Ben net terug van vakantie (met de camper) en schrik me een hoedje over het noodweer. Mijn bootje ligt aan het Veluwemeer, toch niet zo gek ver weg van de kern van het noodweer. Haven gebeld, maar die zijn stevig in gesprek. Dus na het terugbrengen van de camper maar een rondje om gereden (nou ja, midden in de vakantiedrukte, met veel te veel van die ***campers op de weg
)om te kijken of ik misschien nog het topje van de mast kan zien, als laatste levensteken.
Aangekomen bij de haven zet ik de auto om tijd te sparen op de laden/lossen plaats (kan best, met mijn postuur heet in/uitstappen ook gewoon laden/lossen).
Zenuwachtig loop ik van de parkeerplaats naar de steiger, en besluit de kortste weg te nemen: schuin over de trailerplaats.
Natuurlijk glijd ik op de natte en groene helling bijna de plomp in, tot groot vermaak van de Duitser die zijn speedbootje net weer achter zijn bolide heeft gesjord, en dit heuglijke feit viert met een pafke.
Eigenlijk wilde ik een opmerking over voetbal maken, maar besef dat het verschil tussen een 2e en 3e plaats te gering is om zijn grote grijns te doen verdwijnen. Ik gun hem zijn pleziertje, ik ben toch bijna bij mijn bootje. En er is immers geen beter vermaak dan leedvermaak, nietwaar?
Ik stap de B-steiger op, en tuur naar het einde van de steiger. Yes, mijn zwarte huikje is in zicht! Nieuwsgierig doe ik er nog een schepje bovenop, en sta in een mum van tijd aan boord. Ja, daar heb je het gedonder al. Ik had het kunnen weten, had ik mijn bootje maar geen 3 weken onverzorgd achter moeten laten. Stom, stommer, stomst. Welk rund gaat er nou met een camper op stap (naar Normandië en Bretagne nota bene) als ie ook lekker had kunnen zeilen? Ikke dus. En nu heb je de poppen aan het dansen.
Piekerend overzie ik de puinhoop, terwijl de zweetdruppeltjes over mijn voorhoofd parelen. Oh, ja, laat ik niet vergeten te vertellen wat de puinhoop is: een enorme berg spinrag....
Verder is namelijk helemaal niets aan de hand. Geen druppeltje lekwater, geen krasje (geen nieuw krasje althans). Zelfs het ZF-vlaggetje hangt er nog parmantig bij.
Opgelucht loop ik terug naar de auto, onderweg kom ik de havenmeester tegen: er is wel veel regen en wind geweest, maar in de vlagen niet meer dan ca 8-9 Bft, volgens zijn schatting, en er waren maar een paar vlagen. Er is hier en daar wel wat schade, maar vooral op de camping die bij de haven hoort, daar gingen de tentstokken als speren door de lucht.
Maandag gaan we een dagje zeilen, en mogen de kinderen beginnen met schrobben, als tegenprestatie voor de ruim 3500 km die ik er met die logge, slome, stinkende camper op heb zitten. Niet te hard zeggen dat ik die paar weken met de camper ook heel leuk vond anders moet ik ook schrobben van die pubers....