UK trip van “Zeebeest”
V
Zat. 22-05-,10
We varen tussen de pieren van Lowestoft door naar binnen en draaien meteen BB uit, de haven van de Royal Norfolk Yachtclub in. De haven is overvol met Hollanders. Tussen een overvloed aan leden van de Nederlandse Vereniging van Toerzeilers ligt, hier en daar, een enkel lid van het Zeilers Forum verstopt. Een plaatsje langs de steiger kunnen we wel schudden, dus leggen we, om exact 12 uur aan, als vierde in een rij Hollanders. Marjanne mag, zoals gewoonlijk, ons gaan aanmelden. Dit keer is ze niet alleen, Bianca gaat mee en betaald ook het havengeld. Intussen zijn Geert en ik bezig om, met behulp van “Loodje”, twee lange trossen naar de steiger uit te zetten. Zo, nu kan het hele pack niet meer heen en weer scheren en per ongeluk bij de voor of achterburen op visite gaan.
Het is nog steeds zonnig en warm, ideaal weer om, met een kouwe klets in de kuip zittend, na te praten over onze uitputtende reis van maar liefst twéé en een hálf uur. Maar nee, volgens de vrouwen, die denken dat ze zodra we in een haven liggen het gezag kunnen overnemen, moeten we de stad in. Geert en ik kunnen lullen als Brugman maar zelfs het ijzersterke argument dat er, na werkoverleg met een paar pilsjes, hoognodig door mínstens twee man serieus naar het lek geluisterd moet worden, wordt met een meewarig lachje van tafel geveegd. Omdat wij mannen, die in feite zelf het zwakke geslacht vertegenwoordigen, niet tegen al die vrouwenlogica zijn opgewassen, sjokken we een kwartiertje later in het kielzog van de meisjes, met een tong als leer, door de bloedhete winkelstraten van Lowestoft. In een heel grote supermarkt struinen we, ieder voor zich, alle gangen en schappen af. Ik heb het al snel bekeken en stel me strategisch bij een van de kruisingen op en roep tegen de voorbij stormende reisgenoten:’Nee Bianca, Geert is de ander kant alweer op, ik denk naar de diepvries.’ ‘Martje, Bianca is achter Geert aan, ja, die kant uit.’ ‘Geert, Bianca zoekt je. Ja, als ik haar zie zal ik het zeggen.’ ‘Bianca, Geert zegt dat …’ Te laat, wat is die meid snel zeg! ‘Hoi Geert, wat leuk dat ik jou hier ook tegenkom.’ ‘Nee, ik ben niet zo dol op doppertjes.’ Tien minuten later, wanneer iedereen elkaar, op miraculeuze wijze, toch weer gevonden heeft en ook alle benodigde boodschappen in het karretje zijn beland, staan we gezamenlijk bij de kassa alles op de band te plaatsen. Zo, nu nog even naar de visboer op de markt, want Geert, die vandaag Chef de Cuisine is, heeft een leuk recept voor grote garnalen gebakken met lekker veel knoflook, verse rode pepers enz. Wanneer alle boodschappen gedaan zijn, mogen Geert en ik ze aanboord sjouwen, de dames moeten hoognodig nog even winkelen. ‘Geert jongen, ik wil niet stoken in een gelukkig huwlijk maar volgens mij gaan ze weer op jacht naar een stippeltjes jurk en zo. Als ik jou was liet ik nú haar creditcard blokkeren.’ ‘Ja ja, laat jij dan ook die van Marjanne blokkeren?’ ‘Ben je belazerd? Ik ben niet levensmoe!’
