En het oude gezegde geldt ook vaak voor deze scheepjes:
Het schip is zo zeewaardig als de schipper.
Dat is natuurlijk een grote waarheid.
Maar er zijn ook een aantal kenmerken die een boot zelf zeewaardig maken. Het weer kan plotseling omslaan, op zee en zelfs op het IJsselmeer is er niet altijd een haven in de buurt.
Het kan dan in een korte tijd gaan spoken en het is dan van belang dat je bootje dan niet snel in problemen komt. De maat is meestal niet het grootste probleem, met bootjes van 6 meter vliegen ze de oceaan over. Het is zaak dat je bij verslechterende weersomstandigheden de boot onder controle kan houden en dat er niet meteen rampzalige dingen gebeuren als het allemaal wat minder goed lukt. Een eerste vereiste is dat de zeilen in alle omstandigheden goed en vlot zijn te reven.
Ook mag er geen schade ontstaan als je een hoge golf over je boot krijgt. Ramen in rubber profielen kunnen er door een golf worden uitgedrukt. Maar ook gammele luiken of niet afsluitbare ventilatieopeningen kunnen een zwakke plek vormen.
De kuip moet niet te groot en bovendien zelflozend zijn. Een zeerailing is aan te bevelen en er moet ook voldoende gelegenheid zijn om jezelf met een harnas en lijn vast te maken zodat je niet direct ver van je boot verwijderd bent mocht je overboord gaan.
Mocht je oceaantochten willen maken zou je ook op het kentergedrag kunnen letten (de mate waarbij een boot weer terugkantelt als hij over de kop slaat) maar bij het IJsselmeer en de kustwateren is dat niet heel erg van belang.
Maar laat je niet van de wijs brengen door alle verhalen van wat er allemaal mis kan gaan. Door verstandig te handelen en ervaring kom je een heel eind. En al doende leert men.