Afzettingen op wanden en bodem van dieseltanks kunnen veroorzaakt worden door troep en roest die gratis meegeleverd wordt door tankstations die hun tankonderhoud niet op orde hebben, degeneratie van dieselbrandstof waarvan de houdbaarheid is overschreden (al dan niet door katalytische werking van koper in het leidingsysteem), of door een woekering van bacteriën en schimmels. De laatste twee kunnen zich alleen ontwikkelen bij de aanwezigheid van water in de tank. Een probleem daarbij is dat water niet altijd zichtbaar is, maar ook opgelost zit in de brandstof. Is het proces van bederf eenmaal op gang, dan wordt water geproduceerd uit de afbraak van brandstof, en kan een kettingreactie optreden.
Zwarte slierten en drab ontstaan door de dieselschimmel Hormoconis Resinae, die veel voorkomt in bosrijke omgeving. Deze schimmel is de meest voorkomende, en meest onderzochte besmetting van diesel (zie bv
nl.m.wikipedia.org/wiki/Kerosineschimmel).
Als bij brandstofverbruik het peil in de tank zakt, komt door de ontluchtingsopening buitenlucht in de tank, die als je pech hebt, bacteriën en schimmelsporen bevat. Een besmetting van je tankinhoud is het gevolg. De kans daarop is op zee uiteraard een stuk kleiner dan in een bosrijke omgeving. De grootte van de schimmelsporen is een fractie van 1 micrometer, daar zijn voor een bootomgeving geen filters voor.
Een vervuilde tank schoonmaken is een lastige klus, de laatste resten laten zich meestal met een sopje met een sterk afwasmiddel goed verwijderen, je breekt daarmee de oppervlaktespanning van de vettige substantie. Het is wel zaak daarna de tank absoluut droog te maken.