Terug op “Zeebeest” bergen we de inkopen weg en overleggen over verdere actie. Hoewel we nu het liefst met een kouwe keil in het zonnetje gaan zitten, overwint het plichtsbesef. Het motortje van de boegschroef komt de laatste tijd niet echt op toeren, dus halen we die even uit elkaar. Het binnenwerk met de vier koolborstels ziet er vervuild uit, dus komt de spuitbus met Electra Cleaner tevoorschijn. Dit is geen karweitje voor twee man, dus terwijl ik met mijn spuitbusje, poetslap en wattenstaafjes op mijn kop in het vooronder sta, hangt Geert ondersteboven in de vetput. Niet dat er iets mis is met de motor, maar nadat Geert van mij hoorde dat de rubber impeller van het koelwaterpompje al meer dan zeven jaar niet vervangen is, wil hij wel eens zien hoe dat er na al die tijd uitziet. Zelf ben ik niet zo nieuwsgierig, ik heb nog een compleet pompje in reserve liggen en zie wel hoe het loopt. Maar Geert zegt:’Ja, maar wat als er een schoepje afbreekt en blijft steken in het systeem?’ Daar heeft hij wel een punt, dus openmaken die hap. De impeller komt er zo goed als gaaf uit geen scheurtjes of beschadigingen, alleen maar één lamelletje dat er een tikkie slap bij hangt. Dan maakt Geert het reserve pompje open. Daar zit een nogal uitgedroogde impeller in. Straks in Holland toch maar twee nieuwe kopen. Terwijl Geert de pakking van het reservepompje in het andere pompje zet, komen Marjanne en Bianca terug.
Ze zien Geert en mij met pikzwarte klauwtjes en zwarte vegen in het gezicht. ‘Is de motor stuk?’
‘Nee, niks aan het handje, Geert bouwt de motor om tot espressoapparaat.’ Nadat alles weer in elkaar zit test ik de knikkerbak (boegschroef) met een paar klappen BB en SB. Het klinkt weer als vanouds en het neusje zwaait, voor zover de trossen het toelaten, vlot heen en weer.
De buurman naast ons hoort de knikkerbak ratelen en voelt de rukken aan zijn schip, hij kijkt verbaasd op. Ik laat mijn zwarte klauwtjes zien en zeg:’Even testen.’ Hij knikt begrijpend. Ook de motor wordt gestart om te zien of het pompje niet lekt, maar Geert heeft goed werk geleverd. We sluiten de luiken en maken onze handen schoon. Zo, nu eerst even naar de douches. Met mijn douchetas over mijn schouder klim ik via de buurschepen op de steiger en word meteen aangesproken door forumgenoten die verderop liggen. ‘Klim aanboord als je wilt, er is koud bier wijn en fris, ik ga eerst even douchen.
Wanneer ik opgefrist weer aanboord kom, zit intussen de hele kuip vol zeilers en kan ik, samen met Cora, letterlijk het dak op. Met de benen over de rand van de stuurhut zitten we comfortabel in het zwoele windje op het “gewone volk” neer te kijken. Dat daardoor alleen onze sexy benen op de groepsfoto komen? Ach, dat heeft ook wel wat.
We horen verhalen over mist in de scheepvaartroutes, te weinig wind om te zeilen, ontmoetingen met dolfijnen, enz. Even kom ik in de verleiding om ze te vertellen over die reuze octopus doe ik op ónze oversteek zag en die, hand op mijn gat echt eerlijk waar, een poot van een productieplatform afscheurde en opvrat. Maar omdat ik vermoed dat ze me toch niet zullen geloven, hou ik me maar in. Ook aan dit gezellig samenzijn komt een end. Met de afspraak dat we vanavond - met medeneming van de nodige alcoholische dranken - bij het strand weer samenkomen, verdwijnen de forumgenoten naar hun eigen boten. Bianca klimt helemaal boven op het clubhuis om een foto van de hele jachthaven te nemen.
De garnalen van Chef Geert smaken voortreffelijk. Hij bakt steeds kleine porties die zo gloeiend heet op ons bord komen dat je je vingers er aan brandt maar jonge, jonge, wat lekker!
Het is al zo goed als donker wanneer we bij het muurtje tussen het strand en de boulevard samenkomen. Ook hier heerst weer een ontspannen sfeertje en wordt er, tussen het drinken door, over bootjes en zeilen geouwedingest. Whipmaster Dennis komt ook nog met een kruik schippersbitter of zo – het is al te donker om het etiket te lezen- op de proppen. Hoewel ik meestal alleen bier of wijn drink, sla ik, puur uit beleefdheid (hik), er ook een achterover. Wanneer de laatste fles wijn leeg is en de roze olifantjes zich opmaken om in rijen van zes over het strand te marcheren, wordt het tijd om de kooi op te zoeken.
