Peter84 schreef :
Nu de Imoca60 ook in de (Volvo) oceaan race gaat worden geracet, verwacht er iemand een toename van het aantal one design aspecten?
Dit schreef ik eerder in het draadje:
Twee maanden terug was de algemene leden vergadering van de IMOCA klasse. Hierin hebben eigenaren van IMOCA's mogen stemmen op het al dan niet aannemen van nieuwe klasseregels alsook het wedstrijdprogramma voor 2021 t/m 2025.
De nieuwe klasseregels die vanaf deze maand in zijn gegaan en geldig zijn tot November 2024 en dus ook voor de Vendee van 2024.
Enkele zaken die zijn aangenomen (nagenoeg unaniem):
- De mast en kiel zijn al "eenheidsklasse", de giek en het roer ophanging+opklap+besturing systeem alsook de box waarmee de foils bediend worden vallen nu ook onder de eenheidsklasse regels. Alle schepen waarop deze onderdelen vervangen worden, of schepen welke nieuw gebouwd worden dienen aan de eenheidsklasse regel te voldoen op deze onderdelen.
- Er is een maximale lengte voor de foil vastgesteld.
- Het gebruik van Bio-materialen voor niet structurele zaken word aangemoedigd. (Voorheen was er een lijst met materialen waar uit gekozen moest worden, voornamelijk diverse soorten koolstof om zo uit te sluiten dat de teams met een groot budget de duurste en meest high-end varianten kunnen gebruiken)
- Het enige voorstel wat weggestemd is door de schippers is het toestaan van foils op de roeren, wederom vrijwel unaniem.
De klasse regels voor de IMOCA worden telkens voor 4 jaar vast gesteld, dus deze regels zijn er nu tot 2024 en daar worden geen veranderingen in aangebracht. De enige uitzondering daarop is als er een zeer ernstig ongeluk gebeurt gedurende deze Vendee en men denkt de veiligheid te kunnen vergroten door een aanpassing aan de regels, of als er een ersntig gebrek in de regels naar voren is gekomen. Overigens is dit nog maar de tweede Vendee waar eenheidsklasse onderdelen zijn toegepast. Dat zijn de kielfin, het kantelmechanisme en de mast met dek zalingen.
Het is alweer enkele jaren geleden dat de VOR heeft aangekondigd dat ze IMOCA rompen willen gebruiken om op die manier betaalbaardere boten te genereren die multi functioneel inzetbaar zijn en waar ingezet word op een hogere verkoopwaarde na deelname aan de VOR. Ze willen echter een zwaardere en diepere kiel gebruiken, meer waterballast, en een groter tuig. De boten moeten dien ten gevolgen ook zwaarder (lees: sterker) gebouwd worden. Als een Vendee zeiler zo'n boot wil gebruiken dan moet hij/zij weer terug naar de eenheidsklasse mast, eenheidsklasse kiel en nu ook roer en foil cassette. De boot moet dus terug gebracht worden naar IMOCA standaard. Een kiel kost een paar ton, een tuigage kost een paar ton, foils kosten bijna een miljoen. Er blijft dan niet veel meer over voor het rompje. Om eerlijk te zijn is de romp van de boot het struikelblok ook niet om een nieuwe boot aan de start te krijgen, het zijn alle zaken er omheen, en juist die wil de VOR organisatie aanpassen en het overblijvende rompje is bijna 20% zwaarder om de hoeveelheid extra power die ze willen hebben aan te kunnen. Het achterliggende probleem is het imago van de VOR. In 2000/2001 vonden de VOR en de Vendee tegelijkertijd plaats. Toen voer de VOR nog in hun boxrule 60 voeters. Gedurende een van de etappes in de zuidelijke oceaan voer de VOR tegelijk op met de koplopers van de Vendee en de solozeilers op een 60 voeter klokten gemakkelijk 60,70,80 mijl per dag meer als de volledig bemande boten in de VOR welke ook 60 voet waren en op hetzelfde traject voeren. Dat was een beetje een blamage en die reputatieschade is er nu, 20 jaar later, nog steeds voor de VOR organisatie. De VOR heeft toen radicale 70 voeters ingevoerd, maar die bleken veel te kostbaar en het deelnemersaantal liep opeens heel erg sterk terug, de Eenheidsklasse VOR65 heeft daar maar weinig verandering in gebracht. Nu willen ze het dus proberen met opgevoerde IMOCA's omdat dit zo'n populaire klasse is. Of dat successvol is weet ik niet en durf ik niet te beoordelen. Wat ik vooral zie is dat ze de dure onderdelen van een campagne gaan modificeren en hopen dat de boten na deelname aan de VOR makkelijk geschikt te maken zijn voor deelname aan de Vendee. Opzich is de modifcatie naar IMOCA wel redelijk makkelijk, maar tegelijk ook erg kostbaar, hoeveel meerwaarde de te zware IMOCA romp dus te bieden heeft voor de VOR organisatie heb ik dus zo mijn twijfels bij. 11th hour racing heeft momenteel een IMOCA in de vaart (ik was zo dichtbij een sponsorcontract met ze voor de 2020 race
) welke niet meedoet aan de Vendee, maar welke als test case word gebruikt voor de volgende VOR.
Nu met de ontmasting van CORUM/Nicolas Troussel eerder vandaag gaat er overigens een enorme schok door het IMOCA veld heen. De eenheidsklasse mast waar het merendeel van de vloot nu mee vaart was ontworpen zodat ontmasting eigenlijk niet meer zou gebeuren, en nu blijkt dat dus wel het geval. Ik heb een email treintje voorbij zien komen van oud-Vendee zeilers en IMOCA ontwerpers met speculaties daarin (meer is het op het moment nog niet) en de algemene consensus is toch dat het dynamische richtendmoment van de huidige foilers te groot is geworden voor deze mast.
De moeilijkheid zit hem daarbij in het feit dat je twee vormen van richtend moment hebt, statisch en dynamisch. Het statische is vrij makkelijk uit te werken en is eigenlijk het enige wat van toepassing is op ons soort bootjes, maar IMOCA's hebben vleugels en die genereren een hele berg extra richtendmoment wat veel moeilijker te quantificeren is. De angst is nu (en dat liet Alex Thomson vandaag ook doorschemeren in zijn dagelijkse interview) dat de boten te veel energie opwekken om aan te kunnen voor de tuigage. De walteams zijn dus ook hard bezig om nieuwe limieten vast te stellen voor alle load sensoren aanboord om maar in ieder geval de mast overeind te houden. Analyse van de mast van de CORUM is helaas niet mogelijk, die ligt op de bodem van de Atlantic en zal niet geborgen kunnen worden. Het zou me daarom niet verbazen als er toch wat aanpassingen zouden komen aan de eenheidsklasse regels voor de masten, en dan waarschijnlijk aanpassingen die ook aan bestaande masten kunnen worden aangebracht.