Onderwerp: Trim/uit het roer lopen

Het zeilt inderdaad niet lekker als je weet dat je boot ieder moment uit het roer kan lopen. Toch heb ik het gevoel dat je alle belangrijke trimmogelijkheden wel goed begrijpt.

Het is belangrijk dat je snel genoeg reeft door je grootzeil kleiner te maken. Daarbij zou ik wel ook een kleinere genua nemen, of zelfs een fok. Het achterste deel van de genua komt namelijk achter het draaipunt van de boot, en maakt de boot loefgieriger. Daarnaast heeft lengtetrim ook veel invloed, je kunt het beste voor in de kuip zitten.

Maar misschien is het probleem dan nog steeds niet opgelost. Je kunt dan over de volgende mogelijkheden nadenken;

Heeft de boot wel de originele roerbladen? Die worden vaak onterecht door eigenaars verkleind.

Kan de mast iets verder naar voren worden geplaatst, of kan de mast minder achterover hellen?

Zit de bolling van het grootzeil nog wel voorin? Soms doet een nieuw grootzeil wonderen.

Klopt het dat een etap een ophaalbare kiel heeft? Je zou met zwaar weer iets minder zwaard/kiel kunnen gebruiken.

Ik hoop dat je er iets aan hebt, succes,

Sjors

Het is een nieuwe boot, dan zou je inderdaad niet deze eigenschappen verwachten. Misschien is het een idee om die ervaringen met andere etap 21 eigenaren uit te wisselen. Om eens te zien hoe die daar mee omgaan.

Peter Schweer heeft natuurlijk gelijk; als je te veel druk hebt (te schuin gaat door harde wind), kun je lozen door de mast achterover te laten hellen of de masttop met de achterstag te laten buigen. Hierdoor kun je langer doorvaren zonder een rif te leggen. Maar door het tuig achterover te laten hellen, komt het drukpunt verder naar achter te liggen. Daardoor wordt de boot loefgieriger. Om dat te compenseren ga je hard aan je roer trekken, en dat is ook weer niet goed. Die tabellen zijn het beste van toepassing op racers die perfect uitgedacht zijn, zoals de X99.

Het is wel verstandig om je zeilen met zwaar weer helemaal vlak te trekken. Dus goed hijsen, veel onderlijk spanning, een beetje neerhouder en eventueel wat cunningham spanning. Als het vlagerig is kun je ook in de vlagen lozen door je overloop of grootschoot te vieren.

Sjors

21i is een moderne en dus brede boot. Die worden allemaal erg loefgierig onder helling. Zaaks is de boot zo rechtop mogelijk te varen en in een vlaag dit met de grootschoot opvangen. Vaak loeft de boot alleen in het begin van de vlaag tot er weer een nieuw evenwicht is tussen wind en snelheid. Ook je grootschoot niet te ver inhalen zodat er wat twist in je zeil zit. Maar vooral: rechtop houden die boot.
Pieter

Ik zou starten met het meten van de masthelling (wantlengte). dat is centimerwerk... kleine hoek verandering heeft grote effecten op loefgierigheid en aan de windse eigenschappen.

Staat dat goed dan kun je de kromming vande mast aanpassen met de achterstag (of in het grootzeil met neerhouder, cunningham etc...


Ik vaar zelf op een ISO (Skiff) en kan beamen dat rechtopzeilen goud waard is... maar eerst de mast stand checken ) De maten weten ze wel bij de bouwer of klasse organisatie.

mast voor of achterover heeft bijna geen invloed op het zeilpunt. Wel wat op de krachten op de boot waardoor deze vlotter gaat lopen naar je gevoel. Maar een ernstige loefgierigheid is nooit te verhelpen door de mast wat meer achterover te trekken. Je moet dat zoeken in de snit van de zeilen, spanning op voorlijk en plaats van de leiogen van de fok.
Pieter

Volgens mij is er wat verwarring. Er is een enorm verschil tussen kielboten en zwaardboten. Dit forum werd natuurlijk opgericht voor snelle dinghys, skiffs en catamarans.

De maststand heeft wel degelijk een grote invloed op de plaats van het zeilpunt. Als de mast een paar graden achterover staat komt het zeilpunt al 20+ cm naar achter. Daarnaast gaat het achterlijk van het grootzeil meer openstaan, en komt de bolling meer naar achter. Dat houdt in dat je zeilpunt nog verder naar achter komt.

Bij de FD corrigeren we de loefgierigheid door het zwaard in zijn geheel naar achter te verplaatsen. Daardoor komt het draaipunt weer onder het zeilpunt te liggen. Bij een kielboot kan dat natuurlijk niet, dus lijkt het me verstandig om niet teveel de mast te laten hellen.

Verder is er altijd de discussie over hoe schuin een kielboot gevaren moet worden. Lijkt me iets om te overleggen met andere eigenaars met dezelfde boot. Als een boot uit zijn roer loopt moet je volgens mij i.e.g. het grootzeil vieren, maar vaak is het beter als je al opstuurt voordat een vlaag in komt.

Sjors

Zoals eerder gezegd lopen veel moderne schepen sneller uit het roer, wat het logisch gevolg is van de bredere achterschepen. Er worden bij het ontwerp in dit opzicht concessies gedaan aan de zeileigenschappen om meer binnenruimte te creeren.

Deze schepen dienen ook zo rechtop mogelijk gevaren te worden door bij meer wind de zeilen af te vlakken, de overloop wat naar buiten te zetten of eventeel minder twist in de zeilen. Indien dit niet genoeg helpt , en hij nog steeds uit het roer dreigt te lopen zal er gereefd moeten worden.

Als je het blad zeilen hebt (de laatste) lees dan de "laatste pagina" het stukje over zeilbalans eens.