Zo. 23-05-,10. 07:00 uur
‘Tok, tok, tok!’ Verdomme, welke malloot staat er daar midden in de nacht op mijn bootje te kloppen? Ik kruip, nog half slapend mijn kooi uit en ga naar buiten. Het is een van de buurlieden die er tussenuit wil. Had hij dat gistermiddag of avond niet even kunnen zeggen? Dan hadden we nu klaar gestaan. Ja, maar hij had toch een briefje neergelegd met de boodschap dat hij er om zeven uur tussenuit wilde? ‘Briefje? Ik weet van geen briefje.’ ‘Ja kijk, daar bij het stuurwiel, daar ligt het nog.’ Ja, hallo zeg, als we ’s nachts in het pikkedonker aanboord komen ga ik echt niet alles afzoeken om te zien of er nog fanmail van de buren ligt, ik had al meer dan genoeg werk aan het intoom houden van het roedel roze olifantjes dat met alle geweld mee aanboord wilde.
We trekken vlug wat kleren aan en gaan aan dek. Tandenpoetsen, kop en voorpoten wassen, dat alles komt straks wel. Eigenlijk lijkt me dit een uitgelezen moment om niet nog eens vast te maken maar meteen naar zee te gaan. ‘Wat denken jullie van meteen vertrekken, dan kunnen we morgenochtend lekker vroeg in IJmuiden te zijn?’ ‘Ja, nu we toch wakker zijn, waarom niet?’ We halen de lange trossen, die door gretige handen op de steiger worden losgegooid, binnen. Zetten de navigatie laptop aan starten de motor en ontmeren. Langzaam stomen we naar de uitgang van de jachthaven en vragen aan Lowestoft Portcontrol toestemming om uit te varen. “Seabeast” krijgt toestemming om te vertrekken en ook nog “a safe journey “ toegewenst.
Om 07:15 Varen we naar buiten. Het is zonnig, de wind is N. 1 – 2 bft. en een vlak lichtdeinend zeetje.
07:40 We ronden de South Holm bo. en zetten de autopilot op een, recht toe recht aan, koersje naar IJmuiden. De wind zakt weg en wordt variabel. Dat wil zeggen, hij weet zelf niet wat hij wil en komt af en toe, met een klein pufje, van alle kanten. Dan maar alleen op de motor, we hebben genoeg diesel om wel twéé keer de Noordzee over te kachelen.
We zitten een mijltje of twaalf uit de kust, wanneer we op kanaal 16 de “Marije” van “Zonsnel”horen roepen. We proberen te antwoorden maar hij krijgt al antwoord van een paar andere Hollanders, daar komen wij met ons handzetje niet tussen. Wat later roepen we hem nog eens op en krijgen antwoord. ‘Marije, even naar dubbel zeven.’ Ze zijn wegens, naar ik begrijp, de verjaardag van dochterlief veel later dan alle anderen vertrokken en nog onderweg naar Lowestoft. Ze blijken op een mijltje of drie noordelijk van ons te zitten maar willen ons toch nog even ontmoeten. We gaan allebei zowat 90° BB uit en stomen elkaar tegemoet. Vlak bij elkaar gekomen zet ik de motor op “dead-slow”, laat de autopilot aan staan en vraag Zonsnel om op een meter of twee drie naast me aan SB te komen varen. Hij heeft een paar bekende forummers als opstappers mee, dus wordt er even uitgebreid begroet en vliegen er een paar plaagstoten over en weer. Intussen gooien we een lijntje over en wordt er vakkundig een plastic tasje met een fles wijn van Geert overgezet.
Dan draaien we van elkaar af .
Tot ziens “Marije”!
Later zullen we horen dat onze vreemde manoeuvres, nabij de grens van de twaalf mijl zone, niet is ontgaan aan de scherpe blik van de kustwacht, want plots stormt er een grote kruiser tevoorschijn en krijgt de “Marije” een snelle RIB langszij met vier stevige Coastguards aanboord. Gelukkig wordt de vier ton Maroc-camelshit niet gevonden en mogen ze hun reis vervolgen.
Wij kachelen intussen zorgeloos richting Holland.
11:05 positie: 52°29,04’N 2°08,38’E. Wind, SSW 2 bft. blijft eindelijk in de zelfde hoek staan. We zetten zeil maar houden de motor in zijn werk. Geert, die een snelle leerling is, laat zien dat hij precies weet waar de prioriteiten liggen en luistert aandachtig naar het lek.
14:17 We enteren de zuid gaande “Deep Water” route en zien de nodige grote jongens varen. We peilen alles wat daar vaart uit om te zien of we geen ongewenste ontmoeting krijgen.
