók een late IOR romp.

Waar TS op doelt is dat het gek is dat de boot aan de wind langzamer gaat dan halve wind. Dat effect is echter generiek aan nagenoeg alle boten; de wind komt onder een veel gunstiger hoek binnen en je kunt de wind efficiënter omzetten in voorwaardse snelheid.

X-95...I stand corrected...

pieter2 schreef :
Je bedoelt: naarmate je schuiner vaart, komt het bredere deel van je romp in het water, dat verlengt je waterlijn en dan zou je sneller moeten gaan? Die vlieger gaat niet op want dan zou een oneindig brede romp een oneindige snelheid hebben.
De hierboven beschreven waterlijntheorie gaat op totdat de maximum romp snelheid bereikt wordt. Daarna kunnen er verschillende dingen gebeuren: vastzuigen, verdringen, of planeren.
Zo heb ik 15 knopen gevaren met een zeer smalle "verdingboot" met een waterlijn van circa 7m, deze ging echt niet planeren. En mijn eigen 32 voet IOR bak daar pers ik maximaal 8,5 knoop uit met ruime wind. Aan de wind max 6,2 knopen, maar dan moet alles meezitten.
Het heeft allemaal te maken met de rompvorm en de waterfilm van een paar millimeter. Laat deze waterfilm los, dan ga je in plannee, blijft de waterfilm plakken dan ga je hoogstens meer verdringen.