Van zoiets zie ik liever de kont dan de kop.
15:11 Uit de DW route.
Ook de noord gaande route varen we, zonder problemen, in krap vijftig minuten over.
Geert heeft, ondanks dat hij een behoorlijk tijdje naar het lek geluisterd heeft, totaal geen last van vermoeidheid. Dat getuigt van karakter!
Bianca en Marjanne daarentegen, zijn nog lang niet zo ver. Ze zien er vermoeid uit. Ja meisjes, wie bij nacht gaat vissen moet bij dag netten drogen.
Twee mensen die veel van elkaar houden, dit is wel een heel vertederend plaatje, ik voel me net de kapitein van de “Loveboat”.
Aan insubordinatie geen gebrek. Ik kan mijn kont niet keren, of de comfortabele zachte kapiteinsstoel wordt door iemand anders in beslag genomen. In feite kom ik, schandalig genoeg, helemaal niet meer aan de beurt.
Tegen een uur of zeven ga ik een paar uurtjes pitten. Niet alleen in Marjanne maar nu ook in Geert en Bianca heb ik genoeg vertrouwen om ze hier zelfstandig een wachtje te laten kloppen. Geert kent het schip onderhand goed genoeg om de juiste handelingen te verrichten en Bianca is heel precies met de navigatie bezig en zet heel exact onze posities in kaart en logboek. Beiden kunnen met de radar een schip uitpeilen om te zien of het al dan niet bij ons op visite zal komen en als belangrijkste, ik weet dat ze me zullen me porren als het nodig is.
Wanneer ik weer boven kom is het donker. Als eerste kijk ik op de radar, dan, wanneer mijn ogen aan het donker gewend zijn, komt het rondje “horizon gluren”. Daarna volgt het allerbelangrijkste en dat is natuurlijk de thermoskan met koffie. Met een mok pleur in de hand buig ik me over de kaart en het logboek. Om 19:30 zijn we over de Brown Ridge gekacheld. De koerslijn laat, met langzame slingers, het regelmatige kenteren van het tij zien. We sturen er niet voor op, want in mijn ervaring wordt je op de oversteek bijna net zoveel BB als SB gezet. Je moet je hooguit twee uur voor aanloop IJmuiden beginnen met rekenen, om alsnog redelijk precies uit te komen. Geert heeft vanavond niet alleen een foto van de elektronische kaart gemaakt,
maar enpassant ook nog een UFO vastgelegd.
Ma. 24-05-,10 03:20 uur. Wind ZZE 4. Rommelig zeetje. Goed zicht. Positie 52° 29,0’ N 004° 14,3’E. Geen bijzonderheden. Marjanne & Albert 37 jaar getrouwd.
Nee, ik heb geen bloemetje meegebracht en het is dat Bianca het in het logboek schreef, anders had ik er van zijn leven niet aan gedacht. Maar straks, als ze wakker is, zal ik mijn Marjanneke een flinke pakkerd geven.
IJmuiden, het windmolenpark en de ankerplaats voor grote jongens zijn in zicht. Het lijkt wel kermis met al die lichten. Een enorm Cruiseship dat langzaam naar de kust stoomt, heeft behalve een zee aan wit licht ook nog een zooitje paarse feestverlichting buitenom zitten. Paars? Ja Paars, ik denk dat de Paus een plezierreisje maakt. Het wordt al weer dag en de rest van het reisgezelschap komt, al dan niet uitgeslapen, kijken hoe we om 05:35 de pieren binnenlopen.
Om 05:50 maken we vast in de Marina en brengen de spulletjes van Geert en Bianca aan de wal ( “Zeebeest” heeft meteen een voet meer uitwatering) .
Wanneer alle spullen in de auto liggen, wil een vroege havengast wel even een foto van het verreisde slaperige ploegje maken.
Dit zooitje ongeregeld is, in minder dan een week tijd, helemaal naar elkaar toegegroeid en daaruit is, in mijn beleving, een hechte vriendschap ontstaan. Nu volgt er iets waar ik altijd al een hekel aan had. Afscheid nemen van mensen waar ik om geef.
We gooien los en varen in het vroege ochtend licht de haven uit.
Op weg naar de sluis kijken Marjanne en ik elkaar aan. We hoeven het niet uit te spreken, we weten beiden dat ook de ander een gevoel van verlies heeft.
Albert.